Terug naar de lijst Naar het overzicht in het kort.

Grinnibus = Rossum Grincourt-lès-Pas

In 1628 was men nog van mening dat Rhenen het klassieke Grinnibus was. Een opvatting die soms nog steeds wordt gehanteerd, o.a. in de gemeente Rhenen.

Rhenen kan nooit het Romeinse Grinnes zijn geweest, aangezien het ten noorden van de Rijn lag, dus buiten het Romeinse Rijk. Het Romeinse Grinnes lag op de Peutingerkaart aan de onderste weg in de Patavia en wordt traditioneel als Rossum beschouwd. Daarover bestaat overigens geen eenduidige opvatting.

Van de nederzetting bij Rossum is te weinig bekend om het karakter ook maar bij benadering aan te kunnen duiden (Van Es, o.c. p.131). Het uitsluitend militaire karakter van Rossum is eigenlijk niet bewezen (Van Es, o.c. p.232).


Rossum voor Grinnes komt niet overeen met de Peutingerkaart. Het ligt niet in de Betuwe, maar aan de overkant van de Waal en heet op de Peutingerkaart Grinnibus. Overigens is het bestaan van Rossum in de 4e eeuw (toen de Peutingerkaart ontstond en de Romeinen Nederland allang verlaten hadden) nooit aangetoond (Van Es, o.c. p.127).

Ook hier dus weer vier aanwijzingen dat de Peutingerkaart niet over Nederland gaat.

In Nederland heeft men meerdere locaties voor Grinnes. Meestal houdt men het op Rossum, echter die determinatie is slechts gebaseerd op de vondst van enkele munten.

De "eertijds door de Waal blootgewoelde" Romeinse overblijfselen zijn daarna geheel "opgeruimd" door de Waal (Byvanck, o.c. p.383).

Het is frappant wat W.A. van Es over Rossum schrijft in 'Romeinen, Friezen en Franken in het hart van Nederland' (1996): "De vestiging van de Bataven in het Nederlandse rivierengebied is wel haast zeker terug te voeren op Romeinse planning. Hetzelfde geldt voor andere stammen: misschien voor de Cananefaten en in ieder geval voor de Ubii, die in 38 v.Chr. de streek waar Keulen zou ontstaan, kregen toegewezen. De plaats die de Bataven werd aangewezen, lijkt in de omgeving van het huidige Rossum te hebben gelegen. Het was een strategisch belangrijke plaats, waar Maas en Waal tezamen vloeiden en van waaruit men het oostelijk rivierengebied kon beheersen. Later lag hier een Romeins fort en het is niet uitgesloten dat ook de eerste Bataafse nederzetting of nederzettingen op Nederlandse bodem al een min of meer militair karakter bezaten. Het gaat in deze visie om de stichting - op Romeins initiatief - van een (semi-)militair centrum bemand door een van elders aangetrokken bevolkingsgroep, die haar lot aan dat van het Romeinse rijk verbonden had. Overigens blijft de positie die de Bataven in hun nieuwe thuisland innamen, schimmig. Hun aantal was ongetwijfeld veel te klein om terstond het gehele oostelijke rivierengebied daadwerkelijk te beheersen. Waarschijnlijk hebben zij daar, met de steun van hun Romeinse vrienden in de rug, wel naar gestreefd. Wat daarop zou kunnen wijzen is de verspreiding van een bepaald soort 'Keltische' munten, de zilveren munten van het zogenaamde triquetrum-type, die door de Bataven zelf zouden zijn geslagen. Deze zijn tot nu toe alleen in de wijdere omgeving van Rossum aangetroffen. In dit verschijnsel weerspiegelen zich wellicht de relaties die de nieuwkomers aanknoopten met de autochtone bevolking. Dat dit asymmetrische relaties waren met de Bataven in een overheersende positie, is mogelijk, maar het is nog niet bewezen.
De Bataafse invloedssfeer lijkt aanvankelijk tot een klein deel van de Betuwe en de Maaskant beperkt te zijn gebleven. De gedachte dat de Bataven een verlaten gebied, de Betuwe en het Brabantse achterland, met hun aanwezigheid vulden, vindt thans geen bijval meer. Insula Batavorum, het Eiland der Bataven, dat op zijn minst het gehele oostelijke rivierengebied omvatte, is een later Romeins begrip".


