Terug naar de beginpagina. Naar het overzicht in het kort.

Mythevorming rondom Willem van Oranje.

De geschiedenis omtrent de moord op Willem van Oranje dient herschreven te worden. In de geschiedenisboeken wordt ons een valse mythe voorgehouden.

De 'vader der vaderlands' werd niet voor niets Willem de Zwijger genoemd. Over de gruwelijke folterpraktijken en moorden op katholieke geestelijken in Alkmaar, Gorcum en waar niet, zweeg hij. Hij heeft nooit zijn afschuw hierover uitgesproken of laten blijken. En dit ondanks zijn toezegging tot godsdienstvrijheid voor de katholieken.

Ook over zijn huwelijksmoraal dient de geschiedenis herschreven te worden. Hij was verre van 'een vader des vaderlands', zoals hij in de geschiedenisboekjes terecht is gekomen.

Ook de geschiedenis in het eerste millennium kent een hoog mythe-gehalte dat tot stand kwam door ondeskundig of zelfs gemanipuleerd geschrijf van zich historici noemende (voornamelijk) kerkelijke schrijvers. Zij kenden wat 'potjeslatijn' en meenden die oude Latijnse teksten wel te kunnen lezen en begrijpen.
Niets bleek minder waar. Vergelijk het maar eens met wat de 'geleerden' van de tekst op het 'Romeinse schrijfplankje van Tolsum' gemaakt hebben. Lang meende men dat het om koopcontract om een koe ging (hoe typisch Nederlands). Nu blijkt het om een schuldverklaring van een slaaf te gaan. Ook onjuist lijkt mij, aangezien een slaaf geen rechten had en dus ook geen schulden of tegoeden kon claimen, laat staan dat men dat op schrift zou stellen. Kon een slaaf dan lezen? Zo schrijft men in Nederland geschiedenis!

Nog enkele voorbeelden van 'clericaal' historisch gemanipuleer:
  • De abten Theofried en Theoderich van Echternach meenden in de 12e en 13e eeuw aan de hand van oude (soms vervalste) oorkonden te kunnen aantonen dat veel bezittingen van de kerk en het klooster van St.Willibrord in Holland en Brabant lagen en aan Echternach toekwamen. De St.Willibrord-mythe in Nederland werd aldus geboren.
    Grote "gangmaker" van deze falsificaties was abt Theoderich van Echternach, die verantwoordelijk kan worden gehouden voor het ontstaan van alle mythen in het eerste millennium. Immers de Willibrordusmythe staat aan de wieg van alle overige mystificaties.
  • Kanunnik Willem van Berchem schreef de Karolingische mythe van Nijmegen.
  • Dominee Johan Pickardt trok in 1660 de conclusie dat de Hunebedden in noord-oost Nederland door reuzen moesten zijn gemaakt.
  • In 1517 schreef kanunnik Cornelius Aurelius zijn bekende Divisiekroniek met daarin de Bataven-mythe, die hij overigens in Holland plaatste en niet in de Betuwe.
  • De dominees vader en zoon Smetius zien in de 17e eeuw (1645) in Nijmegen het Oppidum Batavorum van de Bataven en schreven zo de Bataven-mythe van de Betuwe.
  • In de 19e eeuw wordt door dominee Jac.Anspach gedacht dat het voorvaderlijke bezit Egtelt bezit was van de St.Salvatorkerk of oud-Munster te Utrecht.
  • Dominee L.J.F.Janssen dacht in 1843 aanvankelijk dat men bij opgravingen in Wijk bij Duurstede een Germaanse offerplaats gevonden had. Later kwam men op de gedachte dat het hier misschien om de uit de geschreven bronnen bekende, maar nooit gevonden plaats Dorestad zou kunnen gaan. De verkeerde lezing van de oorkonde van Karel de Grote uit het jaar 777 deed vervolgens de rest en de mythe van Dorestad was geboren.
  • Monseigneur en de pauselijk kamerheer dr. R.R.Post meende te kunnen bewijzen dat er in oude kronieken nergens een spoor van verwarring zou blijken tussen Nijmegen en Noyon, beide bekend onder de naam Noviomagus. De bewijzen heeft hij echter nooit geleverd.

