

De Fundamentele verwarring bestaat uit de vraag of Noviomagus uit de klassieke teksten Nijmegen is of Noyon. Het kernpunt waar alles mee begon en waar alles om draait is deze hier genoemde fundamentele verwarring. Deze kwestie ligt aan de grondslag van talloze andere opvattingen, zoals de verwarring rond Trajectum: was het Utrecht of was het Tournehem. En Dockynchirica, was dat Dokkum of Duinkerke? Immers als Nijmegen fout is, is Utrecht ook niet de bisschopszetel van Willibrord en werd Bonifatius niet in Dokkum vermoord en dan was de Betuwe ook niet het land van de Bataven. Dat is allemaal geschiedenis van Noord-Frankrijk!
|
|
De Middeleeuwers is een interessant boek van Van der Tuuk. Het etaleert duidelijk zijn gedachtengangen, maar het is meer gebaseerd op legenden dan op historische feiten. Het onbekend zijn met de hiernaast genoemde is het grote probleem in alle boeken van Van der Tuuk. Hij gaat steeds uit van enkele dan wel aangenomen gebeurtenissen, maar die zijn nooit met feiten bewezen. Zo is van een palts van Karel de Grote in Nijmegen niets gebleken of bewezen, hebben de Noormannen, die hij graag Vikingen noemt, nooit in Nederland geplunderd en lag Dorestad in Frans-Vlaanderen en niet in of bij Wijk bij Duurstede. Dat is allemaal geschiedenis van Noord-Frankrijk!
Daarnaast kun je nog discussieren over wat er bijvoorbeeld onder de Lage Landen verstaan moet worden. Van der Tuuk omschrijft het als 'een benaming voor het gebied dat nu België en Nederland omvat' en als 'het kustgebied in Noordwest-Europa' dat -op een korte periode in de 19de eeuw na- 'geen politiek eenheid was'. Ontkent Van der Tuuk hiermee de Romeinse tijd en de Karolingische periode?
Het komt dus niet overeen met 'Les Pays Bas' wat er in Frankrijk onder verstaan wordt. Dat is alleen Nederland. Het blijft discutabel wat er onder het begrip 'de Lage Landen' verstaan moet worden. Zou het niet meer overeen komen met het overstroombare deel van Nederland en België, zoals 'de Clec uten Laghen Landen' (die schreef tussen 1349 en 1356) het beschreef. 'De Clerc' verhaalde over het begin van Holland, dat "alleszins een broekland was en uten de zee en armen van de Rijn gesalicht was" (=ontstaan is). 'Holland' is bij de Clerc het deel van Nederland dat nog steeds Holland heet. Die beschrijving komt ook overeen zoals het in Het Verhaal van Nederland voorgesteld wordt: "gesalicht uten zee en Rijn".
Tom Buijtendorp schreef in zijn boek over de Gouden Eeuw van de Romeinen en bedoelde met de Lage Landen het Romeinse deel van het gebied ten zuiden van de Rijn. In zijn boek over Caesar noemt Buitendorp ook 'de lage landen' tot waar Caesar het land veroverd heeft. Dan hoort Nederland en België er dus weer niet bij. Immers Caesar is daar nergens geweest, ook niet in Kessel zoals Roymans meent. (zie kaart hieronder: klik op de kaart voor een vergroting: het donkerblauwe gebied is overstroombaar).
Van der Tuuk vermeldt dat 'uit de opgenomen biografieën blijkt dat deze streken deel uitmaakten van het Frankische Rijk'. Dat is dus een cirkelredenering, ofwel een omkering van feiten. Van der Tuuk plaats Franse personen in Nederland waarmee hij meent het bewijs te leveren dat Nederland bij Francia hoorde. Bij Van der Tuuk hoort Limburg ook bij de Lage Landen. Hij vermeldt immers Hubertus bisschop van Maastricht. Maar ook het noemt hij Katla (uit Zweden), Gertrudis van Nijvel (Waals Brabant) en Lotharius II van Lotharingen. Veel personen die Van der Tuuk noemt verbleven in Frans-Vlaanderen en horen niet bij de Nederlandse geschiedenis.
