Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |
![]() Veel Romeinse kampen lagen 25 mijl (37 km) tot 30 mijl (44 kilometer) uit elkaar: afstanden die te voet haast niet haalbaar zijn in één dag, zeker niet bij zware bepakking van de legionairs en het meenemen van allerlei bouwmaterialen. Lees meer over reizen in de oudheid. ![]() In het boek "Het Lege Land" blijken de traditionele opvatting over de Nederlandse wegen van voor de Franse Tijd, niet alleen vaak naar hun veelvuldige onbegaanbaarheid, maar ook naar hun gebrekkige correlatie en de afwezigheid van een samenhangend wegennet dat daar het gevolg van was. En dan gaat het hier over begin 19de eeuw. Hoe zal het in het begin van de 16de eeuw geweest zijn? De eerste verwijzing naar de problemen van het weke wegdek is zeker juist, die naar het absent veronderstelde doorgaande wegennet echter niet helemaal. Uiteraard waren er wegen, zandpaden, maar het belang van doorgaande wegen werd al in de zeventiende eeuw ingezien en bevorderd, maar nog lang niet overal toegepast. Naast de vele nieuwe trekvaarten werden trekwegen aangelegd die geenszins alleen voor jaagpaarden bedoeld waren, maar die de toenmalige economische centra niet alleen over water, maar ook voor het verkeer over land aaneensloten. De opkomst van Kampen als handelsstad Kampen is ontstaan aan de IJssel, daar waar vroeger deze rivier met tal van vertakkingen haar weg zocht naar de voormalige Zuiderzee. Het is duidelijk, dat zowel de IJssel als de zee een belangrijke rol moeten hebben gespeeld bij de opkomst van de stad. In de vroege - en trouwens ook nog in de volle middeleeuwen - waren er in ons land ten noorden van de grote rivieren bijzonder weinig bruikbare landwegen. De handel bewoog zich dan ook hoofdzakelijk langs de waterwegen! Ook de IJssel moet reeds vroeg een handelsweg van betekenis zijn geweest. Het bewijs hiervoor is Deventer, waar reeds in de eerste helft van de negende eeuw een kleine koopmansnederzetting was gevestigd van waar uit vermoedelijk vooral met de Rijnstreken handel werd gedreven. Uit het feit, dat in 975 sprake is van een bisschoppelijke tol bij deze stad, kan misschien worden afgeleid, dat de IJssel reeds in de 10de eeuw een rol speelde in het doorgaande verkeer naar het noorden en kleine handelsschepen langs deze waterweg hun weg zochten naar Friesland en Noord-Duitsland. Is deze veronderstelling juist, dan was het welhaast onvermijdelijk, dat vroeg of laat ook bij de monding van de IJssel eveneens een handelsstad zou ontstaan. Dit zal dan in de 12de of 13de eeuw zijn geschied, toen de rol van de Ijssel als verkeersweg steeds belangrijker werd, zoals uit de groei van Deventer en de opkomst van plaatsen als Zutphen en Doesburg blijkt. Uit de onderstreepte woorden blijkt dat er nogal veel sprake is van veronderstellingen. Ziet U ook hier de cirkelredenering? Het bevaarbaar zijn van de IJssel wordt afgeleid van het ontstaan van de plaatsen Deventer en Zutphen, die ontstaan door het bevaarbaar zijn van de IJssel. Handel met Duitsland (waarin werd gehandeld?) kan pas plaats hebben gevonden als de IJssel een bevaarbare verbinding met de Rijn had. |
Het reizen en contact met elders was in vroegere tijd zeer beperkt, en verliep gedurende grote delen van het jaar nog eens extra traag door de seizoeninvloeden die de wegen slecht begaanbaar maakten. Het reistempo was nooit sneller dan voetstaps en zelden werd er meer dan 25 km per dag afgelegd (Bron: M.Müller). Te voet kon men in de Romeinse tijd gemiddeld 20 à 30 km per dag afleggen. Met paard, muildier of wagen kon men maximaal 60 km afleggen. (Bron: Johan Hendriks).
De visie van Albert Delahaye.