    In de Middeleeuwen, maar ook in de 16e en 17e eeuw, waren in feite alle historie-schrijvers geestelijken ofwel behoorden tot de 'clerus'. Een enkele 'notaris' vervolmaakte dit gezelschap van historieschrijvers. Het woord 'clerc' is niet voor niets daarvan afgeleid. Lees meer over de "Opvattingen over onze vaderlandse geschiedenis bij de Hollandse Historici der 16e en 17e eeuw.
  • De geschiedenis dient herschreven te worden.
    Uit recent onderzoek blijkt dat er rondom het leven en vooral de dood van Willem van Oranje, onze vader des vaderlands, een geweldige mythe is ontstaan. De historische werkelijkheid is soms ver te zoeken.
    Na het schot dat Balthasar Gerards in 1584 loste, moet Willem van Oranje op slag dood zijn geweest. De beroemde laatste woorden – “Mijn God, mijn God, heb medelijden met mij en met dit arme volk” – moeten volgens forensisch arts Mat Weststrate naar het rijk der fabelen worden verwezen.
    De aanslag op de Vader des Vaderlands in het Prinsenhof in Delft is uitgebreid onderzocht en gereconstrueerd door een team van onderzoekers. Weststrate onderzocht daarbij de gevolgen van het schot van Balthasar Gerards op het lichaam van Willem van Oranje. Hij vertaalde ondermeer het originele sectierapport van de bekende 16e eeuwse arts Pieter van Foreest opnieuw in hedendaags Nederlands:
    “Mijn conclusie is dan ook dat de kogel bij de vijfde rib naar binnen is gegaan, bij de achtste rib naar buiten is gegaan en dat hij de linkerzijde van de hartkamer heeft weggeslagen. Dan treedt de dood onmiddellijk in en de mogelijkheid dat hij nog iets heeft gesproken acht ik uitgesloten.”

    Er zijn opvallende overeenkomsten met de mythe-vorming van de geschiedenis in het eerste millennium.
  • Zo blijkt een Latijnse tekst van de autopsie in al die eeuwen verkeerd vertaald te zijn.
    Er zijn meer teksten die vanuit het Latijn al of niet opzettelijk 'verkeerd vertaald' zijn en de geschiedenis een andere wending hebben gegeven. De boeken van Albert Delahaye staan er vol mee. Zie ook de voorbeelden in de kolom hiernaast.
  • De Staten van Holland leggen Willem van Oranje woorden in de mond die hij nooit uitgesproken heeft. Zo werd de geschiedenis gemanipuleerd om de moord als een politiek instrument van de vrijheidsstrijd in de Nederlanden te gebruiken. De Staten van Holland hadden alle belang bij de dood van Willem van Oranje die meer macht naar zich toe trok, waar de Staten macht werd ontnomen. In diezelfde machtstrijd (maar toen in het nadeel van de Staten) werd in 1619 raadspensionaris Johan van Oldenbarnevelt in opdracht van prins Maurits onthoofd. Ook Van Oldenbarnevelt en de Staten van Holland kregen teveel macht in de opinie van Maurits.
    In de 16e en 17e eeuw gebeurde het wel meer dat men geschiedenis 'schreef' vooral om de propagandistische enscenering van de Nederlandse staat te dienen en niet de historische werkelijkheid. Juist in deze tijd ontstonden ook andere mythen, zoals de Batavenmythe, om vooral de soms wrede strijd tegen de onderdrukker, Spanje, te vergoeilijken.
  • De kogelgaten in de muur van het Prinsenhof in Delft zijn flink 'bijgewerkt' om vooral maar overtuigend over te komen.
    Ook met andere archeologische sporen is soms flink gesjoemeld, om vooral maar het gelijk aan de kant van de geschiedschrijvers te krijgen. Denk aan de opgravingen in Wijk bij Duurstede en de nep in de archeologie van Nijmegen.