Zet dit even naast wat Van Es in 1981 schrijft in zijn boek 'De Romeinen in Nederland': "Rossum aan de Waal heeft nogal wat laat-Romeinse munten opgeleverd. Dit leidt tot de veronderstelling dat hier in de 4de eeuw nog werd gewoond, maar niet noodzakelijkerwijs tot de conclusie dat die nederzetting een militaire, laat staan een castellum was" En zelfs al lag er een castellum bij Rossum, dan nog is er geen noodzaak aan te nemen dat dit een schakel was in een gesloten keten van forten langs de Waal of de Maas. Een eventueel laat-Romeins fort Rossum zou de vroegere functie kunnen hebben behouden: versterking van het beginpunt van een invalsweg naar het achterland. Bovendien, zelfs al zou men een Waal-limes willen aannemen, dan blijft nog de vraag wanneer langdurig in of bij de oude militaire vestingen gewoond is. Maar door wie, dat is de vraag. (p.127). Op p.232 wordt dit betoog vervolgd met: In het middenstuk van het rivierengebied, dat ongetwijfeld deel van de civitas van de Bataven uitmaakte, zou er theoretisch voor een regionaal subcentrum plaats zijn, maar het is (nog) niet gevonden. Het meest in aanmerking komt wellicht Rossum, waarvan het uitsluitend militaire karakter toch eigenlijk niet bewezen is.

Je moet je hier dus bij voorstellen dat de Romeinen vanuit een nog niet door hen bezet gebied (midden-Duitsland), volkstammen naar een ander deel van een nog niet door hen bezet gebied (midden Nederland) dirigeerden. Het opzettelijk verplaatsen van volkstammen deden de Romeinen niet. Wel het verdrijven van stammen of ze uitmoorden als ze te lastig werden. Volgens Van Es werden de Bataven in Rossum geplaatst omdat daar enkele Keltische munten zijn gevonden. Waren de Bataven vrienden van de Romeinen? Waarvan dan hun opstand? Waren ze Kelten? Van een castellum of een Romeins fort is in Rossum nooit iets gevonden! Rossum zou Grinnibus van de Peutingerkaart zijn geweest. Rossum ligt niet in de Betuwe (dat toch de Patavia was?) en ligt ten zuiden van de Maas (die ook niet op de Peutingerkaart staat. De Patabus was toch de Waal?).

De visie van Albert Delahaye.
Grinnibus is Grincourt-lès-Pas, gelegen op 11 km. noordoost van Doullens. Grinnibus lag op 30 mijl (is 67 km) van Tablis, het unieke Tablis, dat slechts in enkelvoud bestaat en Etaples is. Tablis is, op een schuchtere poging van Byvanck na die er het niet meer bestaande Duble van maakte, nooit in Nederland gelocaliseerd.


De Nederlandse traditie.
In de Nederlandse traditie heeft men Grinnibus met geen enkele zekerheid kunnen identificeren, Het blijkt daaruit dat bijna elke historicus er andere locatie geeft omdat men zich blijkbaar niet kan vinden in de locatie van een ander. Buchelius (1565-1641) noemt in zijn "Commentarius rerum quotidianarum" (Commentaar op dagelijkse zaken) Rhenen als zijnde Grinnes of Grinnibus Latere interpretaties zijn: Grinnibus is Rossum (Bogaers), Grinnibus is Kerk-Avezaath (Jager), Grinnibus is Oss (Bruijnesteijn), Grinnibus is Hoogeloon (Rozemeijer), Grinnibus lag bij Gorinchem (Byvanck) of Grinnes was mogelijk toch Rhenen (H.Blankenberg). Met zo'n determinatie vervalt elke Nederlandse zekerheid. Die is er dan ook niet. Het is niet eens zeker of er in Rossum ooit een castellum heeft gelegen. Opgravingen bevestigen dit allerminst.

En een weg van Rossum naar de nabijgelegen forten bij Utrecht of Vechten, die er dan wel gelegen moet hebben, is nooit iets van aangetoond. Net zo min van een weg van Rossum over Brabant naar Tongeren die wel verondersteld wordt, maar onvindbaar is.