Het boek behandelt de periode van 450 tot 900 wat een volgend probleem oplevert. Dan is de vraag waarom St.Ansfridus in dit boek genoemd wordt, die immers ruim een eeuw na het jaar 900 leefde.
Uit het geheel blijkt dat Van der Tuuk geen weet heeft van meerdere historische feiten. Hij houdt het klassieke Frisia voor Friesland, plaatst de Saksen in Duitsland en niets aan de kust van het Kanaal waar het klassieke Saxonia lag en weet niet welke betekenis de taalgrens had en nog steeds heeft. Hij noemt de taalgrens in dit hele boek ook maar één keer bij Boudewijn II van Vlaanderen. Van deplacements historiques heeft hij blijkbaar ook nog nooit gehoord en dan plaats je bepaalde personen wel op de verkeerde plek.
De visie van Albert Delahaye.
Van veel predikers staat historisch vast dat ze in Frans-Vlaanderen missioneerden. Daar immers woonden de Friezen en Saksen in het eerste millennium en niet in Noord-Nederland of Noord-Duitsland. De deplacements historiques hebben de historici zand in de ogen gestrooid. Het verkeerd begrijpen van klassieke teksten meende hen gelijk te geven. Er zijn twee onweerlegbare historische feiten die de juistheid van de visie van Albert Delahaye aantonen en wel de taalgrens en 'waar men de overkant ziet'. Daar ook stak men van Engeland over naar het vasteland en niet ergens halverwege de Noordzee of zelfs via Friesland. Precies dáár kwam Willibrord aan land en kwam Bonifatius in Francia aan. De taalgrens en 'waar men de overkant ziet' komen precies samen aan de kust van Het Kanaal, op de plaats waar nu de Kanaaltunnel ligt en waar in het verleden heftige veldslagen zijn uitgevochten tussen Romeinen en Friezen, tussen Franken (Karel de Grote) en Saksen en tussen geallieerden en de Daar ook stak men van Engeland over naar het vasteland en niet ergens halverwege de Noordzee of zelfs via Friesland. Duitse bezetters in de laatste Wereldoorlogen. Onze vaderlands geschiedenis kent de 'Guldensporenslag' (1302) en de 'slag bij Nieuwpoort' (1600) en ook de slag bij Kortrijk (1793 en 1794), om er enkele te noemen.
Legende of historische waarheid?
Van veel van de hieronder en dit boek besproken personen staat niets anders vast dan een vrome legende. En legenden zijn nu niet de meest betrouwbare historische bronnen. Bij die legende is van belang waar zo'n legende is ontstaan en hoe die zich verspreid heeft in Europa en zelfs over de wereld. Men krijgt hier ook te maken met de bi- of zelfs tri-locatie van personen. Wat is dan de ware heilige? Zie als voorbeelden hiervan het verhaal van St.Willibrord waarvan 2 corpussen bestaan en 3 schedels en van St.Lebuinus die in 3-voud bestaat in de literatuur. Veel verhalen en legende zijn slechts terug te vinden in buitenlandse, vaak Franse bronnen. Dat moet historici heel alert maken in hun opvattingen. Nederland heeft niets op het gebied van klassieke bronnen. |
|  |
Geraadpleegde literatuur en noten.
In dit boek is een lange lijst van wel 90 schriftelijke bronnen, 108 titels van geraadpleegde literatuur en een aantal van liefst 251 noten opgenomen. Dat komt schijnbaar erg overtuigend over. Van der Tuuk zal zichzelf ook niet tegenspreken als hij naar zichzelf verwijst (10 eigen boeken!). Echter veel van die geraadpleegde literatuur is gebaseerd op hypothesen en aangenomen opvattingen uit het (soms) wel erg verre (1882?) verleden. Dat geldt met name voor de plaatsbepaling in die opvattingen. Er dient zorgvuldig onderscheid gemaakt te worden tussen de plaats van ontstaan van een legende of een bepaald verhaal en de streek waar deze nadien -met de immigranten mee- terecht kwam. |
Welke Mannen en vrouwen (en kinderen!) worden in dit boek besproken? In rood onze opmerkingen.
