| Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |
Wie dit blijft beweren dient de geschiedenis van Nijmegen eens te gaan bestuderen, te beginnen met het eigen Bronnenboek van Nijmegen, waarin een aantal daartoe benodigde 'bewijzen' te vinden zouden zijn.
De Universiteit van Nijmegen heeft zelf het bewijs geleverd dat Maastricht de oudste stad van Nederland is met een Kerstkaart van de oudste stad. Inderdaad helemaal juist. Op de Kerstkaart stond een afbeelding van Maastricht, inderdaad de oudste stad van Nederland. Voor de universiteit een blunder van de eerste orde. Hoe deskundig is de Universiteit van Nijmegen dan op ander geschiedkundig gebied. Lees daar meer over bij Het Verhaal van Gelderland|
HERBERT SARFATIJ / Digging in Dutch Towns: Twenty-Five Years of Research by the ROB. Several Dutch towns have a Roman history. Yet, in most cases there are few connections between their Roman past and later developments. Perhaps the only exception is Maastricht in the extreme south of the country where the kind of town life dating from Roman times seems to have continued. The medieval towns where Roman traces have been found - Nijmegen, Cuyk, Utrecht, Aardenburg — are of military origin. Towns which had enjoyed a civilian habitation in Roman times did not automatically survive into the Middle Ages. Many settlements were abandoned for good, others were reoccupied but lacked continuity with previous developments. |
|
Nijmegen 1850 jaar stad? Van 25 tot 30 augustus 1930 werd een feestweek gehouden onder het motto 'Nijmegen. 700 jaar stedelijke rechten'. Anderhalf jaar eerder, in februari 1929, had pater F. van Hoeck S.J. in De Gelderlander als eerste aandacht gevraagd voor het nakende 700-jarig jubileum van Nijmegen als stad, daarbij verwijzend naar de stedelijke rechten en vrijheden die Hendrik VIl in 1230 Nijmegen had verleend. Dat was niet aan dovemansoren gezegd. Het gemeentebestuur nam het initiatief op zich om de festiviteiten te organiseren, waaraan door grote delen van de bevolking werd deelgenomen.
Precies een kwarteeuw later, in 1955, werd een geheel andere verjaardag gevierd: 'Nijmegen 1850 jaar stad'. Ditmaal was het H. J. H. van Buchem, directeur van het Rijksmuseum Kam, die, in 1953, het gemeentebestuur had gewezen op de wenselijkheid van een herdenking aan de Romeinse keizer Trajanus in 1955, vanwege zijn toekenning van stadsrechten aan Nijmegen in of omstreeks 105 na Christus. Tezelfdertijd spaarde Van Buchem geen moeite om ook zijn medeburgers warm te maken voor de bijzondere betekenis van Trajanus voor Nijmegen, onder meer via het tijdschrift Numaga van de gelijknamige, in 1954 opgerichte, vereniging tot beoefening van de geschiedenis van Nijmegen en omgeving. Behalve instemming riep Van Buchem ook weerstand op. Schrijvers van ingezonden brieven in De Gelderlander wezen op de viering van 'Nijmegen. 700 jaar stedelijke rechten' in 1930, een feest dat de naam Hendrik VIl in het geheugen van Nijmegenaren zou hebben geprent, terwijl de doorsnee stadgenoot van keizer Trajanus nauwelijks weet had. Schijnbaar ging zelfs het gerucht dat Van Buchem Trajanus "min of meer bij opzettelijk toeval" had herontdekt, "ten gerieve van enkele lieden, die oprecht om een feest verlegen zaten", zoals de middenstand en de VVV. Niemand nam dit kletspraatje serieus, zeker niet nadat in juli 1955 in een wetenschappelijke zitting aan de universiteit, onderdeel van de feesten, enkele doorwrochte studies werden gepresenteerd die het gelijk van Van Buchem onderschreven. Die hier doorwrochte studies genoemde publicaties, blijken net als het Bronnenboek van Nijmegen