Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.

Haithabu en Birka.

De relatie die gelegd wordt tussen Dorestad met het Deense Haithabu (nu het Duitse Schleswig) en het Zweedse Birka is wetenschappelijk nergens op gebaseerd. Archeologische vondsten in beide nederzettingen zijn niet ouder dan de 10e eeuw. De vermeende handel is slechts gebaseerd op schriftelijke bronnen. Maar als Dorestad verkeerd is gelocaliseerd in Nederland, wat wel bewezen is (zie bij Dorestad), dan zijn ook Haithabu en Birka verkeerd gelocaliseerd. In Wijk bij Duurstede is geen enkel archeologisch bewijs voor de verre handel. Integendeel, Wijk bij Duurstede was geen handelsplaats, maar een plaats van vissers, jagers en rovers. Het was het 10e eeuwse roversnest Munna.

Het Sliaswich (Haithabu) en Birka waar Dorestad handel mee dreef lagen, net als Dorestad zelf, in Noordwest Frankrijk en heten nu St.Martin-des-Sclives en Berck-sur-Mer.


Bjórkó is een Zweeds eiland dat in het midden van het Mälarmeer ten westen van Stockholm ligt. Het behoort tot de gemeente Ekeró. Op het eiland ligt de archeologische vindplaats Birka. In de 9e en 10e eeuw was daar een "Vikingbolwerk" en handelsplaats gevestigd. Er bestaat een "groot gat" tussen wat we tegenwoordig weten over de Vikingen en het beeld dat er in de loop van de geschiedenis van gemaakt is. De tentoonstelling "What? Vikings? moet helderheid verschaffen over het verkeerde beeld van de Vikingen dat in de 19e eeuw onder invloed van nationalisme ontstond. (Bron: Swedish National Heritage Board).

Opvallend is overigens dat in Birka veel Arabische munten zijn gevonden, maar geen uit het Frankische Rijk. Er zijn ook geen roofschatten gevonden. Voor plunderende Vikingen een vreemde zaak. Uit andere vondsten (sieraden, aardewerk) blijkt dat Birka handel dreef met de Arabische wereld en niet met Dorestad en het Frankische Rijk. (Bron: Archeologie magazine 3-2006).
Bij de in het artikel genoemd 'strategische positie' kan men grote vraagtekens zetten. Birka ligt erg afgelegen en niet aan grote doorgaande reisroutes maar ver landinwaarts om in de Baltische Zee van grote invloed geweest te kunnen zijn. De hoofdstad Stockholm heeft zich niet voor niets niet op die plaats ontwikkeld, maar aan de Baltische Zee.
Ook is bekend dat Birka geen muntslag had of heeft gehad. Verder ontbreekt elk spoor van een kerk waarover in de bronnen wordt gesproken. Opvallend blijft dat in Noorwegen, Zweden en Denemarken geen enkele contemporaire schriftelijke bron over de Vikingen en hun tochten bestaat.
De vraag is dus gerechtvaardigd of de Deense en Zweedse plunderaars wel bestaan hebben.
Birka handelde vooral met de Turkse wereld en met Khazarian. 'Bir' betekent in het Turks 'gemeenschap' of 'handelsplaats'. 'Kiye' betekent 'aan de kust' of 'aan het water'. Aan beide betekenissen voldoet de plaats Birka. De handelsroute werd 'birkivitch' genoemd. De handel vanuit Birka was voornamelijk op het zuid-oosten gericht. De handelswaar bestond uit zijde, bont, huiden (leer), ijzer en vachten. Een muntschat gevonden in Birka bevatte 1500 Arabische munten. Birka werd in 970 verlaten door toedoen van de Khazars waarmee de handel ophield te bestaan. Birka werd geheel verlaten en is niet opnieuw gesticht.
Ansgar, de apostel van het noorden, is daar terecht gekomen door foutieve interpretaties van Latijnse teksten, vooral door Abraham van Bremen.