- Childerik - Merovingische koning : Childerik hoort thuis in Doornik, dat dan wel in België ligt, maar niet bij de Lage Landen gerekend kan worden.
- Aluvefa -Jonggestorven kind : een fantasie verhaal afkomstig uit Maastricht, dat toch niet bij 'de Lage Landen' gerekend kan worden..
- Hygelac - Koning van de Gautar : Hygelac is een koning die voorkomt in het Saksisch epos Beowulf. Dit epos stamt uit het land van de Saksen dat aan de Kanaalkust lag aan de Litus Saxonia. Daar zit geen meter Nederland of België bij.
- Radigis - Prins van de Warnen in de Rijndelta : dit verhaal wordt door Van der Tuuk geplaatst in de volksverhuizingsperiode, maar die heeft nooit bestaan. 'Harde gegevens zijn schaars', schrijft hij nog. Deze mythe kan dus van tafel.
- Beitske - Terpbewoonster : de naam en de geschiedenis van Beitske is gebaseerd op een eindeloze fantasie. Dat kun je toch niet als serieuze geschiedenis beschouwen? Zo ontstaan wel de mythen in de 'vaderlandse' geschiedenis.
- Gertrudis van Nijvel- Abdis van het klooster in Nijvel : Nijvel ligt in Waals Brabant, wat nu niet direct bij 'de Lage Landen' gerekend kan worden. Het verhaal van Gertrudis kent ook een hoofdstuk in Nijmegen, waar een kapel haar patronaat zou dragen. Dit is gebaseerd op één bron en wel van Willem van Berchen die niet al te brouwbaar is.
- Madelinus - Muntmeester : van muntmeester Madelinus weten we zeker dat hij in Noyon woonde. Zijn verblijf in Dorestad is voortgekomen uit de vondst van enkele munten van zijn hand. Deze munten zijn echter in half Europa gevonden. Wat ze daar niet aantonen, bewijzen ze ook in Wijk bij Duurstede niet.
- Eligius - Goudsmid, bisschop en raadsman : Eligius was bisschop van Noyon en Doornik en predikte al vóór Willibrord onder de Friezen in Frisia, niet in Friesland, maar in Vlaanderen.
- Aldgisl- Friese koning : ook al heeft Aldgisl bestaan - hij komt voor in de bronnen- maar hij was beslist geen koning. Er is van Friese Koningen geen enkel historische bewijs te vinden.
- Amandus van Maastricht - Reiziger en missionaris : Lees meer over Amandus, die slechts in de fantasie van historici een reiziger werd en ten onrechte zelfs in Maastricht werd geplaatst. Amandus hoort thuis in de omgeving van de plaatsen die naar hem genoemd zij, zoals St.Amand-les-Aux.
- Willibrord - Aartsbisschop van de Friezen : Lees meer over Willibrord die wel aartsbisschop van de Friezen was, maar van de Friezen in het klassieke Frisia in Vlaanderen en niet in Friesland.
- Pippijn II van Herstal- Hofmeier van Austrasië : Austrasië was de landstreek in Frankrijk tussen de Somme en de Seine en lag ten westen van de taalgrens en bevatte de plaatsen: Amiens, Soissons, Rouen, Therouanne, Cambrai, Reims en Metz. België ten noorden van de taalgrens hoorde er beslist niet bij en Noord-Brabant of andere delen van Nederland of Duitsland al helemaal niet. Lees meer over Austrasië en Neustrië.
- Radbod - Friese koning : Radbod of Radboud was een 'aanvoerder' van de Friezen in de strijd tegen de Franken, maar wel van de Friezen in Frisia in Vlaanderen. Dat hij koning was, daarvoor bestaat geen enkel historisch bewijs. Zijn mislukte doop, waarna hij ook stierf, is een vrome legende. Lees meer over Radbad.