Opvallend: van de Romeinse wegen zijn slechts stukjes teruggevonden precies in het overstroombare deel van laag Nederland. De Romeinen hebben steeds 'strijd' moeten leveren tegen de overstromingen, wat wel blijkt uit de vele reparaties aan die wegen. Het waren ook geen mooi geplaveide wegen zoals de Via Appia, immers van het plaveisel is nooit iets teruggevonden. Het waren meer 'knuppelwegen' bedoeld om droge voeten te houden op de steeds onderlopende delen van die weg. Uiteindelijk hebben de Romeinen hun voortdurende 'strijd' tegen het water opgegeven en zijn rond 260 n.Chr. uit Nederland vertrokken en hebben hun grens verplaatst naar Noord-Frankrijk op de lijn vanaf Boulogne-sur-Mer over Bavay richting Keulen. Wat weten we uit de klassieke teksten? In veel klassieke teksten worden niet altijd de reizen aangegeven, maar vaak wel de plaatsen waartussen de reis zich voordeed. Bij het bepalen van welke plaats bedoeld wordt, is de reisafstand mede bepalend. Als Karel de Grote een veldtocht tegen de Saksen onderneemt en de historici plaatsen de Saksen in Noord-Duitsland, dan zijn die veldtochten onmogelijk uitvoerbaar geweest. Zie voor enkele voorbeelden de Annales Regni Francorum. ![]() Op de website "Viabundus map" kan men afstanden tussen plaatsen en de duur van reizen berekenen in het jaar 1500. Hoe lang deed men omstreeks 1500 over een reis van Utrecht naar Deventer? Of van Nijmegen naar Paderborn? Of van Utrecht naar Dokkum? Dankzij een nieuw onderzoeksproject is die vraag eenvoudig te beantwoorden. Een online routeplanner laat zien welke wegen men moest nemen en hoe lang de reis duurde. De routeplanner bestrijkt Noord-Europa, van de Noordzee tot de Wolga. Erfgoed Brabant heeft in het voorjaar van 2022 met verschillende enthousiastelingen gewerkt om het Brabantse deel van de routeplanner te verbeteren. Maar hoe ging dat reizen precies? Gemiddelde afstand per dag Voor de routeplanner hebben de onderzoekers gekeken naar de gemiddelde snelheid en tijd die een wandelaar per dag besteedde aan reizen. Dat geeft een dagelijks limiet van ongeveer 35 kilometer. Een flinke wandeling dus. De routeplanner houdt ook rekening met veerponten, al is het natuurlijk lastig om die tijd precies in te schatten. Dat zal mede afgehangen hebben van lokale omstandigheden. Reizen als handelaar en boodschapper Wie ook nog een wagen meeneemt met daarin handelswaar, kan te maken krijgen met stapelmarkten. Een stad kon handelaren verplichten om hun goederen enkele dagen op de markt aan te bieden voordat ze verder mochten gaan. Een voorbeeld van zo'n stad is Venlo. De routeplanner houdt rekening met dit soort rechten. De snelste reiziger was de boodschapper. Steden en heren stuurden constant bodes naar elkaar om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen. Soms konden deze boodschappers gebruik maken van paardenwissels. Op een specifiek punt, vaak bij een herberg, mochten ze hun afgereden paard omwisselen voor een vers exemplaar. Reizen over water Wat moeilijker is om te plannen, is een reis per boot. Een boot ging zo snel als de rivierstroming en de wind, en dat varieerde per seizoen en per dag. Daarom is dit niet opgenomen in de routeplanner. Voor het gebied dat we nu kennen als Noord-Brabant was de Maas de belangrijkste rivier. Maar ook een lastige: de Maas is een regenrivier en kende (en kent) daardoor grote verschillen in de waterstand. Dordrecht was de belangrijkste stad in de Maasmonding, want vanaf daar kon de lading worden overgeladen van zeeschepen op rivierboten. Als het meezat kon men stroomopwaarts varen tot aan Venlo. Maar dan moest wel flink tol betaald worden. Afhankelijk van het jaar moest men op zo'n 6-8 plaatsen tol betalen. Vooral in het oosten van Brabant waren er veel kleinere heren die allemaal een graantje wilden meepikken van de Maashandel. Venlo was, net als Dordrecht, een overslagpunt. Maar dan niet op grotere, maar op kleinere schepen. Richting Luik was de Maas moeilijker bevaarbaar. We geven hieronder