De visie van Albert Delahaye.
Het heeft geen zin als tegenwerping op de visie van Albert Delahaye te wijzen op Haithabu en Birka. In Denemarken en Zweden heeft men enkele "dodensteden" uit de 10e eeuw opgegraven waarvan de naam onbekend is, maar waar men aan de hand van de kroniek van Adam van Bremen de namen Birka en Haithabu op heeft geplakt.
De drie ter plaatse gevonden stenen met runenschrift kunnen ook niet als tegenbewijs dienen. Eén herinnert aan een krijger die bij het beleg van van de onbekende plaats was gesneuveld. Deze Skarthi-steen is uit het einde van de 10e eeuw en spreekt derhalve niets van de stellingen van Delahaye tegen. De twee andere zijn te Sigtuna gevonden. Hun opschriften vermelden een "gilde van Fresones". Deze stenen zijn uit de 11e eeuw en bewijzen dus nog minder. Integendeel: deze zeldzame en late objecten schreeuwen de vraag van de daken waarom er niets van de Dani wordt gevonden tussen de 5e en de 9e eeuw, de periode dat zij veelvuldig in de Franse kronieken worden genoemd.
In Noorwegen, Zweden en Denemarken is de archeologie uit de periode van de Noormannen volkomen blanko, geschreven bronnen zijn er al helemaal niet. Waar hebben die Vikingen gewoond in de 9e eeuw, waar kwamen zij vandaan? Er is niets van teruggevonden daar in het noorden.

Het is onbegrijpelijk dat historici blijven vasthouden aan de traditionele opvattingen van Noorse, Zweedse en Deense Noormannen, zonder dat er ooit een archeologisch of schriftelijk bewijs voor gevonden is ter plaatse.

Uit het vita van St.Anscharius blijkt dat hij een nieuwe kerk te Sliaswich stichtte. De inwoners noemden de plaats Sliaswich, zeggen de bronnen, doch de Dani gebruikten in hun taal de naam Haithabu. Schleswig (nu in Duitsland de naam van een stad en een landstreek) is derhalve een zuivere importnaam vanuit het noorden van Frankrijk. In 852 probeerde St. Anscharius de parochie van Birka te herstellen, waartoe na een bijeenkomst van het volk verlof werd gegeven. In 854 echter werd kerk van Sliaswich tengevolge van de intriges van de invloedrijke Noormannen gesloten. Wel kreeg de bisschop verlof om op een andere plaats, Ripa genoemd, een nieuwe kerk te stichten. Het is zeer waarschijnlijk dat dit geen plaatsnaam was (hij is trouwens als zodanig niet terug te vinden), doch dat "ripa" gewoon oever of kust betekent. Het 'ripa' wordt beschouwd als het Deense Ribe (zie daar). Haithabu is dezelfde plaats als Sliaswich wat Saint-Martin-des-Sclives is, Birka is Berck en beide plaatsen liggen in Noordwest-Frankrijk aan de kust van het Kanaal.



En dan in 1998 gebeurt het volgende: op een internationale conferentie in Stockholm geven 'de verdedigers van Dorestad' Wim van Es en Pim Verwers volmondig toe dat ze zich vergeist hebben. Hier krijgt Delahaye dus weer eens gelijk, al is het niet breed uitgemeten geweest in de media.

Dorestad Hoogstraat from a Hedeby/Schleswig point of view.
Op de internationale conferentie "Haithabu und die frühe Stadtentwicklung im nördlichen Europa" van de Duitse Onderzoeksstichting (DFG) en het Archeologisch Staatsmuseum Schleswig in september 1998 werd een paper genaamd "Aufstieg, Blüte und Niedergang der frühmittelalterlichen Handelsmetropole Dorestad" gegeven door W. van Es en WJH Verwers. In dit artikel werden voor het eerst twijfels geuit over de tot dusverre huidige interpretatie van de kenmerken van de opgravingen van Dorestad Hoogstraat. Onlangs is het tweede en voorlopig laatste deel van de rapporten over de opgravingen in de Hoogstraat verschenen (van Es & Verwers 2009). De daarin onderstreepte interpretatieverandering blijkt al uit de verkorte titel uit "Opgravingen bij Dorestad 1. De Haven: Hoogstraat I" (van Es & Verwers 1980) naar "Opgravingen te Dorestad 3. Hoogstraat 0, II-IV" (van Es & Verwers 2009). Tegen de achtergrond van de archeologische vondsten van Hedeby en Schleswig wil dit artikel de interpretaties van de kenmerken van de Hoogstraat bekijken aan de hand van het voorbeeld van de Hoogstraat I-sleuf. Dat leidde tot die dramatische verandering en het verdwijnen van een hele haven van dat imperium dat ooit een van de belangrijkste knooppunten van de Frankische langeafstandshandel vormde.
Het blijkt dat de vondsten in Hedeby/Schleswig totaal niet overeen komen met die in Wijk bij Duurstede. Van een handelsplaats blijkt in Wijk bij Duurstede (niet Dorestad!) totaal geen sprake te zijn geweest, wat ook A.Verhoeven in zijn onderzoek over 'Middeleeuws gebruiksaardewerk' erkent. Hier krijgt Albert Delahaye dus gewoon vierkant gelijk. En nog wel van Van Es zelf! Daarmee is de hypothese Dorestad in Nederland begraven!


