De historische geografie van de lage landen.
Terug naar de beginpagina.
Het Bronnenboek van Nijmegen weerlegt de Karolingische geschiedenis van Nederland.
Naar het overzicht in het kort.

Een reis door de tijd. Veertig jaar stadsarcheologie in Amersfoort.

Lees meer over achtergronden om een goed begrip te krijgen over de werkwijze in de historische wetenschap.

Citaten van Historici


wetenschap is twijfel


ongelooflijk


onnozelheid


Heiligenlevens


Kletspraat

Aan deze pagina wordt nog gewerkt!






De Fundamentele verwarring bestaat uit de vraag of Noviomagus uit de klassieke teksten Nijmegen is of Noyon. Het kernpunt waar alles mee begon en waar alles om draait is deze hier genoemde fundamentele verwarring. Deze kwestie ligt aan de grondslag van talloze andere opvattingen, zoals de verwarring rond Trajectum: was het Utrecht of was het Tournehem. En Dockynchirica, was dat Dokkum of Duinkerke? Immers als Nijmegen fout is, is Utrecht ook niet de bisschopszetel van Willibrord en werd Bonifatius niet in Dokkum vermoord en dan was de Betuwe ook niet het land van de Bataven. Dat gebeurde allemaal in Noord-Frankrijk!


In dit boek wordt een tijdsbalk gegeven vanaf 40.000 jaar geleden tot nu. We plaatsen hier het gedeelte vanaf het jaar 0 tot NU. Opvallend op deze tijdsbalk zijn de witte blokken tussen 300 en 700. Het is de periode dat er in Nederland nauwelijks van bewoning sprake was. Nederland bestond toen uit en een nat moeras- en veenlandschap. Vanaf 777 zou de streek rond Amersfoort genoemd zijn in de oorkonde van Karel de Grote, wat dan wel aangenomen is, maar er is geen enkel bewijs dat het in die Franse oorkonde over Nederland zou gaan. Die eerste bewoning wordt op deze tijdsbalk ook aangegeven met de oranje kleur en begint voor Amersfoort halverwege de 11de eeuw (rond 1050). Maar is dat ook zo?

De visie van Albert Delahaye.
De oorkonde van Karel de Grote uit het jaar 777 gaat niet over Nederland, maar over Frankrijk. De in deze oorkonde genoemde plaatsen zijn in Nederland voor het merendeel nooit gelokaliseerd. Het Bronnenboek van Nijmegen slaat deze namen ook over. De wel als zodanig opgevatte plaatsnamen blijken doublures van Franse plaatsnamen te zijn. Na de Romeinse tijd begint de bewoningsgeschiedenis van Nederland weer in de 10de eeuw, al is dan nog zeker niet structureel en ook in het geheel niet omvangrijk.


Een reis door de tijd.
In dit boek wordt de archeologie beschreven die in Amersfoort en omgeving in de laatste 40 jaar heeft plaats gevonden. Het is een uitgave van Centrum voor Archeologie van de gemeente Amersfoort en boek is mede mogelijk gemaakt door de Stichting Archeologie Amersfoort en een subsidie van het Fonds voor Cultuur-participatie. Eerste druk, 300 exemplaren, februari 2024. De redactie bestaat uit Arnold Korste, Sanne Beumer, Maarten van Dijk en Mattijs Wijker. Archeoloog ltamar de Rooze vertelt: "Er komen veel prachtige verhalen uit de bodem: verhalen over vroeger, over ons gezamenlijk verleden, over de geschiedenis van stad, land en de specifieke plek. En al die verhalen, die zijn van ons allemaal."
Centrum voor Archeologie.
Wij vertellen graag over wat we 'onder onze voeten' allemaal vinden. En dat doen we zowel met onze publieksite als in ons pand aan de Westsingel 46, waar je elke woensdag- en vrijdagmiddag tussen 14:00 en 16:30 uur kunt binnen lopen. De vitrinekasten staan vol met voorwerpen die we in Amersfoort en omgeving opgegraven zijn. Je kunt ook in ons restauratie-atelier zien wat we allemaal doen: van het restaureren van aardewerk tot allerlei onderzoek. Je kunt natuurlijk Aagje van dichtbij bekijken. Op onze website op www.archeologischcentrum.nl vind je het verhaal van Aagje, al onze opgravingen en publicaties, de Storymap, mooie verhalen bij onze vondsten en nog veel meer. Een mooie manier om 'alles' over archeologie in Amersfoort te weten te komen.


Welke opvallende zaken lezen we in dit boek? Onze belangstelling gaat slechts uit naar de oudste archeologisch vondsten. Na elk citaat volgt een Opmerking in rood.

  • De eerste beschrijvingen van archeologische vondsten in Amersfoort en Omgeving handelen over de pre-historie, steentijd en ijzertijd, tussen 40.000 en 2000 jaar geleden (pagina's 7 t/m 17 en vervolgens de pagina's 19 t/m 25, waar het gaat over Jager-verzamelaars en de eerste boeren).
    Citaat: Zo'n 2000 jaar geleden trekken de Romeinen ons land binnen. Na het jaar 300 lijkt de bewoning in deze regio tijdelijk te stoppen. Ook in Amersfoort zijn er geen sporen uit die tijd gevonden. Waarschijnlijk zijn ook de hoger gronden te nat geworden om te bewonen door de stijging van de zeespiegel. (p.17). De stijging van de zeespiegel, transgressie genoemd, zorgde niet alleen voor het vertrek van de Romeinen uit ons land, maar ook van de overige bewoners. Lees meer over de transgressies.

  • De Middeleeuwse boeren 700-1050. Archeologen vonden de oudste sporen van bewoning uit de vroege middeleeuwen in en rond Oud-Leusden. Daar zijn een grafveld uit de periode 400-700 en sporen van bewoning tot ongeveer 1200 gevonden. In een oorkonde van Karel de Grote uit 777 worden Oud-Leusden en de streek waarin nu Amersfoort ligt al genoemd. Het gaat op pagina 29 over een aantal aangenomen opvattingen, zoals de oorkonde van Karel de Grote uit 777. Ook worden de vroegste vermeldingen van Amersfoort genoemd in het jaar 1028 en in 1050 (op p.35) en het klooster Hohorst op de Heiligenberg zijn aangenomen opvattingen waarvoor geen enkel bewijs bestaat. Deze jaartallen en betreffende akten zijn falsums. Lees er meer over bij oorkonden uit 1006, 1028 en 1050. Lees ook meer over het klooster Hohorst en St.Ansfridus. Voor de oudste sporen in Leusden gevonden verwijzen we naar de Archeologische Kroniek van Utrecht.

  • Weerhorst. Tijdens de bouw van de brug voor de Bunschoterstraat over de Eem in 1986 vond de AWN veel aardewerk. Dit aardewerk dateert uit 650 tot 1200. Het lag ter hoogte van een oude Eemoever, ongeveer 200 meter ten noorden van de huidige oever. Een van de scherven was zogenaamd Walsum-aardewerk. De naam Walsum komt van een plaats in Duitsland waar dit type aardewerk voor het eerst werd aangetroffen. Dit aardewerk stamt uit de periode 650-750 (p.29). De datering van het aardewerk tussen 650 en 1200 is nogal ruim en dus nietszeggend. Hoe kwam die ene scherf op de oever van de Eem? Met opgehoogde grond mee? Met een scherf van Walsum-aardewerk bewijs je natuurlijk niets over bewoning tussen 650 en 750 en al helemaal niets over het jaar 777 van de oorkonde van Karel de Grote.

  • De Oude Hoef. Deze boerderij, die ook wel De Oude Hooft werd genoemd, is gesloopt ten behoeve van de nieuwbouw in Ziel horst. Bij de opgraving in 1987 zijn enkele scherven uit de periode 900-1000 gevonden. Dit is een van de oudste boerderijen van Hoogland (p.29). Ook hier gaat het weer over enkel scherven. Waar is de hele pot? Opvallend is overigens het gat tussen 750 (Weerhorst) en 900 (de Oude Hoef) wat precies de periode is waarover de oorkonde uit 777 zou handelen.

  • Emiclaerseweg 13. Niet ver van De Oude Hoef lag tussen 900 en 1200 nog een andere boerderij. Van de boerderij hebben we alleen de kopse kant opgegraven (p.31). Ook hier weer een erg ruime datering. Het jaartal 1200 zal wel het juiste zijn als andere archeologische bevindingen ermee vergeleken worden. Lees meer over de archeologie van Amersfoort, zoals beschreven in de Kroniek en het tijdschrift Flehite.

  • Waarschijnlijk gaat het hier om de restanten van de 'Hof te Emmeklaar'. Dat was niet alleen een boerderij, maar ook een administratief centrum van de Paulusabdij, die de eigenaar van de gronden in Hoogland was. Hier moesten de boeren uit de regio hun tienden betalen. Op de afbeelding wordt de vroeg Middeleeuwse boerderij in Park Schothorst getoond (p.31). Lees meer over de Paulusabdij en de Middeleeuwse boerderij in Park Schothorst die men in Wijk bij Duurstede niet wenst te hebben en gebouwd is naar een voorbeeld van een huisplattegrond in Kootwijk, aangezien in Wijk bij Duurstede dat het bekende Dorestad zou zijn, geen bruikbare huisplattegronden gevonden heeft.

  • Van boerderij tot stad 1050 -1300. Amersfoort ligt op een strategisch punt. Hier kruisen de twee doorgaande handelsroutes van oost-west en noord-zuid het water van de Eem. Er zijn een paar plekken waar je de beken en de Eem over kan steken. Rond deze doorwaadbare plaatsen (of voord es) liggen tussen 1000 en 1200 een paar boerderijen (p.35). De hier genoemde handelsroutes bestonden pas na de 12de eeuw. Waar die naartoe geleid zouden hebben wordt ook nooit genoemd. Voor die tijd was het gebied ten noorden van Amersfoort ontoegankelijk. Waar de oversteekplaatsen, 'voorden', lagen is ook totaal onbekend. Men meent er wel 5 (vijf) te kunnen aanwijzen.

  • De oudste boerderijen zijn van ongeveer 1050. In wat nu de binnenstad is worden eerst de hoger liggende gronden in gebruik genomen. Pas later volgen de wat nattere gebieden; die worden eerst opgehoogd (p.35). Hier lees je een bevestiging van de voorgaande punten. Aan het jaartal 1050 komt men dor die valse akte.

  • Rond 1170 ontstaat door een paar grote stormen de Zuiderzee. Hierdoor kan in onze streek het water beter weg, waardoor de grond droger wordt. En dat is goed nieuws voor de bisschop van Utrecht, want het gebied is nu beter geschikt voor landbouw. Hij laat de woeste veengronden ten noorden (Hoogland-West en Vathorst) en oosten (Hoevelaken en Leusden) van de stad ontginnen (p.35). Ook hier lezen we weer een bevestiging van het voorgaande. Pas na 1170 ontstaat de Zuiderzee (het was dus niet het Romeinse Flevum) en pas na dat jaar werd het veengebied toegankelijk. Veel tegenwoordige namen herinneren ons nog aan die wad- en moerasgebieden, zoals WAD-horst, Leus-BROEK (broek=moeras), HooglanderVEEN, maar ook KattenBROEK, RandenBROEK en CalVEEN enz.

  • Die ontginningen worden geleid vanuit de 'hofstede' die rond 1100 wordt gebouwd op de plek waar nu de Sint Joriskerk staat. Bij de hofstede moeten de boeren de 'tienden' inleveren om de bisschop en de bevolking in Utrecht te voeden (p.35). Het jaartal rond 1100 wordt nergens bevestigd in de opgravingen in Amersfoort, waar het meeste toch pas uit de 13de eeuw stamt. Een kleine uitzondering met de nodige vraagtekens zou uit de 12de eeuw stammen. Lees er meer over bij Amersfoort.

  • Door de ontginningen neemt het aantal boerderijen en dus ook het aantal mensen in onze streek geleidelijk aan toe. De bedrijvigheid rond de hofstede trekt in de periode 1100-1300 steeds meer mensen aan. Sommige boeren specialiseren zich. Zo ontstaat een klasse van handwerkslieden, zoals smeden en leerbewerkers. Het boerendorp krijgt daardoor een meer stedelijk karakter. In 1259 verleent de bisschop aan Amersfoort stadsrechten. Een van die rechten is dat de stad stadspoorten en een stadsmuur mag bouwen om de groeiende bevolking te beschermen tegen vijandelijke aanvallen. Lees meer over die vermeende Stadregte wat in de betreffende oorkonden niet als zodanig wordt vermeld.

  • Bij de volgende opgravingen hebben de stadsarcheologen sporen en vondsten uit deze periode opgegraven, zoals op het Mooierplein en de Korte Gracht.
    1. Voordat hier werd gebouwd, heette dit gebied het Mooierplein. De kleine huizen in de Mooierstraat en de Rozemarijnsteeg zijn afgebroken voor de bouw van het winkelcentrum. De opgraving van het Mooierplein heeft ons veel over de geschiedenis van Amersfoort geleerd. Hier zijn de oudste sporen van middeleeuwse bewoning in de binnenstad gevonden: rond 1050 (p.35/37). Ook hier wordt weer het jaartal 1050 genoemd. Dat jaartal is dus niet gebaseerd op archeologisch technisch onderzoek, maar op een valse oorkonde,.

    2. Een andere belangrijke vondst is een vroeg bakstenen huis dat rond 1300 op de plaats van een van deze boerderijen is gebouwd. In 1300 zijn stenen huizen in Amersfoort zeldzaam. En het is een groot huis dat gefundeerd is op grote veldkeien. Het jaartal rond 1300 geeft de eerste bewijsbare oudste vondsten in Amersfoort aan. Bakstenen zijn ook pas vanaf die tijd in gebruik in Nederland.

    3. Een derde belangrijk resultaat van de opgraving is de ontdekking dat de Kortegracht gegraven is en dus niet van natuurlijke oorsprong. De Kortegracht (met in het verlengde de Langegracht), zorgde voor een snelle afwatering vanaf de oostzijde van de stad richting de Eem en Zuiderzee. De Kortegracht is omstreeks 1200 gegraven. En naast de functie van afwateringskanaal hebben de twee grachten misschien ook een rol gehad bij het beschermen van wat toen Amersfoort was: een paar boerderijen, wat huisjes van ambachtslieden en de bisschoppelijke hofstede. Het graven van de Kortegracht is waarschijnlijk op initiatief van de bisschop gebeurd (p.37). Naast de nodige twijfel is hier ook sprake van speculatie. Omtrent de wel of niet gegraven grachten bestaat het nodige misverstand en de nodige discussie, zoals over de Kademuur op de Appelmarkt.

  • De Langestraat . Onder de Langestraat is een wegdek uit dunne boomstammetjes aangetroffen uit ongeveer 1200. Daaronder nog een wegdek van ongeveer het jaar 1100. Waarschijnlijk is het 'verharden' van de Langestraat in opdracht van de bisschop van Utrecht gebeurd. Dat wegdek lag op een diepte van zo'n twee meter (p.38). Dit wegdek van boomstammetjes geeft twee duidelijke aanwijzingen aan: 1. het maaiveld lag toentertijd dus veel lager dan nu. Er is de nodige grond opgebracht ter verhoging. In die opgebrachte grond worden dan archeologisch vondsten gedaan die dus niets bewijzen, zolang niet exact bekend is waar die grond vandaan kwam. 2. De boomstammetjes ter "verharding" van hete wegdek geven aan dat het zelfs in de binnenstad van Amersfoort nog een natte, moerasacht gebied was.

  • Het Meursingterrein Ook op andere plaatsen in de stad vestigden zich rond 1100 boeren. Rond 1250 zijn de boerderijen verlaten (p.39). Hiermee wordt niet minder dan meer aangegeven dat er tot 1250 nauwelijks archeologisch vondsten bekend zijn. Immers het jaartal 'rond 1100' is net zo onbewezen als het jaartal 1050. Zier hiervoor.

  • De Hof. Vanaf 1200 is het terrein van de huidige hof over het totale opppervlak met een flink pakket opgehoogd. Aan weerszijden van De Hof zijn de resten van het oude stadhuis opgegraven. Op die plaats waar eerst een houten huis had gestaan, werd rond 1300 een fors vierkant stenen huis gebouwd (p.40). Dit gegeven sluit enkele andere opvattingen uit. Met heeft de St.Joriskerk dus niet gebouwd voordat De Hof opgehoogd was.

  • Het water in de binnenstad. Amersfoort is de plek waar de beken uit de Gelderse Vallei samen komen en als de Eem verder stromen naar zee. En Amersfoort was ook de plek waar je die beken of de Eem over kon steken. De naam van onze stad is afgeleid van 'voorde' (doorwaadbare plaats) door de 'Amer', de oude naam van de Eem. Maar hoe liepen die waterlopen precies? En waar was die doorwaadbare plaats? De plek waar nu Amersfoort ligt is waarschijnlijk al duizenden jaren een kruispunt van de doorgaande routes van oost naar west en van noord naar zuid. Vanaf de Vroege Middeleeuwen worden Amersfoort en de voordes steeds belangrijker. Waarschijnlijk was er niet één doorwaadbare plaats, maar meerdere. De kruising van de Bloemendalsestraat met het Havik lijkt een goede plek. Of de kruising van de Langestraat met de Zuid-singel/Weverssingel. (p.45) Voorde(n) genoeg, maar allemaal onbewezen aannamen. Waar leidden die voorden naartoe? De eveneens onbewezen en aangenomen handelswegen bestonden nog lang niet in de 12de eeuw. De daarvoor gehouden landwegen waar men met ossenkarren overtrok, zijn van veel later. De ossenhandel wordt op p.47 ook genoemd, waarbij de juiste jaartallen 1300-1400 staan vermeld. Voor die tijd zijn alle handels-opvattingen onbewezen aannamen, waar ook geen enkel schriftelijk bewijs voor te vinden is. Lees meer over het lege land.

  • De oude Eemloop. Als het veel regende, stroomde er veel water door de beken en de Eem naar zee. Omdat bij Amersfoort al die beken samen komen, waren er vaak overstromingen. We weten inmiddels dat de stad en de bewoners al in de Middeleeuwen grachten gegraven hebben, zodat het water beter en sneller weg kon. Er zijn geen middeleeuwse kaarten van de stad. Er is dan ook heel lang discussie geweest over de vraag welke waterlopen in de binnenstad natuurlijk zijn en welke zijn gegraven. Duidelijk is wel dat de wateroverlast in en rond Amersfoort lange tijd bestaan heeft. Zolang er overstromingen plaats vinden was bewoning onmogelijk. De stad is niet voor niets opgehoogd met een dik pakket (tot wel 2 meter?) van elders aangevoerde grond.

  • De Hof. AI rond 1250 is De Hof het centrale marktplein van Amersfoort. Om het plein beter geschikt te maken voor de markt en andere activiteiten wordt het terrein rond deze tijd met een dik pakket grond opgehoogd. Datzelfde gebeurt 100 jaar later nog een keer. In het boek 'Nering en Vermaak', dat in 1994 verscheen over de opgraving van de Hof, is te lezen wat er aan het eind van een jaarmarkt als afval in de drenkplaats is gegooid (p49). Die ophoging bleek noodzakelijk om droge voeten te houden.



  • Lees het boek "De Ware Kijk Op" voor al deze en andere teksten en oordeel zelf!

    Terug naar de beginpagina.
    Het Bronnenboek van Nijmegen weerlegt de Karolingische geschiedenis van Nederland.
    Naar het overzicht in het kort.