Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.

De Bisschop van Nijmegen.

De Bisschop van Nijmegen is geschreven als aanklacht tegen de manier waarop
de historische faculteiten in Nederland omgaan met de historische wetenschap.

"Het is een terechte aanklacht tegen de historici die menen in hun arrogantie andermans onderzoek te moeten diskwalificeren,
terwijl ze zelf grove fouten maken zoals ze nu met een bisschop van Nijmegen op de proppen te komen"
.
(J.Abelmann, Goes).
Jona Lendering constateerde al dat "honderden misverstanden voortkomen uit het rondpompen van verouderde kennis. Driekwart van deze fouten kwam voor in publicaties van mensen met een doctorstitel". Zo werkt dat blijkbaar in de wetenschap en zeker in de historische wetenschap. Men blijft de Bataven in de Betuwe plaatsen, ook al wordt er geen spoor van gevonden.



De werkwijze van de historische faculteiten is fundamenteel fout. Ze gaan uit van aanvaarding van enkele onbewezen aannames als vaststaande feiten. Als het uitgangspunt fout is, dan zijn ook alle afleidingen daarvan fout. De historici ebben de twijfel aan die zogenaamde zekerheden en alle zaken die deze twijfel onderschrijven, niet eens onderzocht. Bij voorbaat is hùn gelijk hèt gelijk. Twijfel zou niet bestaan, maar is wel de moeder van elke wetenschap. 'Het andere perspectief' waarvan hier sprake is, was een in allerlei vage termen omschreven smoes. De historische faculteit (als uitgever van Het Bronnenboek) kon deze grove blunder niet langer verhullen en gaat af als een onbenul.

Alles wat afwijkt van die aangenomen geschiedenis wordt gemakshalve als 'onwetenschappelijk' aan de kant geschoven.
Iedereen die een andere mening heeft over die aangenomen geschiedenis, wordt als 'ondeskundige' bestempeld.
De uitspraak van Leupen hierover is tekenend: "De opvattingen van Delahaye worden wetenschappelijk nergens ondersteund".


Daar kunnen wij tegenover stellen dat Leupen fabels staat te verkondigen en iedereen die hem bijvalt eveneens. Ze hebben geen enkel bewijs van hun gelijk en dat weet men. Ondanks beter weten vast blijven houden aan de mythe is als een kleuter die niet wil horen dat Sinterklaas niet bestaat. Net zo min bestaat ene bisschop Harry van Nijmegen.
Leupen gaat ook voorbij aan een oude wijsheid die luidt: "Ook al zijn alle geleerden het met elkaar eens, dan hoeven ze nog geen gelijk te hebben".
En dat is precies wat gebeurt in de historische wetenschap. We kennen vergelijkbare voorbeelden uit de medische wereld en rechterlijke macht, waar dwalingen en fouten afgedekt worden door verbloemen, ontkennen en vooral verzwijgen door vakgenoten. De klokkenluider wordt nog steeds verguisd.

Na een 'gedegen' onderzoek van 'alle' bronnen kwam die historische wetenschap tot de conclusie dat de tekst over bisschop Harduinus van Noviomagus betrekking had op Nijmegen.

"De historische bok van de eeuw, met horens zo groot als de Waalbrug", schreef Albert Delahaye.


Afbeelding hiernaast: een Carnavaleske persiflage op de Bisschop van Nijmegen.

Als liefst 2 historische faculteiten (Nijmegen en Amsterdam) en 11 professoren en deskundigen (de "Club van Nijmegen") in hun verweer tegen de opvattingen van Albert Delahaye dergelijke blunders van fouten maken is een felle aanklacht zeer terecht.
Wie dergelijke stupiditeiten verkondigd is tot in zijn historische schoenen afgebrand en moet zich verder niet meer met historische wetenschap bemoeien.

Naast de blunder van een bisschopsbenoeming in Nijmegen staat er in het Bronnenboek nog een vijftal grove blunders (zie bij FLATERS) en meerdere fouten, onjuistheden, tekstvervalsingen, foutieve locaties, misleidingen en overgeslagen teksten. Telt men al deze fouten bij elkaar dan komt men tot een onwaarschijnlijk maar helaas wel indrukwekkend aantal van 456 fouten en blunders. Hoe deskundig ben je dan?

