De historische geografie van de lage landen.
Terug naar de beginpagina.
Het Bronnenboek van Nijmegen weerlegt de Karolingische geschiedenis van Nederland.
Naar het overzicht in het kort.

Bruit van d'Eem.

Deze pagina wordt nog gewerkt!


Bruit van d'Eem is het nieuwe standaardwerk over de Amersfoortse geschiedenis. De redactie bestaat uit Rob Kemberink en Burchard Elias, die ook de auteurs van enkele hoofdstukken zijn.
Verdfer wordt de hele lijst medewerkers genoemd: Leen Alberts, Paul Brusse, Fred van Kan, Wim Lenselink, Ruud Meijer, Ellen Palmboom, Ronald Rommes, Andy Schuurman, Hans Smit, Francien Snieder en Dirk Steenbeek. Eindredactie Ingrid Jacobs.

Het verhaal is dat Amersfoort in 1259 geen stadsrecht kreeg, maar daar ging een lange ontwikkeling aan vooraf. De vroegst bekende vermelding van de naam dateert van 1028 (zie hiernaast), al was toen nog niet van een nederzetting sprake.
Amersfoort is geworden tot een middelgrote plaats met een historisch hart en veel economische bedrijvigheid daaromheen. De grootste groei had plaats rond 1900, na de Tweede Wereldoorlog en na 1975 toen Amersfoort werd aangewezen als groeistad. Deze geschiedenis is globaal in vijf tijdvakken verdeeld: de vroege middeleeuwen tot 1579, 1579-1800, 1800-1890, 1890-1975 en de groeistadperiode vanaf 1975. De begrenzingen van de periodes zijn niet star, voor de kerkgeschiedenis bijvoorbeeld liggen ze anders dan voor de economische ontwikkelingen. Binnen de tijdvakken is de geschiedenis thematisch geordend. In ieder deel komen aan de orde: stad en bevolking, economische en sociale ontwikkelingen, politieke en bestuurlijke ontwikkelingen, kerkgeschiedenis, onderwijs en cultuur.
In dit kloeke boekwerk (2 delen, 987 pagina's) over de geschiedenis van Amersfoort, worden toch weer enkele mythen herhaald die dus blijven voortbestaan.

Een aantal van die mythen worden hiernaast genoemd, maar zijn ook terug te vinden in de Ware Kijk Op de geschiedenis van Nederland en de visie van Albert Delahaye, allemaal voortgekomen uit de opvatting dat het paleis Noviomagus van Karel de Grote in Nijmegen stond. Zie het kader hieronder!




De Fundamentele verwarring bestaat uit de vraag of Noviomagus uit de klassieke teksten Nijmegen is of Noyon. Het kernpunt waar alles mee begon en waar alles om draait is deze hier genoemde fundamentele verwarring. Deze kwestie ligt aan de grondslag van talloze andere opvattingen, zoals de verwarring rond Trajectum: was het Utrecht of was het Tournehem en Dockynchirica, was dat Dokkum of Duinkerke? Immers als Nijmegen fout is, is Utrecht ook niet de bisschopszetel van Willibrord en werd Bonifatius niet in Dokkum vermoord en dan was de Betuwe ook niet het land van de Bataven. Dat gebeurde allemaal in Noord-Frankrijk!
De titel van dit boek (2 delen) is een verwijzing naar het ontstaan van Amersfoort aan de Eem. Die verwijzing is niet alleen onjuist, maar een volkomen mythe. Amersfoort ontstond niet aan de Eem, een naam die niet eens bestond. De 'oude Amersfoorters' noemde het water aan hun plaats volgens de oudste bronnen 'de Beek'. De naam Bruit van d'Eem is afkomstig van een gedicht van Joost van de Vondel uit 1657. Blijkbaar vond Rob Kemperink zo'n naam wel passen bij Amersfoort, hoewel 'droog plekje in een natte omgeving' beter toepasselijk zou zijn.

Dat Amersfoort aan het water gesticht zou zijn vanwege de bierproductie is eveneens een mythe. In de 12de eeuw toen Amersfoort werkelijk ontstond, was er van bierproductie nog geen sprake. Wel heeft de mens altijd aan zuiver drinkwater behoefte gehad. Met het vrijkomen van overstroomde natte gronden kwam vanzelf de bewoning op gang. Er was behoefte aan werklui voor de ontginningen en bouw van dijken. De de hele bevolking van Amersfoort bestaat vanouds uit immigranten.