slechts uit misvattingen te bestaan, zoals de Bataven in de Betuwe en de oorkonde uit 777 toegepast op Nijmegen en Utrecht. Van Buchem schrijft over Romeins Nijmegen, prof.Post over het paleis van Karel de Grote in Nijmegen en prof.L.Rogier schrijft over de oudste Nijmeegse straten, voorkomend op de kaarten van de 16de en 17de eeuw, waarbij de geschriften van Smetius, In de Betouw, Pontanus, Van Slichtenhorst en Arkstee worden genoemd. Voorts over het herstel van de stad na het bombardement in 1944, volgens die oude kaarten. Wat aan deze studies doorwrocht is blijft een klemmende vraag.Het feestprogramma werd op 8 juli geopend met een galaconcert in De Vereeniging, met muziek van I.Strawinsky en G.Mahler door het Gelders Orkest. In de pauze ontstak burgemeester Hustinx in het stadscentrum feestverlichting die de belangrijkste straten en gebouwen (oud, net gerestaureerd of gloednieuw) als nooit tevoren liet stralen. De belangstelling was enorm. Alleen die avond al bewonderden 8300 mensen in speciale rondritten het verlichte centrum. Op 18 september pas, bij de sluiting van de viering 'Nijmegen 1850 jaar stad', werd de verlichting definitief gedoofd; in de tussenliggende tweeënhalve maand waren vele toeristen van heinde en verre naar 'Nijmegen Lichtstad' getogen. Het programma bood verder voor elk wat wils: tentoonstellingen over 'Kunstschatten uit Merovingische Graven' in het Gemeentemuseum, 'Keizer Trajanus en de keizerlijke familie' in Rijksmuseum Kam, 'Nijmeegse kunstenaars zien Nijmegen' en 'Hedendaagse Tapijtweefkunst in Nederland' in het waaggebouw, maar ook de producten van handenarbeid in verband met de stadshistorie gemaakt door schoolkinderen waren te zien, in het gebouw van de studentensociëteit, Oranjesingel 42. Voorts waren er onder meer voetbalfestijnen (bijvoorbeeld een Trajanus-voetbaltoernooi op het Quickterrein, met wedstrijden tussen Romeinen en Bataven in kledij uit die tijd), kerkelijke vieringen, een kermis en een amusementscentrum 'Forum Traiani' aan de Nassausingel, openluchtfilmvoorstellingen in verschillende wijken, een familiefeest met ballonvluchten, wielerwedstrijden en het lossen van duiven in het Goffertstadion en ruitersport op het landgoed Brakkestein, opvoeringen in De Vereeniging van J.Offenbachs opera 'Hoffrnans's Erzählungen' door het Stadttheater Aachen en van Abel Herzbergs 'Herodes' door Toneelgroep Theater. Een standbeeld van Trajanus werd overigens pas een jaar later geplaatst op het voormalige Keizer Lodewijkplein, dat sindsdien Trajanusplein heet. |
Zo kwam dus Nijmegenaar Jan Thijssen op het idee 'Nijmegen de oudste stad' te noemen, verder droeg een misvatting van de Maastrichtse archeoloog T.Panhuysen er nog iets aan bij. Let op: beiden zijn archeoloog, dus geen historicus! En toen niemand hen tegensprak in Nijmegen (niemand bleek deskundig genoeg), werd het vervolgens voor een vaststaand feit gehouden en is het in het hele land en daarbuiten rondgebazuind.
Maar wat schrijft de Maastrichtse archeoloog Titus Panhuysen zelf in de Volkskrant van 15 okt.1983 over Maastricht? "Wat we hier hebben is een rijke schat aan gegevens over de bewoning van de vierde tot en met de tiende eeuw. Er blijkt uit dat het Romeinse Maastricht geruisloos heeft plaatsgemaakt voor een Frankische Maastricht. Er is geen breuk geweest; de bewoning is doorgegaan". Zie kopie van de tekst uit de Volkskrant hiernaast rechts.
De hele opvatting van Nijmegen als oudste stad blijkt gebaseerd te zijn op een onjuist geïnterpreteerde archeologisch vondst. In de NRC van 16 juni 1984 schrijft J.E.Bogaers daar iets anders over. Zie tekst hiernaast.