- Wursing - Friese edelman: voor Wursing (die in de bronnen Wirsingus heet) geldt hetzelfde als voor andere hier 'Fries' genoemde personen: zij horen thuis in het klassieke Frisia in Vlaanderen en niet in Friesland. Dat Van der Tuuk hem een 'edelman' noemt is een misvatting van wat in de teksten geschreven staat. Dezelfde fabels zien bij allerlei misvattingen van Van der Tuuk over plaatsen als Abecenwalde, Suecsnon, Attingahem, Amuthon en Nifterlake, dat hij allemaal zoals de traditie bepaald, in Nederland plaatst. Wirsingus was een edel man, geen edelman, kwestie van een spatie meer. Wirsingus was de grootvader van de latere prediker Ludger en had nauwe banden met Willibrord zowel als met Bonifatius. In de Vita S.Ludgeri (AS, maart III), lezen we het volgende: "Een edel man Wirsingus genaamd die, ofschoon hij het geloof in de Drievuldigheid niet kende, een hulp van de armen en een verdediger van de verdrukten was. Hij verdedigde tegenover de koning en zijn vorsten de waarheid. Hij maakte grote wreedheden van de koning bekend, die daarop bevel gaf hem in het geheim te doden. Hierop vluchtte Wirsingus, die gewaarschuwd was, naar Grimoldus, een vorst van de Franken. Deze ontving hem welwillend. Hij verbleef verder in het rijk van de Franken en ontving het Doopsel. Na de dood van koning Radboud gaf Karel Martel aan Wirsingus een leengoed in het gebied van de Fresones en zond hem naar zijn vaderland terug om daar de zaak van het geloof te versterken. Hij nam zijn erfgoederen weer in bezit en woonde in een plaats die Suabsna genoemd wordt, bij Traiectum (Tournehem), waar hij een hulp werd van de heilige Willibrord". De familie van Wirsingus woonde in de omgeving van Tournehem, waar Willibrord missioneerde en zij grond bezaten. Ze hoorden dan wel tot de gegoede burgerij, maar waren beslist geen edelen. Omstreeks 793 stichtte Ludger in die omgeving zijn klooster in de plaats Frethun op 4 km zuid-west van Calais.
- Bonifatius - Missionaris en kerkhervormer : Lees meer over Bonifatius, die voorzitter was van de Frankische bisschoppen en in Duinkerke vermoord werd. Zijn moord in Dokkum is gebaseerd op een vrome legende en op een misvatting dat Dokkum het genoemde Dockynchirica zou zijn. Het was echter Duinkerke wat de letterlijke etymologie is. Herre Halbertsma heeft aangetoond dat Dokkum in de 8ste eeuw niet eens bestond. De oudste archeologische gegevens stammen uit de 13de eeuw.
- Theudesinda - Friese koningsdochter : van deze 'koningsdochter' is niets meer bekend dan dat ze uitgehuwelijkt zou zijn aan Grimoldus (zie bij Wursing), een broer van Karel Martel. Maar aangezien zij in Frankrijk verbleef, hoort ze zeker niet bij de mannen en vrouwen uit de Lage Landen,
- Hubertus - Bisschop van Maastricht : Hoort Maastricht dan toch bij 'de Lage Landen'? Ja. als je die lage landen maar groot genoeg maakt, dan wel.
- Lebuïnus - Missionaris onder de Saksen : Lees meer over Lebuinus die ook bekend is in België als St.Lieven en in Frankrijk als Saint Liévin.
- Gregorius - Hoofd kloosterschool en abt van Utrecht : Gregorius was hoofd van een kloosterschool, niet in Utrecht, maar in Trajectum dat in Francia lag. Utrecht ligt toch niet in Francia? In Utrecht is overigens archeologisch vastgesteld dat het niet bestond in de tijd van Gregorius. Waar stond hier een klooster?
- Walburg - Beschermheilige : Lees meer over Walburg naar wie in de late middeleeuwen ondermeer de kerk in Zutphen genoemd is.