De visie van Albert Delahaye.
De geschiedenis van Amersfoort staat model voor de geschiedenis van veel andere plaatsen in Nederland. Teksten en archeologie komen niet overeen. Er zit zelfs een grote discrepantie tussen. Amersfoort zou al vermeld worden als plaatsnaam begin 11de eeuw, terwijl de oudste archeologische sporen (na de steen- en ijzertijd) uit de 13de eeuw datereren. Ook in Amersfoort ontstond de plaats door immigranten vanuit het zuiden. 'Geconstateerd zijn sporen van boeren uit de ijzertijd (ca.500-0v.Chr). Daarna werd het gebied te nat. Pas in de 11de/12de eeuw begon het grondwater weer te zakken. In de 13de/14de eeuw was het gebied verder toegankelijk. (Kroniek 4, dec.2010.) Die toegankelijkheid betekende nieuwe bewoners: immigranten. Lees hieronder meer over de geschiedenis van Amersfoort en over de nog steeds voorkomende mythen in die geschiedenis, zoals de onjuistheden in de oorkonde uit het jaar 777, waarmee de misvattingen begonnen.


Eem of Beek?
De Eem, Amersfoorts levensader. De modderige river noemen we nu de Heiligenberger- of Lunterse beek, maar de middeleeuwse Amersfoorters hadden het kortweg over de "Beek". Ten noorden van de huidige Zwaanstraat ontmoette de 'beek' de Barneveldse beek of Flierbeek en kwamen samen in het moeras ter plaatse. Amersfoort ligt in het 'gootsteenputje' van de Vallei.(Bron: Kroniek 3, september 2003.)
Bruit van d'Eem.
De naam 'Bruit van d' Eem' komt uit het gedicht van Joost van den Vondel "de Nachtegael van Amisfort" uit 1657. "Godts hant beproeft de Bruit van d'Eem, als Godts verkoren door 't water van den Rijn, als 't sneeuw te snel ontdoit".
Vondel verwijst hier duidelijk naar de natte bedoening en overstromingen in Amersfoort, wat de auteurs blijkbaar niet doorzien hebben. Ze vermelden bij hun uitleg over dit gedicht (p.10 en 11) namelijk niet.


Lees meer over de oudste geschiedenis van Amersfoort, over de regio Flehite, over de oorkonde uit 777 en de 4 bossen en de villa Lisiduna die hierin genoemd worden. Lees ook meer over twee nieuwe boeken over Amersfoort, over de oorkonden uit 1006,1028 en 1050t, over een reis door de tijd en over 200 jaar Katholiek Lager Onderwijs.

Wat lezen we zoal in Bruit van d'Eem?

We vermelden per pagina onze opmerkingen. De nummering hieronder kan wijzigen vanwege wijzigingen of invoegingen.
  1. Het eerste en grootste misverstand is dat Amersfoort in 1259 stadsrecht kreeg (p.66-71). In de betreffende oorkonde staat helemaal niets over een stadsrecht! Er wordt alleen verwezen naar het recht van de stad Utrecht, waar we ook niet veel wijzer van worden. "De schepenen van Utrecht mogen het marktrecht handhaven en de inwoners die bijdragen aan de aanleg van de aarden wal worden voortaan vrijgesteld van tol, mits hun goederen in de stad worden verhandeld." Bron: Kroniek maart 2009. En ook bij deze oorkonde blijft de vraag in hoeverre deze nog authentiek is, immers de oudste kopie waarover we beschikken stamt uit 1344 (in dit boek wordt een zegel genoemd uit 1342)! Te vaak werden oorkonde 'aangepast' aan tijd en gewenste omstandigheden.