    Toch blijven er ook hier nog enkele zaken onbeantwoord.
  • Willem van Oranje groeide op aan het hof van Karel V en Filips II van Spanje en had een goede relatie met hem. Hij vernoemde zelfs zijn eerste zoon, Filips Willem, naar de Spaanse koning ('de koning van Hispanje heb ik altijd geëerd'). De verstandhouding verslechterde toen Willem van Oranje trouwde met de streng Lutherse Anna van Saksen. De escalatie van het godsdienstconflict tussen katholieken en protestanten in de Nederlanden, oorzaak van de 80-jarige oorlog, leidde tot een scheiding met het Spaanse vorstenhuis. Willem van Oranje noemde toch de onderdrukking van de protestantse 'ketters' openlijk fout en wilde t.o.v. de katholieken niet in dezelfde fout belanden. Hij bleek de katholieken in de Nederlanden niet vijandig gezind, wat blijkt uit privileges die zij behielden. Ook zocht hij toenadering tot Frankrijk. Dat was in de ogen van de staten van Holland wellicht een soort landverraad, die van Willem van Oranje immers slechts een cultfiguur van de Nederlandse vrijheidsmythe wilde maken. De Staten van Holland waren meer gericht op een republiek dan op een monarchie met Willem van Oranje aan het hoofd. In hoeverre was de moord op Willem van Oranje niet een politieke moord, opgezet door de Staten van Holland? Immers Willem van Oranje wilde juist de macht van de elite beperken ten gunste van het 'gewone' volk.

  • De moordenaar van Willem van Oranje, Balthasar Gerards, kon onbedreigd tot bij Willem van Oranje komen. Hij heeft in de Prinsenhof zelfs zonder belemmering een tijd op de prins kunnen wachten. Met wiens instemming werd hij daar toegelaten? En waarom kon hij daar onbelemmerd op de prins wachten zonder dat hij op wapens e.d. gekontroleerd werd. Er waren reeds eerder aanslagen op de prins gepleegd, dus meer beveiliging zou zeker te verwachten zijn geweest.

  • In Frankrijk, maar ook onder de katholieken in de Nederlanden, werd Balthasar Gerards als een held gezien. Er gingen zelfs stemmen op om hem als martelaar voor de vrijheid van godsdienst heilig te verklaren. Die heiligverklaring is uitgebleven. In zijn geboortedorp Vuillafans, is de straat waar zijn geboortehuis staat, naar hem vernoemd: Rue Balthasar Gérard. Tegenwoordig heet die straat Rue Gérard.

  • Balthasar Gérard zoals zijn naam werkelijk was, was een bestudeerd man. Hij had rechten gestudeerd en was een streng gelovig katholiek. Hij was dus niet de gewetenloze moordenaar zoals hij wel wordt afgeschilderd. Vanuit zijn geloof was hij een fel tegenstander van Willem van Oranje, die van het katholieke geloof naar het protestantisme was overgelopen. Het blijft de vraag of de moord op Willem van Oranje voortkwam uit de vrees van Balthasar Gérard dat Willem van Oranje nu hij toenadering zocht tot Frankrijk, hij via zijn bezit Orange, het Calvinisme ook in Frankrijk wilde introduceren. De vraag blijft dus gerechtvaardigd of de moord op Willem van Oranje een politieke moord was, of dat het ging om een moord uit religieuze motieven. Die vraag speelt ook mee in de verhouding met de Staten van Holland.

  • Balthasar Gérard werd op gruwelijke wijze terechtgesteld, na langdurige folteringen te hebben ondergaan. Toch heeft hij, volgens de officiële geschiedschrijving, de namen van zijn opdrachtgever(s), noch zijn ware motivatie genoemd. Of heeft hij deze wel genoemd, alleen hebben zijn bekentenissen de geschiedschrijving niet gehaald en zijn er met een bepaalde bedoeling teksten aan toegevoegd of juist verzwegen?

    Het is een algemeen bekend feit dat men het in de 16e en 17e eeuw niet zo nauw nam met de historische waarheid. De propaganda van eigen opvattingen stond voorop. We zien dat ook met betrekking tot de mythevorming rondom de Bataven, die juist in de strijd met Spanje de heldhaftigheid van het oer-Nederlandse volk moest verbeelden. We weten nu dat het pure propaganda was, waarbij de historische waarheid heeft ingeboet.