- Karel de Grote - Frankisch koning en keizer : Lees meer over Karel de Grote die inderdaad een Frankische Koning was die in Noyon zijn kroningsstad in Frankrijk thuis hoort. Zijn vermeende palts is in Nijmegen nooit gevonden, zowel tekstueel niet als ook archeologisch niet. Lees meer over Nijmegen.
- Willehad - Missionaris van de derde generatie : Lees meer over Willehad, in wiens vita de moord op Bonifatius wordt vermeld. Willehad werkte samen met Anscharius in Artois en Normandië waar men in meerdere kerken vandaag de dag nog beelden van St. Willehad en St. Anscharius aantreft, wat bewijst dat hun memorie in deze streek inheems is.
- Norse Robert - Herbergier in Dorestad : Dorestad lag in Frans-Vlaanderen aan de kust van Het Kanaal, dat met enige toegeeflijkheid best tot de Lage Landen gerekend kan worden.
- Liudger - Missionaris uit Zuilen : Lees meer over Ludgerus, die verbleef in Frans-Vlaanderen en met immigranten in Nederland terecht kwam. Hij werd geboren in Suabsna, dat niet Zwesen was, maar Zouafques in Frans-Vlaanderen waar zijn familie grond bezat. Het is veelzeggend dat Blok in zijn Lexicon Zuilen of Oud-Zuilen NIET noemt. Wel noemt hij Swesen (Suecsnon) waarvan hij vermeldt dat het waarschijnlijk de oude naam van Zuilen is. Het is ook opvallend dat Van der Tuuk geen enkele andere plaats dan Zwesen noemt waar Ludger gewerkt of geleefd heeft. Hij heeft flink uit alle later ontstane legenden geput, zoals over de geboorte van Ludger (was hij daar bij?), waarvan hij dan weer wel erkend dat 'het maar de vraag is in hoeverre deze op waarheid berust'. Niet dus!
- Bernlef - Bard : de zanger Bernlef komt voor in de vita van St.Ludger, die hij geneest van blindheid. Het is slechts een vrome en wel een heel erg vrome legende, gebaseerd op het bijbelverhaal om Ludger vooral de status van een heilige te geven. Bernlef hoort net als Ludger thuis in Frans-Vlaanderen. Dit verhaal kwam (flink aangedikt) met de immigranten mee naar Overijssel en Groningen (daar woonden ook Friezen) waarbij we Overijssel toch niet tot het 'overstroombare' deel van Nederland, 'de Lage Landen', kunnen rekenen. De plaats Helewyrd, waar St. Ludger ca. 804 op een missietocht in Frisia verbleef en waar hij de zanger Bernlef ontmoette, wordt als Helwerd opgevat, een gehucht op 20 km ten noorden van Groningen. Deze plaats lag ten tijde van St. Ludger onder water (Duinkerke II transgressie). De juiste determinatie is Helfaut op 5 km zuid van St.-Omaars. Het Groningse Helwerd is een simpele migratienaam, in de 11/12e eeuw vanuit Frans-Vlaanderen met de immigranten naar Friesland meegebracht.
Andere plaatsen (het zijn er 14) uit de vita van Ludger [in enige bijvoegsels (sic!) genoemd) die binnen zijn woon- en werkgebied lagen worden door Blok c.s. niet gelocaliseerd. Deze 14 namen zijn in Nederland niet te vinden, laat staan ze daar aan te treffen in een onderlinge samenhang die enigszins bij de context past. Het eenzame lachertje 'Helwerd' van Blok (De Franken, p.122) waar Ludger een blinde zanger ontmoette, toont slechts aan dat ook Blok slechtziende is, als hij de 13 andere namen overslaat alsof die niet bestaan. Het zijn achtereen volgens: —Helewyrd is Helfaut op 5 km zuid van, St.-Omaars. —Werfhem is Wavrans-sur-Aa op 11 km zuid-west van St.-Omaars. —Wiicswird is Wisques op 5 km zuid-west van St.-Omaars. —De plaats Werethina, die bij de zee lag en dus het Duitse Werden niet kan zijn, is Frethun op 4 km zuid-west van Calais. — Billurbeki is Bellebrune op 11 km oost van Boulogne. De naam heeft men wat aangepast omdat op 21 km west van Munster een Billerbeck ligt. - Hleri is Lieres op 16 km west van Bethune. —Lade, een algemene naam voor rivier, duidt hier de Guarbecque aan. —De Nordgo ligt ten noorden van Atrecht. — Werina was Weringhem, een thans verdwenen plaats bij Boulogne. — Asnaloh is Acheville op 13 km noord-oost van Atrecht. — De Ripuarii zaten bij Ribecourt-la-Tour, 11 km zuid-west van Kamerijk. — De Sudergo lag ten zuiden en westelijk van Atrecht. — Aina is Elnes op 11 km zuidwest van St.-Omaars. - Hassi is Achiet op 18 km zuid van Atrecht.