St.Anscharius was bisschop van Hammaburg, wat niet Hamburg in Duitsland was, maar Hames-Boucres in Frans-Vlaanderen, in de bronnen bekend als Hammaburg. St. Anscharius overleed omstreeks 865. Hij is nooit in het noorden van Duitsland geweest, maar daar terecht gekomen door dezelfde "deplacements historiques" en de teksten van Adam van Bremen, die gemakkelijk als tekstvervalser te ontmaskeren is. Te Hamburg, waar de oorlogsverwoestingen (1945) werden aangegrepen om grootscheepse opgravingen te doen, is niets gevonden van vóór de 10e eeuw, wat afdoende bewijst dat hier niet het Hammaburg van St. Anscharius heeft gelegen. De vervalsingen in de teksten van Adam van Bremen deden de rest.

Het Frans Berck-sur-Mer in het Germaans Birkja, boulaie, collectief de Birko, bouleau: M.Gysseling in zijn Toponymische Woordenboek. Het bos van Bouleaux (bouleau=berk) bestaat nog steeds vlak bij het dorp. Na zo'n bekentenis van Gysseling houdt toch de hele discussie op! Berck-sur-Mer was het 9de eeuwse Birka.

Het Zweedse Bjórkó heeft haar naam te danken aan de 'deplacements historiques' die ook St.Anscharius in Zweden bracht.




De in 1872 gevonden 'zilverschat' waar Birka goede sier mee maakt en men de vermeende geschiedenis mee wil bewijzen. Deze schat blijkt te bestaan uit Arabische sieraden en 1500 Arabische munten met de naam van de heersende kalief en citaten uit de Koran erop. Van een geroofde schat uit een Frankisch klooster is in het geheel geen sprake. Hier wordt de bewonderaar van deze schat volledig misleid.

Klik hier voor informatie over Ribe.

Het is overigens opvallend dat in de verhalen rondom Dorestad dat Wijk bij Duurstede zou zijn, met een handel naar Haithabu en Birke, de belangrijkste havenstad van de Vikingen in Denemarken, Ärhus (Aarhus), niet wordt genoemd. In het plaatselijke Moesgaard Museum is van plunderende en rovende Vikingen ook geen sprake. Het waren ontdekkingsreizigers die vooral naar Groenland, IJsland, Amerika en op Rusland voeren en daar handel dreven. Handel met West-Europa wordt slechts marginaal genoemd. Toch wordt ook hier jaarlijks een "Viking Moot" georganiseerd, waarbij als spel voor de toeristen een veldslag wordt nagespeeld. Geschiedvervalsing als toeristische trekpleister (zie afbeelding hieronder).



Wat weten we nu feitelijk echt?
In het vermeende Haithabu (Hedeby, nu Schleswig) dateren de oudste vondsten uit de 10e eeuw. De zogenaamde Vikingwal dateert eveneens uit de late 10e eeuw. Haithabu werd na een complete verwoesting verlaten in 1066. De in Haithabu gevonden "Schalenlampen" dateren uit de 10e eeuw. De "vuurkorven" op Gotland gevonden, dateren uit rond 1000. (Informatie van het 'Wikinger Museum Haithabu').
De haven van Haithabu, waar resten van kades gevonden zijn, dateert uit eind 9e eeuw. De oudste resten van deze kaden dateren volgens informatie van datzelfde museum uit 865, de jongste uit 1010.

Dat betekent dat het Deens/Duitse Haithabu geen handelspartner van Wijk bij Duurstede (z.g. Dorestad in Nederland) geweest kan zijn. Dorestad in Nederland werd immers -volgens eigen opgave- in 863 volledig verwoest. En in 863 was er nog geen haven in Haithabu, laat staan dat er al een omvangrijke overzeese handel bestond, die teruggaat tot in de 7e eeuw.