De mythe versterkt.....
Op de kerk van Rossum wordt op een plakette de mythe versterkt met de mededeling dat Julius Caesar daar gevochten heeft tegen de Germanen. Kwamen die dan uit het zuiden? Van de aanwezigheid van Julius Caesar in België is al nooit iets gebleken, laat staan dat hij vanuit Amiens waar hij verbleef, België over zou slaan en plots in Nederland in Rossum aan de Waal te verschijnen.
Dit verhaal is door prof.Nico Roymans in het leven geroepen, dat geheel berust op ondeskundig gefantaseer. Onbegrijpelijk dat men deze professor blijft geloven in zijn fantasierijke dromen alsof het historische wetenschap zou zijn. Zie bij Julius Caesar was toch in Nederland?

Van Es noemt Rossum waarschijnlijk een belangrijk knooppunt van wegen. Echter van de meeste van deze wegen is nog geen centimeter teruggevonden. (Van Es, o.c. p. 106). Vanaf 70 n.Chr. heeft in Rossum naar alle waarschijnlijkheid een militaire nederzetting gelegen. Naar de vorm kan men slechts gissen.. De muntvondsten vormen een aanwijzing dat de (militaire) bewoning hier al eerder, in de eerste helft van de eerste eeuw, begon (Van Es, o.c. p. 110). Er is in Rossum ook een laat-Romeinse nederzetting verondersteld. Bij Rossum is zelfs de militaire functie nog voor discussie vatbaar (Van Es, o.c. p. 122). Rossum heeft nogal wat laat-Romeinse munten opgeleverd. Dit leidt tot de veronderstelling dat hier in de 4e eeuw nog werd gewoond, maar niet noodzakelijkerwijs tot de conclusie dat die nederzetting een militaire, laat staan een castellum was. En zelfs al lag er een castellum bij Rossum, dan nog is er geen noodzaak aan te nemen dat dit een schakel was in een gesloten keten van forten langs de Waal of Maas. (Van Es, o.c. p. 127)

Bij Rossum heeft een belangrijke Romeinse nederzetting gelegen. Waarschijnlijk heeft er een Romeinse weg gelopen in de richting van Rossum. (Byvanck, o.c. p. 353 e.v.). Byvanck kwam op de locatie Rossum aangezien hij daar de samenvloeiing van Maas en Waal plaatst, genoemd in de Opstand van de Bataven. Dat deze determinatie niet klopt mag blijken uit het voorgaande en het vervolg van dit verhaal. Arenacum en Vada, genoemd in direct verband met Grinnes, zijn in Nederland nooit geïdentificeerd. Byvanck komt er feitelijk niet uit en merkt op dat "Wanneer men aanneemt dat te Rossum de plaats Grinnes lag, zoals men gewoonlijk denkt, dan zou men de gegevens van de Peutingerkaart als volgt moeten verbeteren: Caspingio -XII - Grinnibus - XVIII - Noviomagi (Byvanck, o.c. p. 389). Ofwel slechts door de gegevens van de Peutingerkaart te veranderen komt hij er een beetje uit. Het is een overduidelijke aanwijzing dat de Peutingerkaart geen betrekking op Nederland heeft.

Bechert schrijft dat de identificatie van Rossum als Grinnes veel waarschijnlijker is (dan Empel, red.) en steunt op de vermoedelijke weg die langs de zuidoever van de Waal gelopen moet hebben. In de uiterwaarden zijn vondsten gedaan van talrijke bouwfragmenten, dakpannen met militaire stempel, aardewerk en munten. Die wijzen erop dat in Rossum een castellum lag. In Rossum moet ook een 4e eeuwse versterking, mogelijk een burgus, gelegen hebben. Het was een plek van groot strategisch belang, omdat hier Maas en Waal zeer dicht bij elkaar komen en vermoedelijk op deze plaats een weg vanuit Tongeren het limesgebied bereikte (Bechert, o.c. p. 72).
De te Rossum tot nu toe aangetroffen sporen en vondsten laten nog geen definitieve conclusies toe (Bechert, o.c. p.27).

Tenslotte maken we nog melding van een mogelijke militaire nederzetting bij Rossum (Grinnibus). (Bron: R.Borman)
Meer meldt R.Borman niet over Rossum. Ofwel er is niets gevonden, er is slechts sprake van een mogelijkheid.

Ofwel: er is niets zeker en er is niets bewezen met de locatie Rossum! Kan het nog duidelijker aangetoond worden dan door de eigen Nederlandse historici, dat de Nederlandse interpretatie foutief is?