![]() Uit 'De Gelderlander' van 23 mei 1985. En juist aan de Waalkade zou Noviomagus gelegen hebben? Dus in 1985 wist men in Nijmegen al dat Delahaye gelijk had. ![]() ![]() ![]() ![]() Nijmegen, oudste stad van Nederland. Uitgave Museum Het Valkhof Nijmegen, geschreven door Louis Swinkels en Annelies Koster, 2005. ![]() De visie van Albert Delahaye. Nijmegen heeft zeker een Romeins verleden gekend, maar continuïteit naar de Middeleeuwen is er beslist niet. Daarin zitten enkele 'gaten'. Dat wordt ook erkend door W.A. van Es (zie daar) en andere historici (zie daar). Maar nadat de Romeinen vertrokken heeft Nijmegen geen geschiedenis gehad tot in de 11e eeuw. De St.Nicolaaskapel op het Valkhof geeft dat als oudste bouwwerk in Nijmegen feilloos aan. En die kapel is op zijn vroegst uit 1082, immers daarvoor was St.Nicolaas als patroon van schippers volslagen onbekend. Dat Nijmegen geen Merovingische voorgeschiedenis heeft gehad, is tevens dodelijk voor de hele aangenomen geschiedenis tussen de 4e en 10e eeuw. Uit eigen mededelingen van het (voormalig) Nijmeegs museum Commanderie van St.Jan (nu museum Het Valkhof) blijkt dat Nijmegen (en ik citeer) "als stad ten onder is gegaan aan het eind van de derde eeuw en er pas in de 13e eeuw weer een nederzetting van enige omvang was". Wie houdt nu wie voor de gek? Nijmegen heeft zich sinds 1145 gesierd met de naam Noviomagus, dat echter de naam van Karolingisch Noyon (zie daar) was. Zie ook Neumaia. ![]() De zogenaamde ring van de Schoenlapper uit Noviomagus. Zie de tekst hiernaast en het artikel over de ring van Noviom. |
![]() De discussie is beslecht! (Bron: InfoNu.nl). ![]() Hoewel bovenstaande tekst enkele storende fouten bevat, geeft het wel aan hoe Nijmegen aan haar onjuiste geschiedenis komt. Onderstaande afbeelding is afkomstig uit Museum Het Valkhof in Nijmegen en spreekt voor zich. Er moeten alleen twee correcties aangebracht worden (zie deX). ![]() De met een X doorgestreepte zaken betreffen Dorestad (is niet Nijmegen) en het vermeende verblijf van Karel de Grote schrapt, wat ook erkend is. Dan wordt het gat van Nijmegen tussen 270 en 1085 (bouw van de kapel op het Valkhof niet rond 1000 zoals hierboven is aangegeven!) zelfs 8 eeuwen. Volgens de opgave hieronder van het opgegraven aardewerk in Nijmegen wordt het gat van Nijmegen maar liefst 9 eeuwen tussen de 4e en 13e eeuw, precies zoals G.Lemmens in het boek "Het Valkhof" heeft bevestigd. Die acht (8!) of zelfs negen (9!) eeuwen zonder geschiedenis wordt ook bevestigd met onderstaand overzicht van gevonden aardewerk in Utrecht! Afbeeldig uit Museum Het Valkhof. ![]() En dan bewijzen die enkele graven die rond en in Nijmegen (zes!) gevonden werden, uiteraard NIETS over het bestaan van bewoning of van een stad! De verspreiding van die graven geeft juist aan dat het om rondtrekkende stammen ging, die hun doden begroeven op de plek waar men toevallig was. Er is geen enkele nederzetting uit die tijd aangetoond in Nijmegen, laat staan het bestaan van een stad! Nijmegen de oudste stad? Het is een fabel! Het is pure volksverlakkerij, puur NEP dus (zie daar).
Welke bewijzen zijn er voor de stelling vanoudste stad?Heel kort samengevat: geen enkele! We sommen enkele onjuiste opvattingen op die blijkbaar het uitgangspunt van veel geschrijf zijn geweest. In het hiernaast genoemde boek Nijmegen, oudste stad van Nederland staan ook de nodige onjuistheden en speculaties.
Volgens J.E.Bogaers heeft Ulpia Noviomagus, waarvan in 1985 de oudste resten zijn gevonden, bestaan tussen 70 en 270 n.Chr. Bij de aangetroffen scherven baksteen en aardewerk uit het midden van de tweede eeuw, zijn ook enkele munten gevonden, geslagen onder de keizers Philippus Arabs (244-249) en Galienus (233-268). (Bron: Dagblad De Stem, 14 sept.1985). Wat bewijs je met munten? Wat bewijs je met munten uit de derde eeuw over de eerste eeuw?
Zie verder bij Maastricht is de oudste stad van Nederland!Lees het boek "De Ware Kijk Op" voor al deze en andere teksten en oordeel zelf! |
| Terug naar de beginpagina. | Naar het overzicht in het kort. |