Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.

'Wee de overwonnenen'.




'Wee de overwonnenen' van Alexander van de Bunt is een diepgravend historisch werk over de vroege bewoners van de Lage Landen.

In 'Wee de overwonnenen' vertelt de talentvolle archeoloog Alexander van de Bunt het verhaal van de vroege bewoners van onze streken. Wij kennen deze volkeren vooral door de ogen van de Romeinen, met name via Julius Caesar en Tacitus. Maar wie waren de bewoners van de Lage Landen? Wat waren hun gebruiken? Welke taal spraken ze? Welke goden vereerden ze? En vooral: waar kwamen ze precies vandaan? Op levensechte wijze beschrijft Alexander van de Bunt vele cruciale gebeurtenissen, zoals de Slag bij het Teutoburgerwoud en de Bataafse Opstand. Hij schrijft over de relatie tussen Germanen, Kelten en Romeinen en laat zien dat globalisering en migratie van alle tijden zijn. Wee de overwonnenen is een diepgravend boek voor iedereen die meer wil weten over de Bataven, de Friezen, de Cananefaten en andere stammen in het huidige Nederland en België rond het begin van de jaartelling.

Het hele verhaal van Van de Bunt is ook weinig overtuigend. In dit boek komen de volgende woorden meerdere keren voor:

58 x waarschijnlijk
27x wellicht
111x mogelijk
8x misschien
13x zou kunnen of zou zijn
22x twijfel

naast woorden als 'niet ondenkbaar' en 'ongeveer' is het geheel weinig overtuigend.

Wat bewijs je met zoveel twijfel?

Volgens de visie van Albert Delahaye.
Alexander van de Bunt vertelt in dit boek het traditionele verhaal, maar wijkt op enkele belangrijke punten juist weer af van die traditie. Julius Caesar (zie daar) en Tacitus (zie daar) schrijven niet over Nederland, maar over Gallia en Germania (zie daar) dat in Noord-Frankrijk lag. De hier genoemde volkeren zoals Bataven, Cananefaten en Friezen hebben geen betrekking op Nederland. Ze zijn er nooit geweest. Daar is ook geen enkel bewijs voor. Zowel tekstueel als archeologische is dat wel aangetoond. Paul van Heijden schrijft daarover het volgende: "Tientallen jaren onderzoek naar de oorsprong van de Bataven heeft veel nieuwe kennis opgeleverd, maar er komen ook steeds meer nieuwe vragen bij. Zo is het nog steeds vrijwel onmogelijk gebleken om de komst van de 'nieuwe Nederlanders', de Chatten, ook archeologisch aan te tonen: geen spoor van een nieuw volk met ander aardewerk en andere gewoonten. Ook geen spoor van vermoorde of verjaagde Eburonen trouwens." Hij noemt het "Het Bataafse raadsel". Onder Chatten verstaat Van der Heijden de Bataven, waar zij immers van waren afgescheiden. Zie verder bij Romeinen langs Rijn en Noordzee.


Wat lezen we in dit boek? (Opmerkingen in rood).

Het is uiteraard een goede zaak dat eenmaal ingenomen standpunten die vaak ook nooit bewezen zijn, eens ter tafel komen en bediscussieerd worden. Het is dan wel van belang dat alle facetten in die hernieuwde discussie meegenomen worden en niet langer aangenomen opvattingen als uitgangspunt dienen. Voordat je het gaat hebben over Bataven als onze voorouders, dien je als eerste te bewijzen dat dit volk ook daadwerkelijk in de Betuwe woonde.

In de inleiding lezen we over de Bataven het volgende: Uit dit verhaal zal blijken dat de Bataven geen vrijheidsstrijders waren met oer-Nederlandse identiteit of nobele wilden in langhuizen, maar Romeinse burgers die geworteld waren in zowel de Romeinse als de Germaanse wereld. Alleen al met deze ene zin gooit Van de Bunt de hele Bataafse traditie overboord. De Bataven waren dus Romeinen!

