Alles is weggespoeld.
Regelmatig wordt in de archeologie de term gebezigd dat "alles is weggespoeld". Daarmee wordt dan bedoeld dat men niets terugvindt dat er wèl (op grond van teksten) verwacht werd. Was die verwachting wel juist en waarop was die gebaseerd?
Als de archeologie de traditionele opvatting tegenspreekt en er niets wordt gevonden, dan worden er geen twijfels geuit over de traditionele opvatting, maar dan wordt er verondersteld dat het gezochte zich elders moet bevinden. De veronderstelling dat de Allerheiligenvloed van 1170 de kracht van een tsunami heeft gehad en dat alles zou zijn weggespoeld is een smoes die ook wordt opgehangen voor bijvoorbeeld het vroeg-middeleeuwse Utrecht; hetzelfde zien we ook elders (zie de lijst hieronder). Als alles is weggespoeld moet het toch ergens anders te vinden zijn? De resten moeten dan toch elders terecht zijn gekomen? Maar daarover lees je vervolgens niets in opgravingsverslagen. Als alles weggespoeld is door een grote overstroming vanuit zee (dus toch transgressies?) zoals bij Velsen -dat Felison zou zijn- wordt beweerd, dan moet het toch landinwaarts gevonden worden? Als 'alles is weggespoeld' zoals bij veel Romeinse forten langs de Rijn gebeurd zou zijn, dan moet het toch stroomafwaarts gevonden worden? In beide gevallen wordt er niets gevonden, zowel niet landinwaarts, als stroomafwaarts. De enige juist conclusie moet dan ook zijn dat de verwachte vindplaats er nooit geweest is en de traditionele opvatting dus werkelijk een mythe blijkt te zijn.

Het argument van 'weggespoeld' lezen we (een kleine verre van volledige opsomming) bij: Veteribus, Mannaricium, Wichmond, Nigrum Pullum, Levefano, Carvium, de Romeinen, Zutphen, Munna, Velsen, Heiloo, Dorestad, Cevelum, Wijk bij Duurstede, Domburg, Utrecht, bij De Lek, de Limes en bij de archeologen en historici zoals Bechert en Blok.

Alles is weggespoeld! En toch blijven historici de transgressies ontkennen!