De historische geografie van de lage landen.
Terug naar de beginpagina.
Het Bronnenboek van Nijmegen weerlegt de Karolingische geschiedenis van Nederland.
Naar het overzicht in het kort.

Academia.edu

Mythen die al vele eeuwen bestaan, ook al zijn ze onjuist, krijg je niet zomaar van tafel.
Klik op de naam om naar het artikel te gaan,

La texte Français de la supposée histoire des Pays-Bas.

The English text of the supposed Dutch History.

Vraagstukken. Onzekerheden in de Nederlandse geschiedenis.

De visie van Albert Delahaye, toegelicht en bewezen.

Het gelijk van Albert Delahaye. Feiten die zijn gelijk bewijzen en zelfs door de meest deskundige historici niet weerlegd konden worden.

NEUMAIA. Het oude Nijmegen heette NEUMAIA en niet Noviomagus. Dat is een nooit bewezen aanname. Wie het hier niet mee eens is, moet de bewijzen maar eens leveren. Tot heden is dat door niemand ooit gelukt.

Het Bronnenboek van Nijmegen is een aanfluiting van historisch onderzoek en historische wetenschap. Hiermee wordt opzettelijke fraude gepleegd!

De Mythe van St.Willibrord in Utrecht.St.Willibrord is nooit in Utrecht geweest. In zijn tijd bestond Utrecht niet eens.

De Peutingerkaart is een falsum.

De Limes Germanicus.

De Ring van schoenmaker Rusticus gevonden in Nijmegen. Hoe de archeologie miskleunt.

De Broche van 'Dorestad' opnieuw bestudeerd.



Academia.edu is een platform voor academici om onderzoeksrapporten te delen. De missie van het bedrijf is het onderzoek in de wereld te versnellen, maar ook om onderzoek breed onder de aandacht te brengen, diepgaande analyses te volgen over de impact van hun onderzoek en het onderzoek te volgen van academici die zij weer volgen.
Meer dan 99 miljoen academici hebben zich aangemeld bij Academia.edu en miljoenen papers toegevoegd. Academia.edu trekt meer dan 72 miljoen unieke bezoekers per maand.

Op Academia.edu gaan momenteel (okt.2019) liefst 766 studies over "Medieval Archeology". De opvattingen over archeologie blijkt verre van eenduidig te zijn.
Over "Historical Geography" bestaan momenteel al meer dan 500 (502) studies.
En er komen er elke dag enkele studies bij. Daaruit blijkt dat er nog de nodige discussie onder onderzoekers bestaat.

Historici en archeologen stellen zichzelf beiden de taak het verleden te reconstrueren: een schijnbaar onmogelijke opgave waarbij ze alle beschikbare hulp kunnen gebruiken. In tegenstelling tot wat dit doet verwachten, hebben de opleidingen Archeologie en Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen vrijwel niets met elkaar gemeen. In Hoog van de Toren (Historisch tijdschrift Kroniek 2006-2007) wordt een pleidooi gehouden voor betere samenwerking tussen beide, omdat de vakgebieden elkaar zowel inhoudelijk als theoretisch kunnen verrijken.

Ook in andere publicaties komt die gewenste samenwerking -die er blijkbaar nog steeds niet is- regelmatig ter sprake. Zie bijvoorbeeld bij Archeobrief, bij Westerheem en bij Archeologie in Nederland, waarin beide voorgaande tijdschriften sinds 2017 zijn opgegaan.
In dit hoofdstuk bespreken we publicaties die op Academia.edu verschenen zij en die zowel de traditionele opvattingen herhalen, als ondergraven en daarmee Albert Delahaye in het gelijk stellen. Veel artikelen zijn herhalingen van eerdere publicaties in tijdschriften of als boek of gedeeld in een rapport of geschreven zijn als proefschrift voor een universitaire graad.

We noemen hier enkele voorbeelden van op Academia.edu verschenen rapporten die de Nederlandse tradities feitelijk danig onder druk zetten. Soms zijn ze zelfs in flagrante tegenspraak met die tradities.
Soms is een enkele opmerking al voldoende om de traditionele opvatting en dus de hele publicatie al te weerleggen. Het commentaar (in rood) spreekt voor zich. Veel rapporten zijn in het Engels gepubliceerd. Hopelijk beschikt U over voldoende kennis van de Engelse taal om een en ander te begrijpen. Anders zijn er op internet prima vertaalprogramma's te vinden. Let bij dat vertalen wel op vaste tradities die juist ter discussie staan, zoals Renus dat steeds vertaald wordt met Rijn of Germania dat in die vertaalprogramma's steevast vertaald wordt met Duitsland.

We bespreken hier de volgende publicaties: (door het tussenvoegen van nieuwe artikelen kan de nummering wijzigen).
  1. Save Charlemagnes Palace at Nijmegen, door Arjan den Braven.
    Dit artikel gaat over de Herbouw van de Donjon in Nijmegen, waar Arjan fel op tegen is. Het is een terecht weerstand van Den Braven. De bespreking is te vinden op de eigen pagina van Den Braven.

  2. Wonen in een grensgebied, door Henric Marcel van der Velde.
    Wonen in een grensgebied bestaat uit een rapport (2 delen; 308 pagina's) van een academisch proefschrift ter verkrijging van de graad doctor aan de Vrije Universiteit Amsterdam (2011). Het is een langetermijngeschiedenis van het Oost-Nederlandse cultuurlandschap (van 500 v. Chr.-1300 na Chr.). Het handelt om het grensgebied tussen Drenthe, Overijssel en Gelderland met Duitsland. Voor onze studie zijn van belang de nederzettingen tijdens en na de Romeinse tijd in het eerste Millennium. Je hoeft in feite niet het hele proefschrift te lezen. De conclusies van Van der Velde zeggen vaak al genoeg. Op p.19 schrijft Van der Velde: Hoewel er formeel geen sprake is geweest van Romeinse aanwezigheid in het gebied, in ieder geval niet vanaf 47 na Chr., wordt er toch voor gekozen om de eerste eeuwen van de jaartelling aan te duiden als de Romeinse tijd. Over het ontstaan van de Gelderse IJssel schrijft hij (p.35): Op basis van enkele 14C-dateringen werd de verbinding tussen Rijn en IJssel geplaatst in de Vroeg-Midden-Romeinse tijd. Aan de hand van recent onderzoek is deze conclusie echter op losse schroeven komen te staan. Dateringen van veen kwamen uit tegen het einde van de Vroege Middeleeuwen (9e/10e eeuw). Dat is toch een heel ander verhaal dan traditioneel wordt aangenomen. Lees meer over wonen in een grensgebied.

  3. Karolingische Nijmegen, de palts en zijn omgeving, door Arjan de Braven.
    Dit artikel gaat over de bewijzen voor het bestaan van de Karolingische Palts in Nijmegen. De bespreking is ook te vinden op de eigen pagina van Den Braven. Het komt er op neer dat er veel aangenomen, veronderstelt en vermoed wordt, maar het enige bewijs blijkt te bestaan uit het vermoeden dat sporen van rode mortel Karolingisch zijn. Die restjes rode mortel worden nu gebruikt om dat Karolingisch Paleis aan te tonen dat er bijna 300 jaar gestaan zou hebben. Lees meer over rode mortel.

  4. De Deventer wal tegen de Vikingen, door Michel H.Bartels (2006).
    Lees meer over deze publicatie in hoofdstuk 2 van Het Valkhof 2000 jaar geschiedenis, met name in punt 72c.

  5. Vroeg Middeleeuwse ringwalburgen in Zeeland, door Robert M. van Heeringen, Peter A. Hendrikx en Alexandra Mars (1995).
    Lees meer over ringwalburghen in Zeeland op de pagina over Domburg en Colijnsplaats.

  6. Een vorstelijke palts in Zutphen, , door Michiel Groothedde (2013).
    Lees meer over deze publicatie in hoofdstuk 2 van Het Valkhof 2000 jaar geschiedenis, met name in punt 72d en bij de pagina over Zutphen.

