De Bataven, die rond het begin van onze jaartelling in Nederland woonden, waren veel Romeinser dan tot nu toe werd gedacht.
De Bataven waren al na enkele decennia Romeinse overheersing zo geromaniseerd dat ze Romeins kookten, bouwden en baadden.
Dit blijkt uit archeologisch onderzoek van NWO-wetenschapper Stijn Heeren. Hij promoveerde op 23 september 2009 aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Het is duidelijk dat alle onderzoek van Stijn Heeren gebaseerd is geweest op de aanname dat de Bataven in de Betuwe woonden. Het is zoals hij zelf stelt een gedachte, dus een onbewezen aanname.
Hoe weet Heeren dat het Bataven waren die Romeins kookten, bouwden en baadden? Of waren het gewoon Romeinen die Romeins kookten, bouwden en baadden!


Heeren onderzocht opgegraven vondsten en sporen van nederzettingen en grafvelden uit de buurt van Tiel. Uit welke vondsten en sporen blijkt dat die van Bataven waren? Of waren ze gewoon van Romeinen en omdat het in de Betuwe gevonden werd het dan maar aan Romeinse Bataven werd toegedicht?
De Bataven zijn in de Nederlandse geschiedenis vaak gepresenteerd als dappere lieden die in verzet kwamen tegen een wrede onderdrukker. Maar Stijn Heeren toont nu aan dat deze ‘simpele lieden’ ook een heleboel Romeinse trekjes hadden overgenomen. Volgens hem veranderden de kleine boerengemeenschappen in dorpen waar Romeinse gebruiken hun intrede deden.

Romeins aan tafel en in bad
Door de chronologie van de vindplaatsen te bestuderen en enkele specifieke categorieën vondsten te analyseren kon Heeren laten zien hoe en wanneer de lokale bevolking deel ging nemen in de economische, militaire en culturele structuren van het Romeinse rijk. De archeoloog ontdekte dat de Bataven al binnen enkele decennia van Romeinse overheersing Romeinse ingrediënten gebruikten bij het koken, dat de boeren make-up en olie gebruikten zoals de Romeinen dat deden in hun badhuizen en dat zij hun boerderijen bouwden naar Romeins voorbeeld.

Geld en oorlog
De integratie van de Bataven werd volgens Heeren door twee belangrijke feiten veroorzaakt. De Romeinse legerkampen waren voor de Bataven een belangrijke bron van inkomsten. De Bataafse boeren produceerden voedsel voor de Romeinse soldaten en konden zo op hun beurt ook Romeinse gebruiksvoorwerpen aanschaffen.
Zo werd de Bataafse economie dus afhankelijk van de Romeinen. Maar mogelijk was de rol die de Bataven speelden in het Romeinse leger nog belangrijker voor de integratie van de Bataven. Veel jonge mannen deden 25 jaar lang dienst in het Romeinse leger en brachten Romeinse voorwerpen en gebruiken met zich mee na voltooiing van hun diensttijd. Hoewel het onderzoek van Heeren zich beperkte tot de rurale gemeenschap van Tiel-Passewaaij, kunnen deze gemeenschappen wel model staan voor plattelandsgemeenschappen elders in de Bataafse wereld.