Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |
Tussen de achtste en tiende eeuw vond er een massale emigratie van plaatsnamen plaats. Het register van ruim 10.000 namen van plaatsen, rivieren, streken, van personen en van teksten, geeft daarvan een (zeker niet volledig) overzicht. Belangrijk is de vergelijking van namen uit teksten onderling, om te zien wat elke andere tekst over een bepaalde plaats zegt. De context is daarbij doorslaggevend. Het zijn naamkundige vruchten van de mythen, ver van hun authentieke plaats hergebruikt vanuit een geheel andere streek, te vergelijken met de massa Hollandse plaatsnamen, die Hollanders over de hele wereld hebben rondgestrooid. Men moet daarbij onderscheid maken tussen èchte en schijnbare doublures. |
![]() |
Bijvoorbeeld Zeeland ligt vol met namen, rechtstreeks uit Vlaanderen meegenomen, zoals Walcheren, Middelburg, Westkapelle, zelfs 'Vlissinghem'. Het is niet bij dit voorbeeld gebleven. Noord Holland, Friesland en het Duitse Ostfriesland wemelen van plaatsnamen, gedoubleerd uit Frans Vlaanderen. Het is dan wel zaak de juiste lijn van de immigratie te vinden, èn het juiste tijdstip dat de oude naam als een nieuwe namen voor het eerst in Nederland opkwam. Dit laatste is immers het fundamsnt voor zowel het historisch als naamkundig onderzoek, en dat is precies het punt wat over het hoofd werd gezien, zodat men met streek- en plaatsnamen ging schermen - en op massale schaal - waartussen een afgrond van vele eeuwen gaapt. De context is bepalend. Sinaasappelteelt in Amersfoort? Ja, dat kan, maar niet in Amersfoort in Nederland, wel in Amersfoort in Zuid-Afrika. De contekst bepaalt dan over welke plaats het gaat. En in Zuid-Afrika vinden we ook plaatsnamen als Ermelo en Utrecht. Een beter voorbeeld van de deplacements historiques is bijna niet te geven. En precies dit is het grootste probleem bij de locaties van veel plaatsen. De plaatsnamen zijn de kapstokken waaraan de geschiedenis is opgehangen. Een plaatsnaam op een verkeerde locatie, plaatst ook de geschiedenis op die verkeerde locatie. Dat is precies het probleem in de historische geogafie: de geschiedenis komt op plaatsen trecht, waar die geschiedenis zich nooit voorgedaan heeft. De archeologie bevestigt dit op alle fronten. |
Het (her-)gebruik van plaatsnamen is zo oud als de mensheid en komt tot heden overal voor. Denk aan de "Landverhuizers" die naar Amerika, Canada, Austrailië, Argentinië en waar niet, emigreerden. Dat hergebruik van plaatsnamen ligt aan de grondslag van veel historische misverstanden. In Nederland bestaan meerdere plaatsen met een gelijke of nagenoeg gelijke naam, zoals Hengelo (zie voorbeeld hieronder), Etten, Oosterhout, Roosendaal, Elst, Laren, Vianen, Sloten, Bergen, Beek, Katwijk, Zwolle of Oosterwolde dat zowel in Friesland als in Gelderland bestaat. Er zijn nog veel meer voorbeelden van doublures te geven, zeker als men over de grens kijkt. Het REGISTER van meer dan 10.000 namen van plaatsen, begrippen, personen en bronnen bevestigt dit op alle fronten.
Nederland is vanouds een immigratieland geweest.
