Er mag ernstig aan getwijfeld worden of het uit de teksten genoemde Aquis Granum wel Aken (of Aachen) was. Of was het wellicht St.Armand-les-Eaux in Noord-Frankrijk, waar immers ook warmwaterbronnen zijn. Die warmwaterbronnen zijn het enige zekere aanknopingspunt. De etymologie geeft hier geen oplossing. Aachen en Aquis Granum staan qua betekenis te ver van elkaar.
De ligging van Aken zo aan de rand van het rijk der Franken is ook altijd een vraagteken geweest. Immers als de Saksen aan de kust van Het Kanaal woonden en Karel de Grote in Aquisgranum terugkeerde van een strijd tegen die Saksen, is een verre reis vanaf de kust van Het Kanaal helemaal naar Aken niet aannemelijk.
Er is door enkele historici (o.a. Magda Stradiot-van Roy en Rinus Boidin) al eerder getwijfeld of Karel de Grote wel in Aken verbleef. Ook Albert Delahaye twijfelde hieraan en heeft zich altijd afgevraagd waarom Aken (en Maastricht en Tongeren) dan niet op de Peutingerkaart staat. De aanwezigheid van warmwaterbronnen zou voor de Romeinen reden genoeg zijn geweest deze plaats duidelijk te vermelden en te markeren.
Nu er na lang zoeken geen graf van Karel de Grote is gevonden in Aken en de oudste archeologische vondsten uit de 13e eeuw dateren, is ook dit een aanwijzing te meer dat we -na de z.g. palts te Nijmegen- te maken hebben met een volgende mythe. Een mythe uit de 13e eeuw, waarbij de Duitse historici alle moeite genomen hebben om via al of niet vervalste oorkonden van de Franse Charlemagne vooral een DUITSE vorst te willen maken.