Laat "De Bisschop van Nijmegen" een waarschuwing zijn aan allen die menen de wijsheid in pacht te hebben en zich gesteund weten door universiteiten, professoren, deskundigen en vele onderzoeken en de geschreven neerslag van dit alles.
Het blijkt steeds noodzakelijk de eigen logica te blijven volgen en niet klakkeloos te geloven in de mooie verhaaltjes van hen die iets te verliezen hebben. Reputaties die op het spel staan en eigenbelang zijn slechte graadmeters.

Eens dacht men dat de aarde plat was................... In historisch Nederland denkt men dat Nijmegen het centrum was van het Karolingische Rijk.




Er bestaat geen enkele klassieke tekst waarbij het onweerlegbaar vaststaat dat het Noviomagus van Karel de Grote Nijmegen zou zijn. Karolingisch Nijmegen heeft niet bestaan: niet tekstueel, niet archeologisch, niet bestuurlijk, niet kerkelijk, niet cultureel en niet juridisch.



Behalve dat er van een paleis van Karel de Grote in Nijmegen geen spoor is gevonden, ontbreekt ook elk spoor van bewoning in die tijd in Nijmegen. De archeologie bevestigt de opvattingen van Albert Delahaye keihard, glaszuiver en onweerlegbaar.

"Het gat van Nijmegen" is een erkend probleem in de geschiedenis van Nijmegen, ook al wordt het door enkele historici steevast ontkend.
Nijmegen heeft niets uit de Karolingische tijd, die er volgens traditie toch 4 eeuwen geduurd moet hebben.

De geschiedenis van Nijmegen begint na de Romeinse periode pas weer in de loop van de 12e eeuw. Pas in de 13e eeuw was er weer een nederzetting van enige omvang, zoals A.A.A.Verhoeven en J.R.A.M. Thijssen schreven.
Lees meer bij Citaten en Recente Publicaties.



De historici aan de Universiteit van Nijmegen weten dat blijkbaar niet.....!

De visie van Albert Delahaye.
De kern van het vraagstuk is: Welke plaats is het Noviomagus van Karel de Grote? Is dat Nijmegen of is het Noyon?
Als uit teksten duidelijk blijkt dat het Noviomagus van Karel de Grote niet Nijmegen, maar Noyon is en men er in Nederland desondanks Nijmegen van maakt, wordt de meest fundamentele fout blootgelegd, die in de Nederlandse historische wereld algemeen gehanteerd werd en nog steeds gehanteerd wordt. Zonder enige bewijsvoering en zonder op de contekst te letten of de logica in acht te nemen wordt van Noviomagus klakkeloos Nijmegen gemaakt.
En net zo klakkeloos werd bisschop Harduinus van Noviomagus opgevoerd als bisschop van Nijmegen.
Maar Nijmegen heeft nooit een bisschopszetel gehad. Bisschop Harduinus van Noviomagus was de over- en overbekende bisschop van Noyon. Door deze bisschop naar Nijmegen te verplaatsen wordt behalve het blunderen van de historische faculteit, ook het probleem met betrekking tot alle teksten over Noviomagus duidelijk bloot gelegd.
Het Eiland van de Bataven lag volgens Tacitus aan zee. Hoe past dat in Nederland met de Betuwe?






Nu teksten die men altijd op Nijmegen toepaste, van Noyon blijken te zijn, betekent dat:
  1. de vroegere toepassing op Nijmegen dus fout was;
  2. er wel degelijk een verwarring blijkt te bestaan tussen beide steden;
  3. het een onweerlegbaar bewijs is tegen de traditionele opvattingen waarbij die verwarring altijd ontkend werd;
  4. die verwarring ook kan bestaan in andere teksten;
  5. die verwarring eerst opgelost moet worden voordat men ook maar één conclusie kan trekken;
  6. alle teksten opnieuw en onbevooroordeeld bestudeerd moeten worden;
  7. er opzet in het spel is om de mythe in stand te houden nu het onder 6 genoemde niet gebeurd en men angstvallig probeert de opvattingen van Delahaye te negeren, te verzwijgen en te ontkennen.




Lees het boek "De Ware Kijk Op" en over "Het Bronnenboek van Nijmegen" en oordeel zelf.