Er bestaan veel plaatsen, zeker op de taalgrens, die een Nederlandse en Franse naam hebben, terwijl het toch om dezelfde plaats gaat. In Nederland bestaan ook veel plaatsen die een gelijke naam hebben met een plaats in het buitenland, of beter gesteld, waarvan in het buitenland een gelijke naam bestaat als in Nederlandt, zoals Aalst in België (bestaat in Nederland liefst 3x), Walcheren, Middelburg, Hasselt, Mechelen en Megchelen, Zwijndrecht, Nieuwpoort, Capelle (B) en Kapelle (NL) en Berlicum en Berlikum, enz. Daarbij moet de vraag gesteld worden wie de plaatsnam het eerst had! En wie is de kopie? Ook in Friesland/Groningen bestaat een hele lijst van ruim 300 plaatsnamen die overeenkomen met plaatsen in (Frans-)Vlaanderen, zoals Baye & Bayum, Bours & Boer, Bourre & Boorne, Campagne & Camp, Gorre & Gorre-dijk, Crocque & Krook, Catsberg & Kattenberg (G), Le Leeck & Leek, Le Nez & Nes enz. enz. (de Friese naam steeds als tweede: let vooral op de uitspraak). En wat te denken van Lewarde en Leeuwarden? Het zou wel een torenhoge opeenstapeling van toevalligheden zijn, dat toevallig wel honderden Frans-Vlaamse doublures in Friesland en soms in Groningen bestaan, maar, toevallig (?), nauwelijk in de rest van Nederland. Daar alleen gekoppeld aan een prediker. Het geeft precies de migratie vanuit het oude Frisia in Frans-Vlaanderen naar het nieuwe Friesland in Nederland aan. En die migratie gebeurde niet eerder dan de 10de eeuw. Let vooral op hoe bekende toponymisten zoals M.Gysseling en D.P.Blok overeenkomsten in plaatsnamen verklaren. Het opent je ogen naar de ware kijk op de vaderlandse geschiedenis.
Doublures van plaatsnamen is een normaal verschijnsel bij migraties van bevolkingsgroepen, maar ook doublures van namen van rivieren zoals de naam IJssel, die zowel in Gelderland als in Holland bestaat, met zelfs een equivalent in Noord-Frankrijk met de plaats teR-IJssel en de Lijssel. Ook komen doublures voor van streeknamen, zoals er in Nederland en in Frankrijk een Hamaland bestaat. De doublures van plaatsnamen naar Nederland hebben in het verleden ook tot de onjuiste verplaatsing van de geschiedenis geleid, met de huidige discussies tot gevolg. Welke plaats uit de klassieke teksten wordt dan oorspronkelijk precies bedoeld? Was Dochynchirica wel Dokkum of was het Duinkerke? (-chirica=kerk!). Was Hammaburg wel Hamburg of was het Hames-Boucres? Was Brema wel Bremen of was het Brêmes? We kunnen deze voorbeelden met tientallen, zelfs met honderden voorbeelden uitbreiden. In de boeken van Albert Delahaye vindt U ze allemaal!
Deplacements Historiques zijn geografische verplaatsing, waarbij namen van plaatsen, gebieden en rivieren "hergebruikt" worden in een nieuw land. Het is een algemeen voorkomend verschijnsel bij de verhuizing van volkeren, families of individuen naar elders. Over de hele wereld liggen plaatsen die een Europese oorsprong hebben en waarvan de naam is gedoubleerd door emigranten. ![]() ![]() Niet alleen plaatsnamen of namen van rivieren of landstreken werden gedoubleerd, ook veel kloosters werden elders hersticht onder dezelfde naam. Dat heeft mede voor de grote verwarring gezorgd. Enkele voorbeelden van na de plundering van de Noormannen herstichte kloosters zijn: Ook in later tijd zag men het verschijnsel van nevenvestiging van kloosters: Opvallend is dat alle stichtingen van abdijen van zuid naar noord gingen. Ook de deplacements historiques van kloosters kwam, net als de plaatsnamen, uit het zuiden. Niet alleen met plaatsnamen zijn de 'doublurefouten' gemaakt, ook met persoonsnamen. Jacoba van Beieren had de onjuiste achternaam 'van Beieren'. Zij kwam niet uit het Duitse Beieren, maar uit de streek van Bavay. Zij was geboren in Le Quesnoy, dat op 14 km zuid-west van Bavay ligt. Het in de teksten genoemde Bagiorences ook als Bajowari of Bajowaria, Bajoraria geschreven, maar ook Baguarii / Bagacum/ Baca Conervio is steeds dezelfde plaats Bavay. Het behoeft nauwelijks gezegd te worden, dat men in tal van gevallen hiervan ten onrechte Beieren in Zuid-Duitsland heeft gemaakt. Deze