    Eindelijk is duidelijk wie het Wilhelmus heeft geschreven. Volgens Nederlandse en Vlaamse onderzoekers was het de 16de-eeuwse dichter Petrus Datheen een van de belangrijkste raadsmannen van Willem van Oranje. De wetenschappers lieten nieuwe computertechnieken los op het Wilhelmus, dat werd vergeleken met werk van verschillende auteurs. De schrijfstijl van Datheen komt overeen met die van ons Nederlands volkslied. (bron: AD/AC 11-5-2016).
    Het is dus nu een achterhaalde mythe dat Marnix van St.Aldegonde de schrijver geweest zou zijn.
    Petrus Datheen, ook wel Pieter Datheen, Pieter Dathen of Petrus Dathenus (Kassel Frans-Vlaanderen ca 1531 - Elbing in West-Pruisen, 17 maart 1588) was een psalmberijmer die een belangrijke rol speelde bij de calvinistische Reformatie in de Zuidelijke Nederlanden. Hij werd, na omzwervingen in ballingschap, een van de leidende theologen van de officiële hervormde kerk in de Noordelijke Nederlanden, waarin hij de orthodoxe partij koos. Van 1566 tot 1773 vormde de psalmberijming van Datheen de belangrijkste liedbundel van de Nederduits Gereformeerde Kerk, later genoemd de Nederlandse Hervormde Kerk.
    De melodie van Het Wilhelmus is van Franse oorsprong. Het was een oud soldatenlied dat in marstempo gezongen werd.

    Ook hier zien we dat een oh zo Hollands lijkend Volkslied net als veel andere 'Nederlandse geschiedenis' uit het zuiden komt en wel ook alweer uit Frans-Vlaanderen. Waarvan Acte!
    Lees meer over 'Hollandse'? tradities.

    Nog enkele vrij onbekend feiten:
  • Willem van Oranje was in 1561 getrouwd met Anna van Saksen, feitelijk slechts vanwege haar vermogen. Binnen Anna’s familie was weerstand tegen het aanzoek van Willem van Oranje. Zo was er sprake van standsverschil. Anna was een geboren hertogin en Willem van Oranje was 'slechts' een graaf. Daarnaast was Anna luthers en Willem van Oranje katholiek. Ook was er bezorgdheid over de financiële situatie van de prins, die schulden had. Anna's grootvader landgraaf Filips I van Hessen bleef zich tot het einde tegen het huwelijk verzetten en niemand van haar moeders kant van de familie kwam naar de bruiloft. Het huweliijk bleek al snel erg slecht te zijn. Willem ging regelmatig vreemd, hij was dus een schuinsmarscheerder ofwel leidde een losnamdig en onzedelijk leven, en toen Anna ook eens vreemd ging (met de vader van later beroemde schillder Rubens) werd Anna op 14 december 1571 gedwongen in te stemmen met een echtscheiding. Anna werd vervolgens opgesloten, mocht haar eigen kind niet meer zien en werd uiteindelijk krankzinnig en ook krankzinig verklaard, wat als reden van van de echtscheidinng in de schoolboekjes terecht kwam. Haar kinderen werden haar afgenomen en vanaf 22 december 1576 bracht ze de rest van haar leven door in een ruimte met twee kamers met dichtgemetselde ramen in het paleis van de Saksische keurvorst in Dresden. Ze stierf daar aan verwaarlozing en uitputting. En dat heeft Willem van Oranje allemaal toegestaan, wellicht aangemoedigd. Dus vredelievend was die Willem helemaal niet. En dan noemen we hem 'vader des vaderlands'. (Bron: Verborgen Verleden d.d.18-2-2023 over de gebroeders Anker, advocaten).
  • onze huidige koning is geen rechtstreekse afstammeling van Willem van Oranje, maar van Jan van Nassau, de broer van Willem. Hij is gezien zijn voorouders inderdaad van Duitse bloed en wel voor meer dan 92% met een Duitse vader, een Duitse grootvader, een Duitse overgrootvader en een Duitse betovergrootmoeder.

    Ook hier wordt het tijd dat de geshiedenis eens herschreven wordt.

    In het boek "De Ware Kijk Op" vind je meer voorbeelden van manipulaties met historisch overleveringen.