Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.

Transgressies 2.

De kusten van west Europa werden in het recente verleden overspoeld door omvangrijke en langdurige overstromingen, transgressies genoemd, gevolgd door perioden van zeespiegeldaling, regressies genoemd.

Wonen op hoogten: het terpenlandschap van Middag-Humsterland. Dit artikel van Meindert Schroor is wel duidelijk: vrijwel nergens in ons land, met het Zuid-Limburgse lösslandschap als mogelijke uitzondering, is immers een nagenoeg continue bewoning van circa 2500 jaar aanwijsbaar. Het Fries-Groningse terpenlandschap telt circa 1750 aangetoonde terpen en wierden. Het terpenlandschap dankt zijn ontstaan vooral aan de zee. De bewoningsproblemen zijn vooral terug te voeren op een voortdurende strijd tegen overstromingen. Vanaf de Romeinse tijd tot aan de Karolingische tijd (circa 750-1000 AD) zal de landschappelijke ontwikkeling van Middag-Humsterland in hoofdlijnen gelijk zijn geweest aan die van het terpenlandschap rondom Tzum. Afgezien van de Duinkerke IIIa-transgressie (800-1000 AD) is niet geheel duidelijk waarom juist vanuit het Lauwersgebied grote inbraken plaats vonden. De bewoners van Middag-Humsterland begonnen in de 12de eeuw met het leggen van een ringdijk om hun respectievelijke teritoria.
In het gebied was vanaf sedert 1192 de Cisterciënzer abdij Aduard de grootste moniale grondbezitter op het grondgebied van het latere Nederland gevestigd. Van de Cisterciënzers of Bernardijnen is bekend dat ze zich bezig hielden met waterstaatkundige verbeteringen.
Bron: Historisch Geografisch tijdschrift 98.3, 1998.
Als de dijken breken. Niet alleen een moderne dramaserie, maar ook een historisch drama.

Als de dijken breken is een TV-serie over een hedendaagse watersnoodramp in Nederland en delen van Vlaanderen. Als de dijken breken komt meer dan de helft van Nederland en Vlaanderen onder water te liggen.

Ook in de TV-serie over "Onzichtbaar Nederland" wordt hetzelfde gesteld. Nederland was lang onbewoonbaar voordat de afwatering geregeld was en niet alleen in laag Nederland. De dreiging kwam eerst vanuit zee, later ook vanuit de rivieren en de laatste tijd ook nog vanuit de hemel. Onze delta is geen veilige plek om te wonen en te werken, maar we doen het wel. (Bron: Onzichtbaar Nederland, aflevering 4).

Er zijn nog steeds historici die de transgressies blijven ontkennen, die zich in het eerste millenium voordeden, slechts om hun eigen ongelijk over de geschiedenis te verbloemen. Overstroomd Nederland was gewoon een feit en overstroomd Nederland was onbewoonbaar.




Het gelijk van Albert Delahaye in Vlaanderen(klik op het kaartje voor details).
De blauw gekleurde gebieden zijn tijdens transgressies langdurig overstroomd. Tot de gele lijn zelfs bij +2 tot +5 meter.
Hoogteverschillen tot wel 8 meter tussen eb en vloed zijn in deze "trechter van de Noordzee" heel gewoon.

'La tradition d'un immense raz de marée au VI s . est maintenant admise comme un fait certain. De nombreuses agglomérations y furent définitivement rayées de la carte". Vertaling: de traditie van een geweldige overstroming door de zee in de 6e eeuw, wordt tegenwoordig als een zekerheid beschouwd. Talrijke nederzettingen zijn toen definitief van de kaart geveegd. (Bron: Francois Fayard, p.44)

De voornaamste recente transgressies, die onze kustvlakte danig beënvloed hebben, zijn de zogenaamde Duinkerke-transgressies. Zo spreekt men van:

1. de Duinkerke I-transgressie (2de eeuw v. Chr. tot 1ste eeuw na Chr.),
2. de Duinkerke II-transgressie (3de tot 9de eeuw),
3. de Duinkerke III-transgressie (11de eeuw).

Deze Duinkerke transgressies zijn in Noord-Frankrijk volledig onderzocht, vandaar de naam, maar hadden natuurlijk ook invloed op de kusten van België, Nederland, Duitsland, Denemarken en Engeland. Na de Duinkerke III-transgressie zorgden de infrastructuurwerken (dijken, grachten, gemalen, sluizen) ervoor dat het polderlandschap tegen verdere overstromingen gevrijwaard bleef. De abdij- en polderhoeven zorgden voor de ontwatering en legden zich toe op de verdere agrarische ontwikkeling van de streek. Algemeen bekend en erkend is dat de dijkenbouw in Nederland pas vanaf de 11e eeuw tot stand is gekomen. Ook andere onderzoekers zoals W.H.Zagwijn en F.D.Zeiler (Tussen Schie en Gouwe, 1998) bevestigen in hun geschriften dat de eerste betrouwbare berichten over dijkenbouw pas uit de 11de eeuw stammen. Tot die tijd was het laagveengebied van Nederland gewoon onbewoonbaar.