enkele voorbeelden van afstanden en reistijd. Let wel het gaat hier om ca.1500. Hoe was dat dan rond 800? In de tijd van Karel de Grote of in 700 in de tijd van Willibrord en Bonifatius? In elk geval niet sneller, immers veel wegen waren er nog niet. ![]() Van Utrecht naar Deventer was een afstrand van 80 km. Daar deed men in 1500 dus ruim 2 dagen over! En hoe lang duurde dat rond 850 toen de Utrechtse bisschop Hunger naar Deventer vluchtte? In elk geval niet sneller, immers veel wegen waren er nog niet. Echter 'in de vroege -en trouwens ook nog in de volle middeleeuwen- waren er ins ons land ten noorden van de grote rivieren bijzonder weinig bruikbare wegen. De handel bewoog zich hoofdzakelijk over waterwegen'. (Bron: Kampen vroeger en nu. Dr.C.N.Fehrmann. 1972). En omdat de IJssel nog geen aansluiting had met de Rijn, was een reis van Utrecht naar Deventer over water pas mogelijk na de 10de eeuw, eerder bestond Deventer trouwens ook nog niet. Lees meer over Deventer. Het ontstaan van Kampen ligt volgens het hier geciteerde boek ook pas in de 13de eeuw. Zie info over Kampen in de linker kolom. ![]() Van Nijmegen naar Verden: daar deed men in 1500 dus ruim twee weken over (15 dagen en 4 uur)! En in 800 toen de Karel de Grote er tegen de Saksen streed? Daar deed hij nog veel langer over om er te komen. Waar verbleef men 's nachts? En dan ging hij met zijn leger ook nog terug. ![]() Van Nijmegen naar Paderborn is 234 km : daar deed men in 1500 dus ruim 6 dagen en 5 uur over! En in 800 toen de Karel de Grote een bijeenkomst hield en ook nog Saksen ontving? (kwamen die even over uit Noord-Duitsland?) En dan ging hij met zijn leger ook nog terug. Dan is de optie van Delahaye toch veel logischer, die deze reis van Noyon naar Pierrefonds laat lopen. Dat is een afstand van 30 km en dat loop je in 7 uur. Te paard doe je dat zelfs maar in 2 uur. (De optie Pierremont -Aisne- wordt ook genoemd en is ook mogelijk. Dat ligt op 75 km van Noyon). ![]() Een aansprekend voorbeeld is de reis van Utrecht naar Dokkum die Bonifatius gemaakt zou hebben. Het was een reis over land van ruim 220 km (in 1500!). Daar deed men te voet ruim 6 dagen over. In 754 was dit over land door moerassen, laagveen en overstroomde rietvelden niet te doen. De genoemde plaatsen, inclusief Utrecht en Dokkum, bestonden nog niet in 754. Lees meer over Utrecht en Dokkum. Waar sloeg Bonifatius en zijn gezelschap van 52 gezellen en een aanzienlijk Frankisch leger elke avond hun tenten op? Bonifatius zou dan ook over water gereisd hebben, over de Zuiderzee (volgens de traditie, waarbij de Zuiderzee in de traditie onjuist Almere genoemd). Maar de Zuiderzee bestond nog niet in 754. De Zuiderzee is pas ontstaan in 1170 bij de Allerheiligenvloed. En dan nog. In Friesland of in Dokkum zijn na die moordpartij geen boten gevonden. Ging het gezelschap -voor zover niet vermoord- met al die boten dan terug naar Utrecht? Volgens de traditionele opvattingen wel. Maar in Utrecht zijn ook nooit boten gevonden uit de 8ste eeuw. Het verblijf van Bonifatius in Dokkum is niet alleen tekstueel en archeologisch nooit aantoonbaar gemaakt, maar nu blijkt die reis ook fysiek nooit plaatsgevonden te kunnen hebben. En hoe staat het dan met de missiereizen van Willibrord tussen Helgoland en Echternach? En die reizen van Bonifatius tussen Fulda, Utrecht en Dokkum? Dat was in 1500 een reis van 650 km waar men 3 weken over deed. En is dat in 754 ook mogelijk geweest, zo dwars door Duitsland en Nederland? Deze 'heiligen' worden dan wel wonderbaarlijke reizen en afstanden in hun schoenen geschoven, maar zij waren zelf gewone mensen die alles te voet aflegden. Dat Willibrord of Bonifatius over een paard beschikt zouden hebben, is in tegenspraak met hun gelofte van armoede. Een paard was slechts in bezit van rijke en adellijke mensen. Lees meer over Bonifatius. Lees het boek "De Ware Kijk Op" voor al deze en andere teksten en oordeel zelf! |
Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |