Archeoloog Ruurd Halbertsma heeft onder auteurs van SEM-boek over de Peutingerkaart en de Lage Landen enige ontsteltenis veroorzaakt door hun boek over die kaart te vergelijken met het werk van Willem Oltmans en Erich von Daniken. Het is duidelijk dat de genoemde personen voor Halbertsma ‘Het Kwaad’ symboliseren, maar van iemand die aan de universiteit van Leiden werkt verwacht je toch een vergelijking die ook ergens op slaat. Halbertsma legt hier drie producten naast elkaar die werkelijk helemaal niets met elkaar te maken hebben. Door ze in één adem te noemen laat hij merken dat hij van geen ervan ooit kennis heeft genomen en waarschijnlijk alleen maar van horen zeggen heeft dat het alle drie ‘stoute’ dingen zijn. En hij heeft blijkbaar een erg hoge dunk van zijn eigen mening over de Peutinger-kaart. Een mening waarvan wel vaststaat dat hij die niet zelf heeft gevormd.
Want iemand die meent dat de ‘officiële’ wetenschap niet gewantrouwd mag worden, beschouwt haar dus als een soort religie en zal heel veel van zijn kennis, zo niet alles, op gezag aangenomen hebben. Een verbod op het wantrouwen van de wetenschap is dan ook wel nodig om het geloof er in te houden, want wie een kritische blik durft te werpen op de prestaties ervan merkt al snel dat daar heel veel op aan te merken valt. De ‘officiële’ wetenschap heeft bijvoorbeeld geen kans gezien om een geloofwaardige uitleg van het Gallische deel van de Peutinger-kaart te produceren. Trouwens, een ’officiële’ oplossing is er niet, al suggereert Halbertsma dat wel. De auteurs van de belangrijkste hoofdstukken in het door Halbertsma ‘gerecenseerde’ boek geven een dat het van belang is om te weten wat er met routes op de Peutinger-kaart allemaal is uitgespookt en met wat voor soort problemen ze dus rekening zullen moeten houden.

De generalisering van Halbertsma is zo extreem, dat de vraag rijst welke frustaties (zie ) bij hem een rol hebben gespeeld bij het in het openbaar dumpen van een paar interessante boeken. Kritiek is natuurlijk onmisbaar in de discussies over tal van historische zaken, maar het is opmerkelijk dat Halbertsma daar niet veel van moet hebben. De lezer moet gewoon braaf blijven geloven wat de gesubsieerde wereld als waarheid presenteert. En also die het allemaal wel zo goed weet. De beroepsgroep wordt door Halbertsma in bescherming genomen. Waar dat voor nodig is, is een retorische vraag.
Maar de 'officiële' wetenschap is op allerlei vlakken ook niet eenduidig in haar opvattingen. Zie de voorbeelden bij Citaten.
Het is dus een goede zaak dat niet opgeleide (bevooroordeelde) deskundigen de wetenschap op haar fouten wijst, door problemen die er zeker zijn eens van een andere zijde te bekijken en met goed doordachte oplossingen te komen.

Noot: de frustaties van Halbertsma zijn gemakkelijk verklaarbaar. Hij is de zoon van archeoloog Herre Halbertsma (zie Halbertsma en de fabel van Dokkum) die enige boeken schreef over Frieslands Oudheid die helaas vol fouten zitten. Ook het boek over 'Zeven Eeuwen Amersfoort' van Halbertsma bevat tientallen fouten. Ruurd heeft blijkbaar dezelfde gewoonte als zijn vader overgenomen. Alles wat niet overeenkomt met zijn opvattingen wordt ongefundeerd als onzin verklaard. Immers hij kan het weten, hij heeft er immers voor gestudeerd. Het is de aloude regentenmentalteit, waarmee de historische wereld nog steeds en al te lang mee behept was en is.

In SEMafoor 10.3 (2009) volgde een reactie van een lezer op deze controverse. LET OP de onderliggende bodem van deze toch wel sarcastische brief! Fijntjes en precies wordt aangegeven hoe de traditionalisten omgaan met aanmerking op hun vertrouwde 'aannames', want meer is de traditionele geschiedenis van Nederland in het eerste millennium niet.

BRIEF AAN GESCHIEDENIS MAGAZINE (ingezonden).
Ik wil u hierbij van harte feliciteren met de ‘recensie’ in Geschiedenis Magazine (2008, nr. 5, juli-augustus) van meneer Halbertsma op de totale werken van uw uitgeverij. Dat een gezaghebbende geleerde als hij de moeite neemt om zulks te schrijven, zonder ‘kennelijk’ notie te nemen van de inhoud der afzonderlijke werken, moet op uw redactie als een overwinning gevierd zijn. Met name de prachtige openingszin “Wie zich in wetenschappelijk opzicht miskend of gefrustreerd voelt, kan altijd nog terecht bij de uitgeverij Papieren Tijger te Breda” getuigt op zichzelf al van een buitengewone fijnzinnigheid, die past bij de status van een hooggeleerde van RMO en Universiteit Leiden. De mate waarop meneer Halbertsma vervolgens inhoudelijk op de zaken ingaat en met talloze steekhoudende argumenten strooit, is evenzeer een teken van geleerde diepzinnigheid. Met name ook, omdat u in uw boek ‘Willibrord en Bonifatius. Waren ze ooit in Nederland?’ de uiteenlopende hypotheses over Trajectum behandeld, terwijl het boek als geheel - volgens Halbertsma- slechts een getuigschrift is van één enkele, namelijk die van de verdoemde Albert Delahaye.
En dat niet alleen: Dankbaar nam ik kennis van zijn waarschuwing dat uw fonds zich inlaat met de “querulante memoires van Willem Oltmans”. Zo behoedt meneer Halbertsma mij en passant meteen voor verdere aanraking met het gevaarlijke gedachtegoed van Papieren Tijger en SEMafoor, om nog maar te zwijgen over dat van schrijvers als Erich Von Däniken. Als nietsvermoedende ‘gewone’ lezer, was ik anders zomaar in die valkuil getuimeld.
Dapper ook de reactie van Martijn van Lieshout van Geschiedenis Magazine, om uw reactie op deze ‘recensie’ niet te plaatsen maar in plaats daarvan dat af te doen met een beleefde reactie aan uw adres. Er zou zomaar een polemiek kunnen ontstaan, bijvoorbeeld over het gebrek aan bronnen en archeologische bewijzen, of een discussie over interpretaties van feiten. Daar zijn we natuurlijk niet bij gebaat. En 700 woorden! Hoe durft u!?
Het geeft de lezer van Geschiedenis Magazine en andere geïnteresseerden in vaderlandse geschiedenis in elk geval het geruststellende gevoel, dat de geleerden op de bres staan voor hun wetenschap en vakgebied, of deze nu geschoeid is op christelijke of nationalistischromantische leest. Recensies als deze nemen al met al het “wantrouwen jegens de ‘officiële’ wetenschap” volledig weg, nietwaar? Ik was even bang dat onze traditionele aannames op de schop moesten!