We dienen de mythen rondom Karel de Grote terug te brengen tot ware proporties, zowel zijn persoon, zijn rijk en zijn belang als historische figuur voor Europese eenwording. Dan kun je Napoleon of zelfs Hitler ook wel 'vader van Europa'noemen.
Het mythische van dictator Karel de Grote moet herschreven worden.
Maar zoals eerder vermeldt:
het grootste probleem bij mythen is nog steeds dat zij gemakkelijker ontstaan dan opgeruimd worden. Een van de hardnekkigste mythen is dat Karel de Grote analfabeet was, dat hij niet zou kunnen lezen en schrijven. Binnenkort hierover meer!
«beginHet is onvoorstelbaar dat er niets verandert aan de loop van de geschiedenis zoals die algemeen aanvaard is. Zeker nu is aangetoond dat die traditionele opvattingen er vaak faliekant naast zitten.
Neen, het is geheel voorstelbaar als je ziet hoe de historische wereld omgaat met de feiten. Het lijkt erop dat hoe langer iets geleden is, des te sterker men er van overtuigd is, dat de eenmaal aangenomen geschiedenis ook de juiste is. Wijst dit op de deskundigheid van de historici?
Het is soms onthullend om vast te stellen dat ook bestudeerde historici soms tot andere dan de gangbare conclusies kwamen en komen. Alsof men nu eindelijk eens zelf gaat nadenken over de 'vastgestelde geschiedenis' en eens echt gaat uitzoeken hoe het dan werkelijk zit. Maar er veranderd ondertussen niets. De Bataven blijven in de Betuwe, hoewel er geen enkel bewijs voor is dat die daar ooit gewoond hebben. Zie ook de discussies over de Peutingerkaart. De opvattingen van de grootste opponenten van Albert Delahaye (Stolte, Hugenholtz, Blok, Bogaers, Halbertsma) worden steeds meer losgelaten. Zie het Bronnenboek van Nijmegen. Zelfs van Arnoud-Jan Bijsterveld krijgt Delahaye gelijk met de kerken in Noord-Brabant die niet ouder zijn dan de 12e eeuw.
Toch blijven we maar in rondjes ronddraaien terwijl er nu toch eens knopen doorgehakt moeten worden en we enkele standpunten in moeten nemen.
Nu we de Canon van Nederland gaan herzien en meer aandacht gaan geven aan de zwarte bladzijden in de geschiedenis en aan de vrouwen, hetgeen geen enkele relatie heeft met elkaar, moeten we de altijd verheerlijkte krijgslieden als Piet Hein en Jan Pieterszoon Coen en de machthebbers als Julius Caesar en Karel de Grote ook in een realistischer perspectief gaan plaatsen.
Na de geografische correcties moeten nu ook de historisch inhoudelijke correcties volgen. We kunnen in die Canon van Nederland ook enkele hoofdstukken schrappen om plaats te maken voor vernieuwingen. De commissie van de Canon van Nederland heeft nog werk genoeg te doen.