naam is net zo onjuist als die van kruisvaarder Godfried van Bouillon, die niet uit Bouillon kwam, maar uit Boulogne-sur-Mer. Namen doublures. Sinds 1955 heeft Albert Delahaye tal van namen-doublures gesignaleerd en voortdurend erop gehamerd, dat dit een van de belangrijkste onderdelen en oorzaken van de historische mythen is. In plaats van dit probleem aan te pakken en tot op de bodem uit te zoeken, worden de doublures totaal genegeerd en gaat men gewoon door met de foutieve lokalisaties, zoals bijvoorbeeld door Blok en Gysseling halsstarrig wordt volgehouden met Lebuinus en Ludger. Want ziet U, indien Blok de doublures aanpakt, moet hij ze oplossen en dan moet hij met kracht van argumenten en bewijzen aantonen dat het Marklo van Lebuinus niet Merck-Saint-Lievin is, nota bene vandaag nog gesigneerd met de naam van de heilige. Dus: weg met die doublures en ze vooral aan het Nederlands publiek onthouden, anders komt dat publiek op de gedachte Blok en Gysseling niet meer te geloven. |
![]() Probleem 2: is Mechelen, Aalst of Hasselt in een tekst altijd een plaats in België? Of zou het ook een plaats in Nederland kunnen zijn? Hoe kan het dat plaatsen met exact dezelfde naam meerdere keren bestaan? ![]() Zelfs in deze tijd worden nog steeds dezelfde blunders begaan met plaatsnamen, zoals blijkt uit bijgaande berichten, zoals 'Konstanz een Duitse Enclave in Zwitserland' te noemen en de "TV-ploeg in verkeerde Hengelo" en het bericht over Goedereede hieronder. Niet alleen journalisten maken deze fouten, maar ook historici en dat is een kwalijker. Immers met de onjuiste plaatsnaam wordt ook de geschiedenis onjuist geplaatst.
De visie van Albert Delahaye. Wat weten we nu feitelijk echt? Shakespeare schreef het al "What's in a name?" Hoe komen we aan een plaatsnaam? Om met een simpel (?) voorbeeld te beginnen: de naam van het klooster 'Klaarkamp' (bij Dokkum) is een directe afleiding van Clairvaux, het stichtingsklooster van Klaarkamp. Het eenvoudigst is dus een bestaande naam te hergebruiken, wellicht 'vertaald' of slechts 'in klank nagebootst' in de eigen taal. Ook hebben veel plaatsnamen betrekking op de bodem waarop men leefde, een bos, weiland, moeras, een zandvlakte, veen, een hoog of juiste een lager gelegen land, een rivier (water) waarlangs men woonde enz. Bij het hergebruik van namen is het van cruciaal belang na te gaan welke naam ergens authentiek is en wat de doublure is. Bij het toepassen van teksten op een plaats, zal aangetoond moeten worden of die plaats in de tijd dat de tekst geschreven werd wel bestond. Is er van het bestaan van die plaats in die tijd geen bewijs, dan kan uiteraard de tekst zelf niet als "bewijs" dienen. Er zal allereerst bewezen moeten worden dat die plaats in die tijd genoemd in de tekst bestaan kan hebben. Dat kan alleen als de archeologie dat eenduidig bevestigt. Als ergens "niets" gevonden wordt, kan slechts de conclusie luiden dat die plaats dan ook niet bestaan heeft in de tijd van de schriftelijke bron. Van duizenden namen van plaatsen, streken en rivieren die uit de oude kronieken bekend zijn, zijn er slechts enkele honderden in Nederland "geïnterpreteerd", terwijl ze in Noord- Frankrijk en Zuid-België bijna allemaal terug te vinden zijn in hun juiste context. De doublures van plaatsnamen hebben vele historici altijd zand in de ogen gestrooid. Deze plaatsnamen werden soms door immigranten meegenomen naar hun nieuwe woonplaats, soms opzettelijk gebruikt om in het bezit van een gebied te komen -zoals de abdij van Echternach deed ten opzichte van goederen in Noord-Brabant. Ook in deze tijd spelen dubbele plaatsnamen velen wel eens parten, te denken valt aan b.v. Etten (bij Breda en bij Doetinchem), Oosterhout (bij Breda en bij Nijmegen), Putte en Putten of Mechelen, Aalst en Hasselt in België of in Nederland. Deze voorbeelden zijn met tientallen andere uit te breiden. Ook de verschillende schrijfwijzen veroorzaakten (en veroorzaken nog) vaak vergissingen. Zo zijn Gorinchem en Gorkum niet twee verschillende plaatsen. Daarentegen zijn Gent en Gendt weer