Ook in andere Deense steden waar men de traditie van de Vikingen meent terug te vinden, blijkt de archeologie niet verder terug te gaan dan tot in de 10e eeuw. Slechts aan de hand van Franse teksten meent men de geschiedenis verder terug te kunnen laten gaan. De in ärhus gevonden wal van een Vikingburcht is uit begin van de 10e eeuw. De eerste zendingskerk in Nygade met als patroon St.Nicolaas, heeft als stichtingsdatum de 11e eeuw. Ribe, de oudste stad van Denemarken, zou in begin 8e eeuw gesticht zijn. De oudste schriftelijke vermeldingen zijn uit 854 en 860 (in Franse bronnen.) die gaan over St.Ansgarius die onmiskenbaar thuishoort in Frankrijk. De archeologie bevestigt deze vroege vermelding niet, daar deze maar teruggaat tot 948. In Viborg zou een Viking nederzetting bestaan hebben uit de late 8e eeuw. De tijdbalk van Viborg gaat van deze eerste vermelding ineens over naar het jaar 1000 waar dezelfde nederzetting nog eens wordt vermeld. Daar zit dus 2 eeuwen 'niets' tussen. In 1018 wordt Knud de Stoere vermeld, in 1027 wordt er het eerste Deense koninkrijk van Harald Bluetooth gesticht. In 1072 wordt Adam van Bremen vermeld, wat de hele tijdslijn van Viborg zeer verdacht maakt. Immers Adam van Bremen kan men verantwoordelijk houden voor de hele mystificatie in Noord-Duitsland en Scandinavië. De kathedraal van Viborg gaat in elk geval niet verder terug dan tot 1130. Svendsborg, een andere bekende Vikingplaats treedt pas in 1229 voor het eerst de geschiedenis binnen.

Het algehele beeld van de aanwezigheid van de Vikingen in Denemarken is wel duidelijk. Die aanwezigheid begint feitelijk pas nadat ze in West-Europa en met name in Frankrijk uitgeraasd zijn. Zou het dan toch niet zo kunnen zijn dat ook de Vikingen in Denemarken een product van migratie vanuit het zuiden zijn? De "deplacements historiques" heeft zich ook hier voltrokken, met alle verwarrende problemen -vergelijkbaar met die van de Friezen in Nederland- tot gevolg.

De oudste archeologische aanwijzingen over het Christendom dat er door St.Anscharius zou zijn gebracht vindt men in geheel Scandinavië pas aan het eind van de 10e eeuw. Het ontbreken van waskaarsen bijv. in gebruik bij de eredienst, bevestigd dat voor de 10e eeuw nog geen enkele Christelijke traditie bestond in Scandinavië. In de graven in Birka en op Gotland (Zweden) zijn van voor de 10e eeuw geen vondsten daaromtrent bekend. Daarmee wordt tevens aangetoond dat de teksten over St.Anscharius geen betrekking op Scandinavië hadden en dat hij er dus nooit gepredikt of bekeerd heeft. De verplaatsing van St.Anskarius vanuit Frankrijk naar Zweden en Denemarken valt in dezelfde categorie als de verplaatsingen van St.Willibrord en St.Bonifatius naar het noorden en diverse overige "deplacements historiques" van zuid naar noord.

Uit de beschrijving van Al-Tartushi (een wereldreiziger uit de 10e eeuw) die ter plekke een bezoek bracht, blijkt dat (het Deense) Haithabu een armoedige plaats was. "De bewoners hebben weinig bezittingen en al helemaal geen rijkdom. Baby's werden in zee geworpen omdat men er niet voor kon zorgen en er een voedseltekort was". Enkele opvallende zaken die Al-Tartushi beschrijft waren, dat "het recht om te scheiden toekwam aan de vrouwen. Kunstig opgemaakte ogen komen zowel bij vrouwen als bij mannen voor, wat er voor moeten zorgen dat hun schoonheid nooit verdwijnt. Nooit hoorde ik een afgrijselijker zingen dan bij deze mensen. Het gorgelend geluid komt uit hun kelen en lijkt op het grommen van een hond, al is dat nog beestachtiger".

De plaats Hedeby werd in 1050 verwoest tijdens een conflict van koning Sweijn II van Denemarken met de Noorse koning Harald Hardrada. Hij stak de plaats in brand door er verschillende brandende schepen op de haven af te laten varen. De resten van die schepen zijn in het water op de kust van de Schlei gevonden. (Opmerking: Het waren dus allerminst Vikingschepen.)
Na de verwoesting van Haithabu door de Noren plunderden de Slavs de plaats en verwoestten deze in 1066. De bewoners vluchtten en verlieten Haithaby voorgoed.

Haithabu in Denemarken kan dus nooit de rijke handelsstad geweest zijn, waarmee Dorestad in de 9e eeuw handel dreef. In de 9e eeuw bestond het Deense Haithabu nog niet, bovendien was het een armoedige stad, waar geen enkele rijkdom of handel te vinden was. Precies zoals de opgegraven nederzetting in Wijk bij Duurstede laat zien, al probeert men dat met die ene beschadigde -dus hergebruikte- broche te verbloemen. Haithabu werd vergeten en pas in 1900 meende men de plaats teruggevonden te hebben en pas toen kreeg het door de onjuiste beschrijvingen van Adam van Bremen de naam Haithabu opgeplakt. Ook in Haithabu zijn verschillende bewoningssporen in de moerassige bodem bewaard gebleven. In 1959 vond men er een wrak van een "Vikingschip". Echter dit schip stamt uit de 13e eeuw en wordt in het Wikinger Museum een schip "type Viking" genoemd. Precies hetzelfde zien we bij Wijk bij Duurstede, waar bewoningsresten in de drassige bodem bewaard zijn gebleven en dat na 8 eeuwen in de 19e eeuw pas de naam Dorestad opgeplakt kreeg. Die drassige bodem is overigens een onbetwist bewijs van de transgressies.

Birka, volgens de traditionele opvatting.
Birka lag op het eilandje Bjórkó in het midden van het Mälarmeer ten westen van Stockholm en was de belangrijkste handelsplaats van de Vikingen en werd volgens de traditie gesticht rond 800 door een Vikingkoning. Op Adelsó was het paleis van de koning en van daaruit werd de handelsplaats op Bjórkó beschermd. Ongeveer 200 jaar lang was Birka een handelsplaats voor geheel Noord-Europa. Arabisch zilver, parels uit Oost-Europa en Rusland, ijzer uit Bergslagen en vellen en pelsen uit het noorden werden hier verhandeld. De plaats wordt als de eerste echte stad in de geschiedenis van Zweden beschouwd.
Er zijn schriftelijke bronnen, die vertellen dat de monnik Ansgarius (Anscharius) in het jaar 830 naar Birka kwam, om het christendom te verbreiden. Hij was 1½ jaar in Birka, en enige inwoners lieten zich dopen, maar Birka werd nooit een christelijke stad. De opgravingen wijzen op een samenleving met een sterke hiërarchie en grote klassenverschil. De stad had in zijn bloeitijd ongeveer 700 tot 1000 inwoners. Een latere poging tot Christianisatie in 852 was nog minder succesvol. In de tweede helft van de 10e eeuw werd Birka verlaten. De redenen zijn onduidelijk, maar men vermoedt, dat aan de ene kant de Scandinavische landstijging het scheepvaartverkeer bemoeilijkte, en aan de andere kant de door Erik Segersäll in 970 gestichte stad Sigtuna de rol van Birka als handelsplaats heeft overgenomen omdat Birka hiervoor niet de goede ligging had.