  7. De betekenis van Noord-Holland binnen vroegmiddeleeuws Frisia.
    Jan de Koning (2012).
    Het gebruik van de naam van de Friezen ligt moeilijk bij archeologen.Terwijl we zonder problemen andere namen gebruiken, zoals ‘Bataven’,‘Romeinen’ en ‘Vikingen’, is dat bij ‘Friezen’ altijd wat verwarrend, schrijft De Koning. Dat komt vooral door de directe associatie met de bewoners van de huidige provincie Friesland. Over oude en nieuwe Friezen. Door het voortbestaan van de Friezennaam vanaf de Romeinse tijd is de discussie over bewoningscontinuïteit naar de vroege middeleeuwen hier onlosmakelijk mee verbonden. Juist voor het kustgebied is bewoningscontinuïteit tot nu toe nog nauwelijks ergens aangetoond.
    Het overleven van de Friezennaam vanaf de vroeg-Romeinse tijd is een atypisch verschijnsel waarvoor zeer uiteenlopende verklaringen zijn aangevoerd. Een voor de hand liggende verklaring is dat de nieuwe terpbewoners (in Friesland) de naam van de vorige bewoners aannamen, mogelijk omdat die een zekere vermaardheid genoten in de Germaanse wereld.

    Opmerking: Hopelijk gaat historici en archeologen dit artikel van Jan de Koning ook eens lezen. Wat krijgt Albert Delahaye hier gelijk! Er bestaat dus geen continuïteit in bewoning langs de kust! De oude Friezen woonden ook niet langs de Nederlandse kust, maar aan de kust in Vlaanderen. De verklaring die De Koning hier geeft voor het overleven van de Friezennaam is uiteraard een mythe en nergens anders op gebaseerd dan op oeverloze fantasie. Blijkbaar heeft hij nooit gehoord van het oude Frisia in Vlaanderen. Zie bij de Friezen.
    Aan de hand van aardewerk kun je geen verregaande conclusies trekken als deze in tegenspraak is met de teksten. Aardewerk is verplaatsbaar en verhandelbaar. De vindplaats hoeft helemaal niet de productieplaats te zijn. Verandering van model betekent ook niet dat het dan een ander volk betreft. Die onjuiste conclusie moet toch onderhand bij alle archeologen bekend zijn. Bovendien heeft Annemariek Willemsen aangetoond dat de traditionele etnische indeling in Friezen, Franken en Saksen in Nederland archeologisch niet te bewijzen is". Er is dus geen etniciteit aan te tonen met Fries, Frankisch of Saksisch aardewerk. Zie bij de Aardewerk. Lees ook wat Arno Verhoeven erover schrijft.


  8. De lege 4e eeuw.
    Van Wierhuizen tot Achlum: Honderd jaar archeologisch onderzoek in terpen en wierden. Annet Nieuwhof (redactie), (2019).
    Conclusies uit dit rapport:
    In de 3e eeuw n.C. nam de bevolking van het terpen- en wierdengebied sterk af en in de 4e eeuw waren grote delen van dit gebied geheel verlaten. Alleen op een beperkt aantal plaatsen in Groningen en langs de Middelzee bleven enkele terpen en wierden bewoond. De leegloop ligt waarschijnlijk aan een combinatie van factoren: landschappelijke, vanwege toenemende drainageproblemen in de loop van de Romeinse tijd, en sociale, zoals de aantrekkingskracht die het ineenstortende Romeinse Rijk uitoefende op bevolkingsgroepen buiten de rijksgrenzen.
    Opmerking: Lege 4e eeuw? Dus geen continuïteit! Toenemende drainageproblemen? Dus vernatting! Toch transgressies? Zie daar.

  9. The Roman Limes in the Netherlands
    How a delta landscape determined the location of the military structures. M. van Dinter (2013).
    This study reveal the following characteristic: The Roman forts erected in the western part of the Lower Rhine from the 40s A.D. onwards were built remarkably close together, at irregular distances only a few kilometres apart.
    Opmerking: Van eerdere Romeinse forten vanaf 19 v.Chr. blijkt dus geen enkele sprake te zijn. Drusus en Corbulo zijn dan ook nooit bezig geweest om kanalen te graven in een leeg gebied. Dat de forten 'remarkably close together' stonden is een farce. Er zaten grote gaten in zoals tussen Vechten en Arnhem en tussen Arnhem en Huissen.

  10. Archeologie in Drenthe
    Onder redactie van Wijnand van der Sanden en Vincent van Vilsteren (2016).
    However, there are too many gaps in our archaeological understanding to allow us to draw any certain conclusions about this.
    Opmerking: Ondanks vele gaten in de kennis, blijken in de Nederlandse traditie steeds voorbarige conclusies getrokken te worden. Zie verder bij archeologie.

  11. De Romanisering in de civitas Batavorum
    Bachelorscriptie Geschiedenis, Maureen de Boer (2017).
    Voor deze scriptie is onderzoek gedaan naar de Romanisering in de civitas Batavorum. Enkele citaten uit deze studie: 'Het is echter moeilijk te bepalen in hoeverre de bevolking daadwerkelijk de Romeinse religie integreerde in hun eigen leefwereld. Zowel de historische bronnen als de materiële cultuur kunnen hierover geen uitsluitsel geven. Lendering en Bosman verklaren dat dit deels te maken heeft met het feit dat er zeer weinig bekend is over de inheemse religie. De top-down en bottom-up processen waren sterk met elkaar verweven, waardoor het moeilijk te concluderen is of deze het gewenste effect hebben gehad. Daarnaast waren de primaire bronnen schaars waardoor de toepassing van het model niet tot een ideale uitkomst heeft geleid. Het bewijs voor de middle ground is echter zeer dun. Daarnaast bleek het bewijs voor de bottom-up effecten in de religieuze context zeer schaars. Desalniettemin is het wel aannemelijk dat er op religieus gebied een middle ground is ontstaan.'
    Opmerking: Op grond van veel aannames en zeer dun bewijs (!) wordt ook in deze studie een geschiedenis gereconstrueerd. Zo ontstaan mythen en blijven andere bestaan. De bedoelde "ideale uitkomst" betekent dat de traditionele opvattingen in deze studie niet worden bevestigd.

  12. Texandria revisited.
    Revisited? Revisited betekent Herzien. Wat moet er herzien worden?
    Op Academia.edu hebben Arjoud-Jan Bijsterveld en Lauran Toorians een artikel geschreven waarbij ze, gezien de titel van het artikel, de opvatting van Frans Theuws over Taxandria herzien en opnieuw bekijken.
    Ze geven daarmee aan dat ze het met de visie van Theuws niet eens te zijn. Bestaat er dan toch discussie onder de traditionalisten?
    Maar dat 'herzien' valt erg tegen als je het artikel leest. Ze blijven immers de traditionele opvatting volgen dat Taxandria het oostelijke deel van Noord-Brabant is. Het enige wat zij herzien, is dat ze het uitbreiden met het noordelijke deel van België is. Ze knopen er het oude aarstbisdom Luik uit de 11e eeuw aan vast.
    Die bewering willen ze op allerlei manier aantonen, maar van bewijzen is hier niet echt sprake. Maurits Gysseling (zie daar) maakte er slechts de Kempen van, wat Theuws ook vaststelde.

    Het verhaal van Bijsterveld en Toorians, maar ook dat van Frans Theuws, blijkt een schoolvoorbeeld van 'hineininterpretieren' te zijn, ofwel het terug redeneren vanuit de later eenmaal aangenomen misvattingen.
    Dat geven de aangehaalde noten en de literatuur wel aan. Met teksten uit de 13e eeuw, toen veel misvattingen al waren ingevoerd, kun je niets bewijzen van wat er in de 8ste eeuw gebeurd zal zijn. En als bovendien vaststaat dat veel van die teksten van niet al te betrouwbare schrijvers komen, is de conclusie wel duidelijk.