  2. Hoofdstuk 1 begint met de geschiedschrijving van Amersfoort, waarin meteen al enkel misverstanden worden genegeerd. Zoals Rob Kempering schrijft: "Dit is niet het eerste boek dat de geschiedenis van Amersfoort tot onderwerp heeft, integendeel, het staat in een lange traditie. Die traditie begint met een drietal kloosterkroniekjes uit de late middeleeuwen en de vroege zestiende eeuw. Ze zijn niet in origineel behouden, maar overgeleverd in zeventiende-eeuwse afschriften en excerpten". Het is precies in de zeventiende eeuw waarin een aantal mythen voor het eerst werden opgeschreven en vervolgens werden verspreid als ware geschiedenis.

  3. Bij het Anoniem portret van de Leidse hoogleraar en rechtshistoricus Anthonius Matthaeus (1635-1710), lezen we. Op verzoek van het Amersfoortse stadsbestuur gaf hij enkeLe tot dan ongepubliceerde teksten uit in de Rerum Amorfortiarum ( ... ). Hij Leverde daarbij uitvoerig commentaar waarin hij de zeLfstandigheid van de stad in de middeLeeuwen ten opzichte van het gewestbestuur benadrukte.(p.21). In 1760 publiceerde Abraham van Bemmel (1703-1785) zijn tweedelige Beschryving der Stad Amersfoort (p.22-23). In 1878 verscheen te Amersfoort het tweedelige werk van W.F.N. van Rootselaar, Amersfoort, 777-1580. (p.24). Het werk van deze kapelaan ken vele bezwaren en veel beweringen van Van Rootselaar zijn intussen achterhaald (p.25). De studie van dr. M.L.J.Meijer uit 2004 was in feite het vervolg op het boek van dr. C.A. van Kalveen Onderwijs te Amersfoort 1806-1860. Dat boek verscheen in 1964 in een serie publicaties van de Oudheidkundige Vereniging Flehite. In het eerste hoofdstuk worden enkele boeken genoemd die als bron gediend hebben. Helaas zijn die hierin voorkomende opvattingen niet allemaal verder onderzocht, maar klakkeloos overgenomen. De hierin voorkomende onjuistheden bespreken we al op elders op deze wensite, maar worden hierna nog even aangestipt.



  4. De oorkonde van Karel de Grote uit het jaar 777 wordt ook hier weer genoemd (en wel op p.24, 25, 28, 35, 43, 47, 58, 59), alsof de geschiedenis van de omgeving van Amersfoort (Flehite) daarmee zou beginnen. De waarheid is geheel anders. Amersfoort wordt hierin ook niet genoemd, wel de villa Lisiduna dat opgevat werd als Leusden. De archeologie van Leusden bevestigt dit verhaal allerminst. Alles wat toen en voor die tijd beschreven werd, moet met de nodige omzichtheid en wantrouwen bestudeerd worden. Lees meer over Leudsen.

    De kern van dit hele verhaal berust op een volkomen misvatting. Van deze oorkonde die in het jaar 777 uitgegeven werd in Numaga, dat Nijmegen zou zijn en een schenking aan de bisschop van Trajectum betrof, dat als Utrecht werd opgevat, is aangetoond dat het helemaal niet over Nederland handelde, maar over Noord-Frankrijk. Het is onweerlegbaar vastgesteld dat Nijmegen en Utrecht in 777 nog niet eens bestonden. Van een paleis van Karel de Grote in Nijmegen is tekstueel aangetoond dat het Noyon was en archeologisch is van dat vermeende paleis in Nijmegen, dat er toch bijna 3 eeuwen gestaan met hebben, nog geen enkel spoor gevonden, ondanks wat men in Nijmegen nog steeds beweert. Zolang men dat paleis in Nijmegen niet gevonden heeft, kan men de rest van de traditionele geschiedenis in Nederland die hierop gebaseerd is geweest wel vergeten.



  5. (p.) .

  6. (p.) .

  7. (p.) .

  8. (p.) .

  9. (p.) .

  10. (p.) .

  11. (p.) .

  12. (p.) .

  13. (p.) .

  14. (p.) .

  15. (p.) .

  16. (p.) .

  17. (p.) .

  18. (p.) .

  19. (p.) .

  20. (p.) .
  21. (p.) .

Bruit van d'Eem.






Lees het boek "De Ware Kijk Op" voor al deze en andere teksten en oordeel zelf!

Terug naar de beginpagina.
Het Bronnenboek van Nijmegen weerlegt de Karolingische geschiedenis van Nederland.
Naar het overzicht in het kort.