Stel nu even dat.....
Stel nu even dat Haithabu en Birka de bekende plaatsen in Denemarken en Zweden zijn geweest. Dan doen zich de volgende ongerijmdheden voor:
  • beide plaatsen zijn door de eigen bevolking geplunderd. Welk volk plundert zijn eigen steden? De Noormannen kwamen immers (volgens de traditie) uit Denemarken en Zweden en gingen niet náár Denemarken en Zweden om te plunderen.
  • beide steden ontstonden pas in de 10e eeuw (zie hiervoor) en kunnen dus onmogelijk door de Noormannen geplunderd zijn in de 8e en 9e eeuw.
  • Haithabu was volgens Al-Tartushi een armoedige plaats, zeker geen rijke handelsstad waarmee het Nederlandse Dorestad handel gedreven zou hebben. Wat er door de Noormannen te plunderen viel is dan een niet langer een relevante vraag. Van rijke handel is in de archeologie van Haithabu niets gebleken.
  • De oppervlakte van Haithabu maakt tevens duidelijk dat het niet om een grote en belangrijke stad gaat, eerder om een dorpje. Bij een doorsnede van 600 meter omsluit de aarden wal een gebied van ongeveer 25 ha. ofwel de oppervlakte van een klein dorp en kunnen we niet spreken van veel woningen of boerderijen, laat staan een omvangrijke bevolking.
  • Het feit dat Katla door haar moeder naar Dorestad gestuurd werd om bezittingen uit te delen aan de kerken, priesters, geestelijken en armen "want in hun plaats waren er geen" geeft al aan dat Birka een arme nederzetting was. Er waren immers geen kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders, noch bedelaars. Dat hiermee een aloude historische en handelsband tussen beide steden wordt 'aangetoond', is een volgende tradionele fabel.
  • Het Deens/Duitse Haithabu lag op een onmogelijke plaats om een belangrijke handelsplaats te kunnen zijn geweest. Het lag ver landinwaarts aan een kronkelige en moeilijk bevaarbare kreek in een moeras- en waddengebied. Ook Birka lag op een handels onvriendelijke plaats, op een eiland in een groot meer, dat slechts door een enkele nauwe en kronkelige vaarweg te bereiken was. Hetzelfde geldt overigens ook voor Wijk bij Duurstede, dat slechts te bereiken was door een moerassig en gevaarlijk vaargebied (als er al gevaren kon worden.) Het was, naaste een prima vissersplaats, overigens ook een prima schuilplaats voor rovers en plunderaars: Munna.
  • Volgens de traditie lag Haithabu aan de doorgaande weg tussen Hamburg en Viborg op Jutland. Van Hamburg staat archeologisch volkomen vast dat er in de 9e eeuw geen enkele bewoning bestond. In Viborg gaan de aantoonbare bronnen niet verder terug dan 1065, dus de 11e eeuw. (Informatie: Viborg Turistbureau).
  • De Deens/Duitse nederzetting Hedeby die zeker bestaan heeft, kan niet de bekende handelsplaats Haithabu geweest zijn. Het authentieke en uit de teksten bekende Haithabu lag in Noord-Frankrijk, op de plaats waar later inderdaad een grote haven ontstaan is, die van Calais. Het klassieke Haithabu lag niet ver van Audruicq, het echte Dorestad.
  • Het Deens/Duitse Haithabu is aantoonbaar een doublure, net als Bremen, Hamburg, Maagdenburg en nog meer dan 2000 andere plaats-, streek- en riviernamen dat zijn.
  • De mythe van het Deense/Duitse Haithabu met de prediking van St.Anscharius mag op het conto van Abraham van Bremen geschreven worden, die aantoonbaar met teksten heeft geknoeid (zie hiervoor).
  • St.Anscharius woonde en werkte in Noord-west Frankrijk. Hij was Fransman van geboorte en werd monnik in het klooster van Corbie (Somme) en niet van het Duitse Corvey. Slechts door de 'vervalste' teksten van Adam van Bremen is hij in Noord-Duitsland en Zweden terecht gekomen. De jaartallen uit de kroniek van St.Anscharius waren de data die geleid hebben tot de datering van enkele archeologische vondsten in Birka. En dan is de link met Dorestad gauw gelegd. St.Anscharius hoort thuis in Brêmes en Hammaburg in Noord-Frankrijk en niet in Bremen en Hamburg in Noord-Duitsland. De historici hebben zich ook bij de plaatsbepaling van Anscharius door de doublures laten misleiden. In Vlaanderen bestaat een omvangrijke verering van deze "apostel van Noord-Duitsland". Hoe dat kan heeft alles te maken met de "deplacements historiques".

    Tussen het begrip Noormannen en Vikingen blijkt sprake van een groot misverstand. De Noormannen plunderden in de 9e eeuw. De Vikingen trokken erop uit in het begin van de 11e eeuw. Daar zit ruim 150 jaar tussen. Het is alsof je de invallen van de Fransen in ons land in 1795 gelijk stelt aan die van de Duitsers in 1940. Toen ging het ook over twee verschillende bevolkingsgroepen, net als dat bij de Noormannen en Vikingen het geval is. In geen enkele oude kroniek wordt de naam Vikingen gebruikt. Er is steeds sprake van Northmanni (en andere schrijfwijzen) en Dania (en vergelijkbare schrijfwijzen). Beide namen zijn getransplanteerd en verkeerd toegepast om zowel Noorwegen als Denemarken hun naam te geven. De Noormannen en Vikingen hebben in elk geval de geschiedenis van Europa danig in de war geschopt.
    De aangeboden excuses van Denemarken voor de plunderingen in West-Europa in het verleden waren onterecht en berusten op een groot misverstand. Niet de Denen hebben toen geplunderd, maar de Northimannen die van de overkant van Het Kanaal kwamen.

    Lees het boek "De Ware Kijk Op" en oordeel zelf.