    Bijsterveld en Toorians noemen het gebied steeds Texandria, maar merken op dat het hetzelfde is als Taxandria en Toxiandria. Daar zijn we het dus over eens. Hadden ze daar maar verder onderzoek naar gedaan, dan hadden ze ontdekt dat Texandria een Frans landschap is en helemaal niet in Brabant ligt, zelfs niet kan liggen.
    Hadden ze ook hun eigen artikelen eens wat beter gelezen, dan hadden ze geweten dat wat zij nu beweren in tegenspraak is met hun eerdere bevindingen. Lees eens bij 'Kerken in Brabant' wat zij daar schrijven. Er is geen enkele kerk ouder dan het jaar 950 n.Chr. volgens Theuws. Bijsterveld maakt er in het Eindhovens dagblad van 6 november 2000 (zie daar) zelfs niet ouder dan de 12e eeuw van.

    Waarop zijn de bevindingen van Bijsterveld en Toorians gebaseerd?

    We geven daarvan enkele voorbeelden:
    Wat wil je aantonen met een totaal verkeerd begrepen tekst van Plinius?
    Wat met een verwijzing naar Gysseling? Zie bij Gysseling. Wat wil je bewijzen met D.P.Blok? Zie bij D.P.Blok of H.Camps? Zie bij H.Camps.
    Wat wil je aantonen met een tiental verwijzingen in de noten naar Frans Theuws? Zijn opvatting werd toch herzien?
    Wat wil je aantonen met een verwijzing naar de in Brabant volkomen onbekende St.Landibertus?
    Voor het verhaal over St.Ansfridus kunnen we verwijzen naar St,Ansfridus en het klooster Hohorst. Daar bewijs je niets mee over Taxandria.
    Er wordt verwezen naar oude oorkonden en bronnen. Maar als je de jaren daarvan op een rijtje zet blijken die (op enkele uit de Romeinse tijd na) uit de 11e tot zelfs 15e eeuw te stammen, waaronder heel wat kopieën en falsums. Verwijzingen naar oorkonden die Gysseling, Blok en Camps noemen, tonen dat al aan.

    Maar wat opvalt in de uitvoerige bibliografie (is het hun hele boekenkast?) die bij dit artikel gegeven wordt, is dat de boeken van Albert Delahaye ontbreken. Een bewijs te meer dat zij die boeken nimmer gelezen hebben. Ze staan in elke geval niet in hun 'boekenkast' van liefst 954 titels (ik heb ze echt geteld!).
    En dan kom je natuurlijk tot onzinnige opvattingen aangaande de onderhavige problematiek, als je alleen onder gelijkgestemden zoekt.

    Een voorbeeld van die onzinnige opvattingen gaat over de etymologie van Taxandria. Daar wordt van alles over gefantaseerd zoals om van de -x- toch maar -ss- te kunnen maken. Er wordt zelfs Grieks, Keltisch en Oud-Nederlands bij gehaald, alleen maar om er Tessenderloo van te kunnen maken.
    Ook zijn er veel verwijzingen naar diverse auteurs die het ook allemaal niet weten en er net zo'n onzinnige opvattingen op na houden. Er wordt zelfs weer eens Tessel -naast het Friese Texel- van gemaakt, waarin Blok dus niet meegaat. 'Maar', schrijven Bijsterveld en Toorians, 'het kan niet met meer precisie dan tussen 600-1200 worden gedateerd'.
    Had nu maar de boeken van Delahaye maar eens gelezen, dan had je de oplossing al gehad.

    En een verwijzing naar St.Lambertus als bisschop van Maastricht/Luik bewijst evenmin iets over Texandria. Zijn vitae zijn vergeven van de legenden. Lees daarvoor het boek 'De Bisschoppen van Maastricht' van Régis de La Haye, dat in de bibliografie eveneens ontbreekt.

    Klik op de link voor de ware geschiedenis van Taxandria en voor de plaatsen in Batua en Taxandria.

    Hier volgen t.z.t. nog meer artikelen!

  13. Het platteland van Romeins Limburg.
  14. Centering the liminal Middle Ages

    Lees het boek "De Ware Kijk Op" voor al deze en andere teksten en oordeel zelf!

Terug naar de beginpagina.
Het Bronnenboek van Nijmegen weerlegt de Karolingische geschiedenis van Nederland.
Naar het overzicht in het kort.