In een recensie over dit boek schrijft Monique Siemsen het volgende (zie hierna), waarmee een aantal traditionele opvattingen ondergraven worden, maar andere toch weer worden bevestigd (zie onderaan).
  • "Van de Bunt bundelde zijn bevindingen in het boek Wee de overwonnen en zet daarmee ons beeld van barbaren in het algemeen en de Bataafse opstandelingen in het bijzonder, op zijn kop. “De grenzen van het Romeinse Rijk waren niet zo zwart-wit als we denken. Het was niet zo dat aan de éne kant de beschaafde Romeinen woonden en als je een stap over de grens deed, je in niemandsland terecht kwam waar de Barbaren wild zaten rond te rennen. Misschien kunnen we die grenzen beter relatief vergelijken met douane- en controleposten. Aan beide kanten van de grens woonden volkeren die elkaar al generaties beïnvloedden op cultuur, religieus en economisch gebied. Het waren geen gescheiden werelden, maar samenlevingen die sterk met elkaar verbonden waren. Er werd dan ook fors handel gedreven tussen de volkeren aan beide kanten van de grens. Dat weten we uit vondsten, waaruit blijkt dat goederen die ten noorden van de rivieren geproduceerd werden, ver ten zuiden daarvan zijn opgegraven. En andersom, legt Van de Bunt uit." Van de 'Limes' is al eerder aangetoond dat het geen bewaakte grens was, maar meer een bewaakte transportroute. Zie bij Limes.

  • De Germanen waren niet één volk, maar bestonden uit verschillende stammen die zeer zeker niet van beschaving gespeend waren. Zo zagen ze er in de eerste plaats al niet uit, zoals wij ons dat dikwijls voorstellen. “Ze hielden juist van nauwsluitende, goed passende kleding. De skinny jeans, bijvoorbeeld, had door hen uitgevonden kunnen zijn! Hoe nauwsluitender om het lichaam van de drager, hoe mooier men het vond en wijde raggen of gewaden werden door deze Germaanse stammen als lomp en niet verfijnd beschouwd. Die strakke kleding was geraffineerd gemaakt en kleurrijke stoffen waren populair. We weten dat vooral in linnendoeken bij vrouwenkleding bijvoorbeeld, vaak purperen kleurstoffen verwerkt werden. We weten ook dat de mantels die erover werden gedragen, beschikten over gespen van metaal en dat die vaak kunstig bewerkt waren,” aldus de archeoloog. Dat de Germanen uit verschillende stammen bestonden is geen nieuws. Dat is vanaf het begin van het ontstaan van de geschiedneis al bekend. Enkele van die stamnamen zijn al vanaf Julius Caesar bekend, zoals Tencteren, Usipeten, Moriniers, Menapiers, Ubiers. Ook Tacitus noemt de verschillende stammen in zijn Germania dat overigens niet Duitsland was. Zie verder bij Julius Caesar en Tacitus.

  • Ook naar andere maatstaven waren onze voorouders niet de woestelingen, voor wie ze later vaak werden uitgemaakt. In militair opzicht bijvoorbeeld blijkt dat de Chatten, de stamouders van onze Bataven, al in slagveldformaties strijd leverden. Van de Bunt kent nog wel een paar voorbeelden. “Germaanse stammen kenden ook rechtspraak, waarbij criminelen gestraft werden. En bestuur en democratie in de vorm van volksvergaderingen, daar kozen zij ook hun leiders en namen ze belangrijke beslissingen. Ook relationeel of seksueel was het geen losse bende. Er was een strikte huwelijksmoraal waarbij vreemdgaan absoluut niet was toegestaan. Verder blijkt dat ze waarde hechtten aan rechtvaardige, gelijkwaardige relaties en er zijn aanwijzingen dat ze vrouwen als sacrale wezens beschouwden. Van het schrijftablet van Tolsum, gevonden in Friesland, weten we ook dat zij over schrift beschikten.” Dat de Chatten de stamouders van de Bataven waren is geen algemene opvatting. De Bataven waren volgens de algemene opvatting een afgescheiden deel van de Chatten, wat ook onjuist is. Volgens Tacitus waren de Chatten de buren van de Bataven. Ze trokken door het land van de Chatten op zoek naar een nieuwe woonplaats. Ze stamden er helemaal niet van af.
    Dat het schrijfplankje uit Tolsum door een Germaan was opgesteld is een volgende misvatting. Het is nooit bewezen dat de Germanen het schrift beheersten. Voordat je dat als stelling poneert, dien je het allereerst te bewijzen. Overigens werd dit schrijfplankje aan de Friezen gekoppeld en de Friezen staan in de literatuur niet bekend als Germanen.


