Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |
![]() De basiskennis van de gemiddelde Nederlande is wat geschiedenis betreft nog steeds gebaseerd wat men p de basisschool leerde. De opsommingen van vooral feiten en feitjes bevatten nogal veel onvolkomenheden, veel annamen en vooral veel fouten. Zie enkele voorbeelden bij de afbeeldingen hiernaast. Maar met het historische besef is ook heel wat mis, zoals telkens blijkt uit enquetes en vragenlijsten. Friso Wielenga wijst er ook op in een interview in Historisch Nieuwsblad van nov.2012. "Hardnekkige clichés over de Nederlands geschiedenis, die experts al vaak onderuit hebben gehaald, blijven toch gangbaar". Het ontbreken aan enig historische besef is zelfs bij Tweede Kamerleden vastgesteld. Een kamerlid meende zelfs dat Willem van Oranje in 1600 bij Dokkum werd vermoord. Hier worden vier zaken onjuist met elkaar in verband gebracht. En als deze zaken niet tegengesproken worden, nemen ze al snel een vorm van 'ware geschiedenis' aan. Geschiedenis gaat over wat er in het verleden is gebeurd. Het draait alleen om historische feiten, niet om aanamen, vermoedelijk- of mogelijkheden. Voor wie zo verstandig is geweest geen geschiedenis te gaan studeren, maar een 'echt vak' heeft geleerd, is het allemaal vrij eenvoudig. Vandaar dat niet-historici zich vaak verbazen als er alweer een boek over de Tweede Wereldoorlog verschijnt, of het zoveelste boek over Julius Caesar, Karel de Grote of Napoleon. Eerstejaars studenten geschiedenis leren echter al snel dat het begrip 'historisch feit' tamelijk problematisch is. Niet alleen kan onderzoek nieuwe 'feiten' aan het licht brengen of bestaande onderuithalen; maar ook veranderen de ontwikkelingen in het heden onze kijk op het verleden. Het verleden is een grabbelton waaruit elke nieuwe generatie stukken en fragmenten tevoorschijn haalt om er een verhaal van te maken dat haar kan helpen haar eigen tijd beter te begrijpen: schrijft Peter Raedts in 'De ontdekking van de Middeleeuwen'. Zijn boek gaat expliciet over de beeldvorming van een bepaalde periode, maar ook uit de vier andere boeken op de shortlist blijkt dat veel historisch onderzoek niet zozeer gaat over het verleden an sich, maar vooral over onze kijk erop. Op het eerste gezicht lijkt 'Middeleeuwen' een tamelijk neutrale aanduiding voor een tijdvak, maar in werkelijkheid is het een uiterst polemische term. Hij werd gemunt door de Italiaanse dichter Francesco Petrarca (1304-1374), die de eeuwen die volgden op de ondergang van het Romeinse Rijk zag als een duistere, smerige en barbaarse 'middentijd'. Volgens hem gaapte er een diepe kloof tussen de glorieuze Oudheid en zijn eigen tijd, die misschien zou overgaan in een nieuw, gelukzaliger tijdvak. De negatieve waardering van de Middeleeuwen is ongekend invloedrijk geweest en werkt nog door. Volgens Raedts duurde de Middeleeuwen in veel opzichten tot ongeveer 1800, een opvatting die toch ook weer losgelaten is. |
Sinds de uitvinding van de boekdrukkunst hebben de geschiedenisverhalen zich verspreid als een lopend vuurtje. Men was zo onder de indruk van dat geschetste roemrijke verleden van die Hollanders, onze voorouders, dat die verhalen erin gingen als zoete koek. In de latere perioden, vooral na de invoering van de leerplicht en het vak 'vaderlandsche historie', werd de jeugd gehersenspoeld met dat roemruchte verleden, inclusief alle mythen en legenden. Juist die wonderlijke verhalen, die mythen, sagen en legenden beklijfden zodanig dat zelfs de huidige generaties daar nog steeds mee behept zijn. Wat men in de jeugd eenmaal geleerd heeft, blijft sterk tot de verbeelding spreken. Veel van de afbeeldingen uit die oude schoolboekjes zijn nog steeds bekend, inclusief de fouten, zoals met hoorns gehelmde woeste Noormannen op drakenschepen. Zie de voorbeelden uit enkele schoolboekjes hieronder.![]() ![]() ![]() ![]()
De visie van Albert Delahaye. ![]() ![]()
"Het ontmaskeren van mythen is een favoriete bezigheid van de geschiedschrijving". Deze quote van Anton van Hooff (Historisch Nieuwsblad, dec.2010/jan.2011) is een zeer terechte opmerking. Alleen hij houdt zich er zelf verre van. Zie bij Van Hooff. Dat er heel wat mythen bestaan in de Nederlandse geschiedschrijving is dan wel algemeen bekend, maar men komt er niet toe deze eens op te ruimen. Ze blijken steeds weer de kop op te steken, wat het gevolg is van de grote naschrijverij in historisch Nederland. Friso Wielenga wijst er ook op in een interview in Historisch Nieuwsblad van nov.2012. "Hardnekkige clichés over de Nederlands geschiedenis, die experts al vaak onderuit hebben gehaald, blijven toch gangbaar". Het ontbreken aan enig historische besef is zelfs bij Tweede Kamerleden vastgesteld. Een kamerlid meende zelfs dat Willem van Oranje in 1600 bij Dokkum werd vermoord. Hier worden vier zaken onjuist met elkaar in verband gebracht. En als deze zaken niet tegengesproken worden, nemen ze al snel een vorm van 'ware geschiedenis' aan. Er bestaat een hele lijst van mythen, die zelfs gerenomeerde historici nog regelmatig parten spelen. Voorbeelden van deze mythen (die soms in het Historisch Nieuwsblad worden gecorrigeerd) zijn:
|
Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |