|
Adam van Bremen, of Adam Bremensis (vóór 1050 - 1081/1085) was een belangrijke Duitse kroniekschrijver. Hij was geestelijke en theoloog. Hij is het bekendst door zijn kroniek Gesta Hammaburgensis Ecclesiae Pontificum (Daden van de bisschoppen van de Hamburgse kerk). Het bestaat uit vier delen over de geschiedenis van het aartsbisdom Hamburg-Bremen en de eilanden van het noorden. De eerste drie delen gaan voornamelijk over geschiedenis en het laatste deel voornamelijk over geografie. Hij baseerde zijn werk deels op Einhard, Cassiodorus en andere eerdere historici.
Adam van Bremen is echter de grootste vervalser geweest van de Noord-Duitse geschiedenis, al hebben tal van historici zijn vervalsingen niet doorzien en voor ware geschiedenis gehouden. Nu was die geschiedenis op zich wel juist, echter die hoorde thuis in Frans-Vlaanderen. Door zijn vervalste geschiedenis heeft Adam van Bremen wel andere historische feiten en gebeurtenissen op de verkeerde plaatsen doen belanden, zoals de vervalsingen van Echternach.
De visie van Albert Delahaye.
Adam van Bremen, een der grootste fantasten aller tijden, heeft de ware geschiedenis uit het noorden van Frankrijk met karrevrachten tegelijk naar de omgeving van Hamburg in Noord-Duitsland verplaatst.
Maar gelukkig voor ons deed hij dat met zo'n grote onzorgvuldigheid dat hij meteen door de mand valt. Niet alleen missen we in Noord-Duitsland de vele plaatsen in de teksten genoemd, maar ook de archeologie spreekt zijn geschrijf tegen. Dat weten de Nederlandse historici ook wel maar toch blijven ze vasthouden aan zijn vals geschrijf. Zo schrijft Luit van der Tuuk in Jaarboek Oud-Utrecht 2005 dat: "zijn verhaal niet door archeologische opgravingen wordt bevestigd".
Nadat Adam van Bremen, die tegen het einde van de 11 e eeuw een fantasierijke geschiedenis
van de bisdommen Bremen en Hamburg schreef, en tussen neus en lippen door St. Anscharius
maar even uit het noorden van Frankrijk naar Hamburg trok, van de Suevi (omgeving Kortrijk) uit
de oude bronnen de Suebi van Zweden had gemaakt, waren de Saksen voorgoed in het hoge noorden
van Duitsland vastgepind. Later vertaalde men het maar gemakshalve met Juten, welke naam
overigens in geen enkele tekst in verband met de Saksen voorkomt.
De 'mooiste' verplaatsingen, die men leest als een spannend detective-verhaal, zijn van de hand
van Adam van Bremen. Deze zogenaamde geleerde, in werkelijkheid een grenzeloze fantast en brutale
vervalser, was afkomstig uit het midden van Duitsland, waar hij derhalve al een zware
“Saksische” hersenspoeling had ondergaan. Hij is in 1066 naar Hamburg geroepen, om er kanunnik
te worden en scholaster van het kapittel van het bisdom. Hij zette zich aan een beschrijving van de
bisschoppen van Hamburg (Gesta Hammaburgensis ecclesiae pontiflcum), waarin hij onversaagd St.
Anscharius naar Hamburg transporteerde en alle oude teksten over Frisia en Saxonia naar het noorden
trok. Op zich juiste teksten maar foutief gelokaliseerd, die hij doorspekte met juiste en gefantaseerde
gegevens over de toenmalige landstreken Friesland, Denemarken, Zweden, Jutland enz.,
zodat zijn werk overkwam als een absoluut betrouwbaar verhaal, naar de schijn steunend op een
documentatie uit de eigen streek.
Stéphane Lebecq zegt in zijn ’’Marchands et Navigateurs Frisons du haut moyen âge” (Presses
Universitaires de Lille), dat het werk van Adam van Bremen een rijke bron is die onmogelijk gepasseerd
mag worden. Helaas heeft deze schrijver Adam van Bremen niet doorzien, die bij de historici
berucht is wegens de fabricage van een hele serie Karolingische oorkonden, van A tot Z vals, over
de bisdommen Hamburg en Bremen, zodat er alle reden is om zijn “Gesta” met een tot de top
gevoerd kritisch inzicht te benaderen. Ik ben het met Lebecq eens dat zijn werk niet gepasseerd mag
worden, maar wel om een geheel andere reden, namelijk dat Adam van Bremen een van de beste
ingangen is om er achter te komen, hoe de verplaatsingen tot stand kwamen.
In dit verband dient opgemerkt te worden dat de Universiteit van Rijsel zich opwerpt als expert van
vreemde streken maar in wezen de historie van haar eigen streek heeft gemist door de Fresones en
de Saxones in het noorden van Europa te lokaliseren en niet in Frans-Vlaanderen. In dit verband kan
Lebecq vergeleken worden met voomoemde Adam van Bremen omdat Lebecq alles uit de teksten,
waarmee hij geen raad weet of wat Frans en Vlaams klinkt, weglaat. Het is zonneklaar dat men bij
het onderzoek over Fresones en Saxones bij de klassieke schrijvers moet beginnen (met name bij
Tacitus met zijn Gennanid) en niet moet varen op het kompas van een vervalser uit de 11e eeuw.
Overigens heeft de universiteit van Rijsel, evenals alle andere academische centra, nooit de westoriëntaite
opgemerkt. We zwijgen dan nog maar van de meer dan 5000 Germaanse namen, die rondom
en op korte afstand van Rijsel hebben gelegen.
Het is de 'befaamde' Adam van Bremen geweest, enerzijds verdienstelijk compilator van ware historie
uit het noorden, anderzijds fabrikant van een serie oorkonden, die met de overplanting van St.
Anscharius naar Hamburg (de heilige zetelde te Hammaburg, dat is Hames-Boucres ten oosten van
Boulogne) de stoot gaf tot een fatale historische dislokalisatie, waarvan de contouren al vast lagen
door de Albis, Amisia en Wisurgis. Kort na Adam van Bremen stroopten de monniken van
Echternach de mouwen op, om overal in het wildeweg claims te leggen op vermeende vroegere
bezittingen van St. Willibrord, wat een nieuwe stroom van dislokalisaties tot gevolg had.
In deze materie kan men onmogelijk de schuld exclusief bij deze of gene leggen. Wel is duidelijk dat
dit alles gebeurde in de tijd, dat Duitsland begon de hele genesis van de westelijke geschiedenis naar
zich toe te trekken.
Het heeft geen zin hier als tegenwerping te wijzen op Birca en Haithabu. In Zweden heeft men enkele
“dodensteden” uit de 10e eeuw opgegraven, waarvan de naam onbekend is maar waarop men aan
de hand van Adam van Bremen de etiketten Birca en Haithabu heeft geplakt.
Tot slot nog één zaak om Adam van Bremen finaal te ontmaskeren. Te Hamburg, waar de oorlogsverwoestingen
werden aangegrepen om grootscheepse opgravingen te doen, is niets gevonden van
vóór de 10e eeuw, wat afdoende bewijst dat hier niet het Hammaburg van St. Anscharius heeft gelegen.
Bewuste vervalsingen of onbegrepen teksten?
Van Adam van Bremen is bekend dat hij een mateloze fantasie had. Hij had de teksten in de Historia Regni Francorum wel degelijk begrepen, maar in zijn tijd was de situatie veranderd ten opzichte van toen de teksten geschreven waren. Hij paste de oude teksten toe op de nieuwe situatie. Het is precies wat later historici overkwam: zij gingen klassieke teksten uit het eerste millennium toepassen op de situatie die ontstaan was in het tweede millennium. Vergelijk daarmee de kerken van St.Willibrord in Holland of in Brabant.
Daarnaast heeft hij aantoonbaar oorkonden vervalst of zelf geproduceerd (wat niet ongebruikelijk was in kerkelijke kring om bezit te verwerven: de goedgelovige bevolking kon immers toch niet lezen! Het lijkt vergezocht, maar het is de volkomen waarheid). |
|  |
Hoe weet men dat een oorkonde een vervalsing is?
Dat weten we omdat deze oorkonden geen verwijzingen kennen naar oudere oorkonden (wat toch gebruikelijk was) of er zaken in genoemd worden die in de tijd van de oorkonden nog onbekend waren. Of dat er zaken in staan die in de nieuwe situatie onmogelijk juist konden zijn. Zo werd Werethina genoemd als een kustplaats. Het kan dus niet Werden geweest zijn, dat niet aan de kust ligt. En wat ook toepasselijk is in deze: in sommige kopieën staat iets anders of iets niet. Lees daarover meer bij de abdij van Egmond.
Jean Mabillon heeft een omvangrijke studie gedaan naar heiligenlevens en vervalsingen, waarbij de historische waarheid ondergeschikt was aan de kerkelijke inkomsten. Veel 'heiligen' bleek, hebben niet eens bestaan omdat er geen bewijs anders dan de legende van te vinden is, zoals van ene Servatius uit de 4e eeuw.
|
Over Adam van Bremen kun je meer lezen op de hieronder gegeven pagina's op deze website.
Luit van der Tuuk - De historische geografie van de lage landen door Luit van der Tuuk
Over de kroniekschrijver Adam van Bremen merkt hij terecht op dat die er een gewoonte van maakte de zaken ten gunste van de kerk van Hamburg-Bremen te verdraaien ...
"Haithabu en Birka - De historische geografie van de lage ... haithabu
De vervalsingen in de teksten van Adam van Bremen deden de rest. Het Frans Berck-sur-Mer in het Germaans Birkja, boulaie, collectief de Birko, bouleau: M.Gysseling in zijn Toponymische Woordenboek. Het bos van Bouleaux (bouleau=berk) bestaat nog steeds vlak bij het dorp. Na zo'n bekentenis van Gysseling houdt toch de hele discussie op! Berck-sur-Mer was het 9de eeuwse Birka. Het Zweedse Bjórkó heeft haar naam te danken aan de 'deplacements historiques' die ook St.Anscharius in Zweden bracht.
Dorestad Hoogstraat from a Hedeby/Schleswig point of view.
Op de internationale conferentie "Haithabu und die frühe Stadtentwicklung im nördlichen Europa" van de Duitse Onderzoeksstichting (DFG) en het Archeologisch Staatsmuseum Schleswig in september 1998 werd een paper genaamd "Aufstieg, Blüte und Niedergang der frühmittelalterlichen Handelsmetropole Dorestad" gegeven door W. van Es en WJH Verwers. In dit artikel werden voor het eerst twijfels geuit over de tot dusverre huidige interpretatie van de kenmerken van de opgravingen van Dorestad Hoogstraat. Onlangs is het tweede en voorlopig laatste deel van de rapporten over de opgravingen in de Hoogstraat verschenen (van Es & Verwers 2009). De daarin onderstreepte interpretatieverandering blijkt al uit de verkorte titel uit "Opgravingen bij Dorestad 1. De Haven: Hoogstraat I" (van Es & Verwers 1980) naar "Opgravingen te Dorestad 3. Hoogstraat 0, II-IV" (van Es & Verwers 2009). Tegen de achtergrond van de archeologische vondsten van Hedeby en Schleswig wil dit artikel de interpretaties van de kenmerken van de Hoogstraat bekijken aan de hand van het voorbeeld van de Hoogstraat I-sleuf. Dat leidde tot die dramatische verandering en het verdwijnen van een hele haven van dat imperium dat ooit een van de belangrijkste knooppunten van de Frankische langeafstandshandel vormde.
Het blijkt dat de vondsten in Hedeby/Schleswig totaal niet overeen komen met die in Wijk bij Duurstede. Van een handelsplaats blijkt in Wijk bij Duurstede (niet Dorestad!) totaal geen sprake te zijn geweest, wat ook A.Verhoeven in zijn onderzoek over 'Middeleeuws gebruiksaardewerk' erkent. Hier krijgt Albert Delahaye dus gewoon vierkant gelijk. En nog wel van Van Es zelf! Daarmee is de hypothese Dorestad in Nederland begraven!
|
De kleine oplossing van een groot probleem.https://www.noviomagus.info › anscharius
St.Ansgarius (Anscharius, Aicharius, Anskarius, Anskar enz.) hoort thuis in Bręmes en Hammaburg in Noord-Frankrijk en niet in Bremen en Hamburg in Noord-Duitsland ...
De traditie.
Adam van Bremen: 11e eeuw. Theofried van Echternach: 12e eeuw. Willem van Berchen: 1480. Cornelius Aurelius: 1517. Johannes Smetius: 1645.
De traditie van Nijmegen. - De geschiedenis van Nederland De noormannen.
En toen het latere Denemarken die naam had overgenomen en de grote doubleerder Adam van Bremen tegelijkertijd de Suevi -al zaten die in Vlaanderen- naar het noorden...
Lees het boek "De Ware Kijk Op" voor al deze en andere teksten en oordeel zelf!
|