Laten we het maar heel helder zeggen: op één in het verhaal volslagen niet te plaatsbare naam (die van een gehucht bij het Groningse dorpje Rottum!) Ludger te verheffen tot apostel van oostelijk Groningen en daarbij met de andere namen doen alsof ze niet bestaan, dat is geen historische geografie, maar gewoon boerenbedrog.
- Wlemarus - Rechtskenner : Wlemarus wordt vermeld met de Wet der Friezen. Deze wet hoort bij het klassieke Frisia in Vlaanderen en niet bij Nederlands Friesland. Maar van het klassieke Frisia heeft Van der Tuuk nog nooit gehoord, wat wel blijkt uit al zijn boeken. Bij hem is dat altijd Friesland, ook al woonden daar niemand. Het klassieke Frisia lag aan de kust van het Kanaal waar ook de oversteekplaats vanuit en naar Groot-Brittannia lag.
- Meginhard - Saksische graaf : Meginhard wordt in Nederland vaak 'gekoppeld' aan Meginhardeswich, waar men wel eens Arnhem van maakt. Meginhardeswich is echter Menighen-Wimille, op 6 km noord-oost van Boulogne in Frans-Vlaanderen, maar dat mag Van der Tuuk ook bij de Lage Landen rekenen, immers tot 1713 hoorde dit gebied nog bij de Zeventien provinciën van de Nederlanden. In de winter van 880-881 voer een vloot van Noormannen de rivier de Waal op en legde bij de koninklijke palts Nijmegen aan en daar sloeg men het kamp op, wat de traditionele opvatting is. Toen deze daad Lodewijk ter kennis was gekomen, kwam hij zonder uitstel met een leger en belegerde de versterking. Na enkele dagen stijd was hij niet aan de winnende hand, omdat de palts, een bouwwerk van zeer grote omvang en een buitengewoon werk, de vijanden een zeer veilige wijkplaats bood. In dit treffen is door de tegenstanders Everhardus Saxo, zoon van graaf Meginhard, gegrepen en gevankelijk meegevoerd. Zijn moeder Evesa kreeg hem later na een groot losgeld betaald te hebben ongedeerd terug. Tenslotte trok de koning zich met al zijn troepen terug, na de belofte geaccepteerd te hebben dat, als hij afzag van de belegering, de Noormannen onmiddellijk weg zouden gaan uit zijn rijk. Na zijn aftocht staken de heidenen de palts met de versterking in de brand, scheepten zich in en zochten de monding van de Rijn weer op.
Deze gebeurtenis wordt ook genoemd in enkele Franse kronieken, maar daarin lezen we dat de Noormannan Gallië en Frisia (Vlaanderen) aanvielen en vernielden er met brand, roof en moord, zij versterkten zich in Noviomagus - Noyon waar zij voornemens waren de winter door te brengen.
Bron : Chronicon Hermanni, HdF, VIII p. 245. In datzelfde jaar 880 bracht Heidilo, bisschop van Noyon de relieken van St.Eloys van de kerk van St.Loup in de benedenstad naar de kathedraal, wegens de aanvallen van de Noormannen. Bron : Gallia Christiana X p. 383. Dit plaats het geheel toch duidelijk in Frankrijk!