wel verschillende plaatsen, idem Hasselt (in Overijssel) en Hasselt (in België). Ook de interpretatie van plaatsnamen heeft in het verleden veel verwarring veroorzaakt. Zo ligt b.v. Bergen niet in hoog Nederland, hoewel de plaatsnaam het wel zou doen vermoeden. De voorbeelden zijn legio. Emigratie en hergebruik van plaatsnamen is van alle tijden. Ook in de jongste geschiedenis namen emigranten hun vertrouwde plaatsnaam vaak mee naar hun nieuwe woonoord. In de Verenigde Staten, Canada Australië en Afrika zijn er voorbeelden genoeg te vinden. Zo bestaat er een Amersfoort, een Utrecht en een Ermelo (voorbeelden om dicht bij huis te blijven: zie foto's in de kolom hiernaast) in Zuid-Afrika. Als er dan in een tekst sprake is van sinaasappelteelt in Amersfoort, dan kan dat natuurlijk nooit op het Nederlandse Amersfoort betrekking hebben. Dan wordt de context voor de plaatsbepaling wel eens het belangrijkst! Ook in de oude kronieken moeten de context in samenhang met andere bronnen bekeken worden. Daarin zijn belangrijke aanwijzingen te vinden die duidelijk aangeven waar de genoemde plaats gesitueerd moet worden. Bovendien is de schrijfwijze van plaatsnamen niet altijd bij alle schrijvers eenduidige geweest. Om dan de juiste geografische ligging te vinden, wordt de context wel eens van doorslaggevend bewijs. Zo zijn Aachen, Aken en Aix-la-Chapelle één en dezelfde plaats, ook al is de schrijfwijze totaal verschillend. In deze tijd worden nog steeds geografische missers van de eerste orde gemaakt. Een voorbeeld: Het Nederlandse Almere is een stad, gelegen in een der Flevopolders. Deze stad is -met een knipoog- genoemd naar het Almere uit de oude kronieken. Het oude Almere echter, was een zee-inham (dus geen stad, maar een zeebaai) en was gelegen in het huidige Noord-Frankrijk. Ook de naam van de Flevopolders zijn in Nederland foutief benoemd naar streken uit oude kronieken, die men in Frans Vlaanderen moet zoeken. Het oude Flevum en het Almere waren namen voor dezelfde baai bij St.Omer. Ofwel, hoe men nu weer fouten maakt tegen de historische geografie. De naam van de stad Almere zal altijd een smet blijven op het bewustzijn van de Nederlandse Geografische Wetenschap! Ook plaatsnamen zijn onjuist hergebruikt, waarbij men niet altijd aan bewuste doublures hoeft te denken. Lisiduna uit de bekende oorkonde uit het jaar 777, was niet Leusden maar de Franse plaats Licques dat inderdaad op een hoogte (= -duna) ligt, voorheen Liske geheten. De genoemde gouw Flethite was evenmin in de buurt van Amersfoort, maar was het klassieke Flêtre in Vlaanderen, dat in de Romeinse tijd het Flevum was, een naam die foutief pas na 1950 op de Flevopolders is toegepast, evenals de sinds 1975 onjuiste toepassing van de naam Almere op een stad, terwijl het een waternaam was. Maar wie weet dat nog over 1000 jaar? Vergelijk daarmee ook hoe Biddinghuizen aan haar naam komt. De naam van Biddinghuizen werd gegeven aan een nieuw dorp uit 1963 in de Flevopolder, de naam die refereert aan het historische Bidningahusem uit een oorkonde de St.Bertijns abdij uit St.Omaars (Frans-Vlaanderen) uit de 9e eeuw. Het is echter Boisdinghem op 11 km. west van St.Omaars. Dat de St.Bertijns-abdij bezittingen zou hebben gehad in de nog niet bestaande Flevopolder is de historische miskleun ten top. Dit voorbeeld moet iedereen duidelijk maken hoe meerdere plaatsen in Nederland aan hun naam gekomen zijn. Doublures van plaatsnamen hebben tot veel misverstanden geleid. Toen de eerste immigranten in -wat nu Nederland heet- kwamen, namen zij de hun bekende namen mee naar het nieuwe woongebied. Het aantal doublures is ongekend en zijn verspreid door heel Nederland. Van al die plaatsen bestaat in Frans-Vlaanderen een kopie, die daar een oudere historische voorgeschiedenis heeft. En met de gekopieerde plaatsnaam, kwam ook de geschiedenis mee die daar onjuist werd toegepast. Het klassieke Dockynchirica was Duinkerke en werd in Nederland Dokkum, waarmee de mythe van St.Bonifatius er ook terecht kwam. Lees het boek "De Ware Kijk Op" en oordeel zelf. |