    Romeinse propaganda
    Hoe komen we dan toch aan die wilde reputatie? Volgens Van de Bunt is de term Barbaren eigenlijk niets meer dan zeer geslaagde Romeinse propaganda. “De Romeinse beschaving, was voor de Romeinen natuurlijk superieur en het was van belang dat het thuisfront, de Romeinen wisten hoe inferieur andere volkeren waren, die overheersing verdienden. Julius Caesar was hier een kanjer in en verbloemde hiermee de realiteit van zijn onrechtmatige oorlog in Gallië. Al snel werd er een typetje gecreëerd. Die van de wilde barbaar die altijd wel strijd zoekt en vrij wil zijn. Die typeringen waren toen net zo ongegrond als sommige typeringen van mensen met een migratie-achtergrond, die nu soms de ronde doen. Uiteraard viel er veel meer eer aan te behalen voor een Romeinse generaal of keizer wanneer hij het opnam tegen woeste barbaren. Het hoorde allemaal bij de eigentijdse beeldvorming van de Romeinen.” Dat de Romeinen graag eigen daden als propaganda gebruikten is ook geen nieuws. Dat deed Julius Caesar al met de vermeldingen van de omvang van overwonnen volkeren. Eigen falen werd middels propaganda 'omgezet' in roemrijke overwinningen. Maar het woord Barbaren was voor de Romeinen de aanduiding dat het om mannen met baarden ging. Denk aan Frderik Barbarossa, die een rode baard had. De Romeinen gaven met barbaren ook aan dat het 'ongelovigen' en 'vreemdelingen' waren, iemd die een vreemde onverstaanbare taal spreekt, Het Franse 'barbare' betekent nog steeds 'vreemdeling'. In het latere spraakgebruik is Barbaren een 'scheldwoord' geworden om iemand onfatsoen mee aan te geven.

    Burgeroorlog vermomd als Bataafse opstand
    Van de Bunt vindt het daarom belangrijk dat ook de Bataafse opstand in 69-70 n.Chr. tegen een ander licht wordt gehouden. “We hebben dit eeuwen gezien als een oorlog tussen het ene overheersende volk en het andere, het overheerste volk. Dit is veel te kort door de bocht en zelfs bij educatieve televisieprogramma's als Welkom bij de Romeinen wordt de Bataafse opstand nog zo neergezet. Dat is een beetje gemakzuchtig. In werkelijkheid waren de Bataven ruim een eeuw daarvoor naar onze streken getrokken en waren zij 3 generaties verder toen de Bataafse Opstand losbrak. Zij hadden inmiddels het Romeinse burgerrecht verkregen en hadden veel van de Romeinse zeden en gewoonten overgenomen. De Bataafse opstand gaat niet om vrijheid en strijd tegen een corrupte en decadente overheerser, maar is in feite een Romeinse burgeroorlog met hele andere motieven zoals religie, politiek en macht.” Dat eenmaal ingenomen opvattingen niet veranderen is kenmerkend voor de historische wetenschap. Maar om er nu een strijd om religie of politiek van te maken is ook weer onjuist. Het was, zoals wel vaker met opstanden en oorlog, gewoon een strijd tegen onderdrukking en uitbuiting, een strijd om de macht.

    Na bijna 2000 jaar Romeinse propaganda blijken onze voorouders dus een stuk beschaafder dan we dachten. Maar zoals met alle typeringen, zal het nog wel even duren voordat we ons beeld hebben bijgesteld. Hopelijk niet nog eens 2000 jaar.

    Wat wordt dan toch weer bevestigd?
  • Dat de Bataven in onze streken woonden is een nooit bewezen aanname. Daar is ook archeologisch nooit iets van gebleken. Zie de opmerking van Paul van der Heijden hierboven. Zie ook bij de Bataven.
  • Dat de bataven onze voorouders waren en 'wij' afstammen van de Bataven is een volgende hypothese die reeds lang weerlegd is. Daar is geen enkele bewijs voor dan slechts de opvatting dat de Bataven in de Betuwe woonden. Zie bij Bataven een verdwenen volk.

    Toch valt het Van de Bunt ook soms op dat de traditionele opvattingen toch niet helemaal juist zijn. Zo vermeldt hij op p.69 dat Caesar volgens sommigen naar de Waddeneiland trok, maar gezien de afstand tot het Eburoonse leefgebied valt te twijfelen aan deze geografische interpretatie. Plaats dit nu eens in Frans-Vaanderen en maak van de Waddeneilanden de eilanden voor de kust van Flandria (zie kaartje in de linker kolom) en plaats de Eburonen rond Beaurain, dan klopt het verhaal van Caesar prima.

    Lees het boek "De Ware Kijk Op" voor al deze en andere teksten en oordeel zelf!

  • Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.