- HaraId junior - Heerser van Dorestad en Walcheren: ook dit verhaal hoort thuis in Frans-Vlaanderen, waar immers het klassieke Dorestad lag precies aan de oversteekplaats van en naar Groot-Brittannia. Het Walachria uit de klassieke teksten was ook niet het Zeeuwse Walcheren (dat bestond nog niet in de 8ste eeuw), maar Walcheren tussen Brugge en Uitkerke, waar ook de plaatsen Middelburg en Westkapelle liggen. Nu mag Van der Tuuk ook dit verhaal best bij de Lage Landen rekenen, immers het gebied van Brugge heeft eeuwenlang model
gestaan voor het verschijnsel ‘regressie’ dat hier -terugwaarts door de historie- in drie fasen was waar te nemen. In 1058 was de plaats als ‘binnen-eiland’ vrijwel uitgediend, getuige de ommegang van de Winoksbergse monniken, die wisten dat zij over een brug of desnoods wadend Walachria in en uit zouden kunnen komen.
Het is opmerkelijk wat Van der Tuuk over Dorestad en Rimbert schrijft in zijn artikel over Katla. Hij beschrijft Dorestad met de bebouwing van lage, vrijstaande houten huizen met ruime, omheinde erven, waar kippen en andere beesten rondscharrelden, op ons een landelijke indruk hebben gemaakt. Het 'rijke' wordt slechts aangetoond met aangenomen opvattingen omtrent een handelshaven en gevonden relicten. Dat van die handelshaven wordt echter tegengesproken door Pim Verwers in "Romeinen, Friezen en Franken": hoofdstuk 26.
Rimbert, een monnik van Torhout, die het Leven van St. Anscharius schreef, geeft duidelijk aan waar Anschasius geplaatst moet worden, namelijk in zijn omgeving. Het was een plaatselijke 'heilige'. Het is onaanvaardbaar dat het om een bisschop van het Duitse Hamburg zou gaan, Hamburg dat toen niet eens bestond. Veel plaatsen waar Anscharius werkte zijn in het noorden van Duitsland niet te vinden, wel in Frans-Vlaanderen in de streek van Guînes, Nordausques en Welano. (Bron: Rimbert, Vita S.Anscharii, AS, febr. I) Het spreekt bijna vanzelf dat de historici Turholt en Welano verzwijgen.
|
- Katla - Zweedse filantrope : Het verhaal van Katla of Catla staat in de vita van St.Anscharius (Anskar). In 845 werd Hammaburg (Hames-Boucres), volgens sommige kronieken samen met Dorestadum door de Dani aangevallen en zwaar verwoest. Omstreeks dezelfde tijd moest een koning van de Suones (Le Mans) vluchten. Hij zocht zijn heil bij de Dani in Frisia en beloofde hen Birca (Berck) te geven, dat een rijke stad was. Samen met de Dani vormde hij een vloot om Birca (Berck) te veroveren. De inwoners kochten zich tegen een hoge som vrij.
In Birca (Berck) woonde ook de rijke vrouw, die haar dochter Catla opdroeg na haar dood al haar geld onder de armen te verdelen. Maar”, meende zij, “omdat in Birca (Berck) geen armen zijn, ga daarom naar Dorestadum waar veel armen, priesters en kerken zijn en een klooster.
Na het vertrek van Catla verviel de christelijke gemeenschap van Birca (Berck) snel. Voor hen, die
in Dorestadum of in Hamaburg (Hames-Boucres) gedoopt waren (denk eraan dat het
land voor het merendeel in de handen van de heidense Dani was), stichtte St. Anscharius een nieuwe
kerk te Sliaswich. Dit was Saint-Martin-des-Sclives, een dorp bij Sangatte dat in de 16e eeuw is verwoest. De inwoners noemden de plaats Sliaswich, zeggen de bronnen, doch de Dani gebruikten
in hun taal de naam Haithabu. Schleswig in Duitsland (stad en landstreek) is derhalve een zuivere
importnaam uit het noorden van Frankrijk. Straks zullen we zien dat de naam Haithabu nooit in het
noorden heeft bestaan.
