Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |
De taalgrens in midden België bewijst het gelijk van Albert Delahaye onmiskenbaar. Lees ook meer over het Diets, dat juist de taal van de taalgrens was. Degene die meer willen weten over de taalgrens verwijs ik graag naar deel 4 'Aan beide zijden van de taalgrens' uit de serie Herten in 't Woud. Daarin vindt U veel informatie over de familie Delahaye die de taalgrens aan den lijve heeft ondervonden. Daarin leest U ook waarom de taalgrens nog steeds op dezelfde plaats ligt en zal blijven liggen. Juist in dit gebied (zie kaartje hiernaast) dienen alle gegevens uit de boeken van Albert Delahaye geplaatst te worden. Dáár, waar je de overkant kunt zien, lag de gebruikelijke oversteekplaats naar Brittannia. Dáár in Wissant (Witsant) is Julius Caesar overgestoken naar Brittannia (en niet vanuit de Betuwe) en dáár in Gravelines (Grevelingen) kwam St.Willibrord aan op het vasteland (en niet in Katwijk). Dáár woonden de Fresones (en niet in Friesland) en lag de Litus Saxonia en verbleven de Saksen (en niet in Noord-Duitsland). Over het ontstaan van de taalgrens bestaan verschillende theoriën. De taalgrens was de scheiding tussen het Romaanse en het Germaanse taalgebied. En een taal wordt gesproken door volkeren, dus de taalgrens was tevens de scheiding tussen Romaanse en Germaanse volkeren. Tacitus noemt volkeren die op de grens van Gallia en Germania wonen en plaatst daar de Bataven. De taalgrens bestond dus in de tijd van Tacitus (in de eerste eeuw) en is geen gevolg van invallende Germanen. Griekse schrijvers noemen de "taalgrens" al in de eeuwen vóór onze jaartelling. De taalgrens geeft haarscherp aan waar volkeren als de Chamaven, de Chaucen, de Angrivarii, de Suevi en de Bataven geplaatst moeten worden. |
De alles bepalende TAALGRENS spreekt de Nederlandse tradities faliekant tegen. De taalgrens begint in de streek "waar je de overkant kunt zien", daar waar men overstak naar Brittannia of naar het vasteland, waar het land van de Bataven lag rondom de naar hen genoemde hoofdstad Béthune en precies dáár waar nu de Kanaaltunnelligt. Hier komt alles samen dat aan de Nederlandse tradionele geschiedenis definitief een einde maakt.
![]() ![]() Gallia lag tot waar Germania begon en dat was aan de taalgrens. Ten noorden van Gallia en van de taalgrens lagen Germania Inferior en Germania Superior. De taalgrens is de scheiding tussen het Romaanse taalgebied en het Germaanse taalgebied. Tot de Romaanse talen behoorde het Latijn en behoren nu onder meer het Frans, Italiaans en Spaans. Tot de Germaanse talen behoren ondermeer het Nederlands, Duits en Engels, maar ook het Fries (!). De Rijn is nooit de scheiding geweest tussen het Germaanse en Romaanse taalgebied. De taalgrens heeft nooit dwars door Nederland langs de Rijn gelopen, wat de opvattingen van Albert Delahaye bevestigt.
De traditionele opvatting is dat de taalgrens ontstond in de 4e eeuw tijdens de ondergang van het West-Romeinse Rijk en het resultaat was van de binnendringende Germaanse volkeren, waaronder de Franken. Geleidelijk namen deze de Noord-Gallische streken in. De Franken bezetten behalve de verlaten grensstreken tenslotte ook geheel Gallië met haar relatief grote bevolking. Ze zijn ten slotte opgegaan in de Gallo-Romeinse bevolking. Behalve in België is de taalgrens ook te zien in andere vroegere grensgebieden van het Romeinse Rijk zoals in Zwitserland en de grens tussen Frankrijk en Duitsland. Overal is de taalgrens ter plaatse van de vroegere Romeinse rijksgrens komen te liggen en beneden deze taalgrens spreekt men nog steeds de van het Latijn afgeleide Romaanse talen. ![]() Bekijk onderstaande kaart van de "Verspreiding van Romeinse Villa's in België" . Het blijkt dat van de ruim 300 villa's er slechts een 30 boven de taalgrens liggen. Dat is nog geen 10%. Het gebied boven de taalgrens in België sluit feilloos aan bij de situatie in Nederland waarin slechts een 25-tal villa's teruggevonden zijn. Ook het voorkomen van Romeinse villa's in België (voornamelijk ten zuiden van de taalgrens: op de kaart hierboven de rode lijn) bevestigt het gelijk van Albert Delahaye op een onmiskenbare en niet te weerleggen wijze. |