Veel historici zagen in de dijkenbouw ook de reden van het ontstaan van bewoning en van steden in Nederland. Onbegrijpelijk blijft het dan dat men op 'hoogtepunten' van de overstromingen historische gebeurtenissen laat plaatsvinden op plaatsen die dan onder water liggen. Te denken valt hierbij aan de activiteiten van St.Willibrord en St.Bonifatius, de plunderingen van de Noormannen en de meer dan 1600 in vele teksten genoemde plaatsnamen, die onmogelijk in overstroomd Nederland kunnen hebben bestaan. Juist in de transgressieperioden zouden plaatsen bestaan hebben zoals Dorestad te Wijk bij Duurstede, Thilia te Tiel, Daventria te Deventer, Amuthon te Muiden, Lisiduna te Leusden, Husiduna te Huisduinen, Lote te Leut, Medemolaca te Medemblik, Struona te Stroe op Wieringen en Scoronlo te Schoorl (allemaal volgens prof.dr.D.P.Blok in zijn boek "De Franken in Nederland"). De overige ruim 1600 plaatsen uit de vele oorkonden weet Blok niet te plaatsen in Nederland.

De overstromingen
Figuur hiernaast uit artikel van D.Parlevliet "de Rijnmond verstopt" (Historisch Tijdschrift Holland, 2001). De waterhoogten ten opzichte van het veronderstelde zeeniveau van 1100, dus tot wel +3½ meter.

Voordat de Rijnmond dichtslibde, stroomde de zee nog één keer naar binnen en zette een deel van het Rijnland onder water. Dit wordt de Duinkerke III transgressiefase genoemd, waarbij gemiddeld een halve meter klei in de lage gebieden werd neergelegd. Tot vijf kilometer van de rivier liep het land tussen Wassenaar en Noordwijk onder water, maar de woonplaatsen op de hogere oude strandwallen bleven droog. De nederzettingen direct langs de Rijn werden wel bedreigd, het effect was tot Koudekerk merkbaar. Het is vreemd dat van deze ingrijpende gebeurtenis in het hart van Holland geen enkel bericht is nagelaten. Zou het kunnen zijn dat er geen geschreven berichten zijn nagelaten omdat er niemand woonde? Ook archeologisch is er weinig van gevonden, zodat een datering moeilijk te geven is. In de klei van deze overstroming werd in Warmond een wadschelp gevonden, die daar moet hebben geleefd. Hieruit concludeert men dat de overstromingen zeker een tiental jaren hebben geduurd. In Leiden is één 12e-eeuwse scherf Pingsdorf aardewerk gevonden en bij Warmond een zeer waarschijnlijk 12e-eeuwse scherf zogenaamd 'Andenne ' aardewerk, onder in de dichtgeslibde Oude Vliet. Als we met deze aanwijzingen uitgaan van een 12e-eeuwse datering, kan vervolgens worden nagegaan wanneer in deze eeuw zo'n overstroming mogelijk was.
Vroeger werd verondersteld dat de overstroming veroorzaakt werd door een snel ging van het zeeniveau of een groter aantal stormen. Tegenwoordig legt men de oorzaak bij een bodemdaling door inklinken van vooral het veen in de ontginningen of doordat er geen regelmatige overstromingen meer plaatsvonden, waardoor de zee geen zand meer aanvoerde en de bodem niet met het zeeniveau meesteeg. Het effect van inklinken zal rond de Rijnmond echter niet sterk zijn. Er is daar vrijwel geen veen maar vooral oude klei, die sterk ontwaterd is, zoals voor inklinken nodig is. Waarschijnlijker is de oorzaak het niet meestijgen van de grond met het door de eeuwen heen stijgende zeeniveau. Dus toch transgressies! Hoe komt aardewerk anders onder een dikke laag klei?

Wat uit de Duinkerke transgressies duidelijk blijkt is dat de Romeinse occupatie van Nederland samenviel met de regressie-periode tussen Duinkerke I en II.

Zie afbeelding: de hoogtekaart van Nederland!

Bestel en lees het boek "De Ware Kijk Op" en oordeel zelf.