In 852 probeerde St. Anscharius de parochie van Birca (Berck) te herstellen, waartoe na een bijeenkomst
van het volk verlof werd gegeven. In 854 echter werd kerk van Sliaswich (Saint-Martin-des-
Sclives) tengevolge van de intriges van de invloedrijke Noormannen gesloten. Wel kreeg de bisschop
verlof om op een andere plaats, Ripa genoemd, een nieuwe kerk te stichten. Het is zeer waarschijnlijk
dat dit geen plaatsnaam was (hij is trouwens als zodanig niet terug te vinden), doch dat “ripa”
gewoon oever of kust betekent.
St. Anscharius overleed omstreeks 865. Hij is nooit in het noorden van Duitsland geweest..De plaatsen en volkeren in de vita van Anscharius zijn altijd misverstaan. Dit verhaal vond plaats in Noord-Frankrijk en niet in Denemarken of Zweden. De Dani waren de Noormannen uit Normandia en hadden niets met Denemarken vandoen (wat ook een verkeerde naam is, het was niet de mark van de Dani).
- Gerward - Proost van de abdij van Lorsch : Lorsch ligt in west-Duitsland (hoogte ca.100m) dat toch niet tot 'de Lage Landen' gerekend kan worden. De abdij van Lorsch had ook geen bezittingen in de Betuwe, wel in de Batua, maar dat was de streek rond Béthune in Frans-Vlaanderen. Proost Gerward kan dan ook niet als iemand van 'de Lage Landen' beschouwd worden.
- Lotharius II - Koning van Lotharingen : Lotharingen ligt in Frankrijk. Daar heeft geen enkel deel van Nederland ooit bij behoord, dan slechts in de fantasie van een enkel niet-deskundige historicus.
- Rorik - Scandinavische krijgsheer : Deze Scandinavische krijger kan toch niet als een middeleeuwer van de Lage Landen beschouwd worden. Zo komen wel de mythen in de historische wereld terecht..
- Ubbi de Fries - Vikingaanvoerder uit Frisia : voor de Ubbi geldt hetzelfde als voor andere hier 'Fries' genoemde personen: zij horen thuis in het klassieke Frisia in Vlaanderen en niet in Friesland. .
- Ansfried - Graaf in de Betuwe : Lees meer over Ansfridus die graaf van Hoei in België was en niets te maken heeft gehad met de Betuwe, zelfs niet met Amersfoort.
- Rodulf - Deense krijgsheer : hoort Denemarken ook al bij 'de Lage Landen'?
- Judith - Frankische koningsdochter : het gaat om een Frankische dochter die in Frankrijk thuishoort en die nooit in Nederland geweest kan zijn.
- Everhard de Saks - Graaf van Hamaland : Hamaland lag in Frankrijk en niet ergens in Nederland, nog afgezien van in Laag Nederland. Lees meer over Hamaland.
- Gisla van Lotharingen - Karolingische prinses : Lotharingen ligt in Frankrijk. Daar heeft geen enkel deel van Nederland ooit bij behoord, dan slechts in de fantasie van niet deskundige historicus.
- Gerulf II - Graaf van Holland : Graaf Gerulf kwam uit Vlaanderen en staat nu niet precies model voor iemand uit 'de Lage Landen'.
- Boudewijn II de Kale - Graaf van Vlaanderen : deze graaf van Vlaanderen verbleef in Vlaanderen, dat wel in België ligt, maar zeker niet bij Nederland hoort.
- Saxbraht - Horige boer: Leuk verhaal van Van der Tuuk, alleen gaat hij uit van de onjuiste uitgangspunten en wel dat de Salische wet over Nederland zou gaan en dat de goederenlijst uit 870 van Utrecht zou zijn. Beide uitgangspunten behoren bij de geschiedenis van Noord-Frankrijk, waardoor ook Saxbraht daar thuishoort.
|